Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
‘Promoveren werkt niet’
Foto: Przemyslaw Pawelczak (cc, via Wikimedia Commons)
actueel

‘Promoveren werkt niet’

Dirk Wolthekker Dirk Wolthekker,
18 May 2016 - 11:34

Er wordt volop geklaagd door UvA-promovendi: over werkdruk, over arbeidsvoorwaarden, over onderzoekskwaliteit en over hun aanstelling. Kan het beter? En zo ja, hoe? Deze en andere vragen kwamen gistermiddag aan de orde tijdens een internationaal seminar over de kwaliteit van promovendi(trajecten) en hun onderzoek.

‘Maintaining quality in PhD-tracks: the secrets of success’, was de titel van het seminar in de Nina van Leerzaal van het Allard Pierson Museum. Rond de dertig wetenschappers waren er op af gekomen, waarbij de belangrijke vraag natuurlijk was: wat zijn de geheimen van een succesvol promotietraject? Een goede begeleiding lijkt in elk geval medebepalend voor succes.

 

In het onlangs verschenen beleidsonderzoek Promoveren werkt van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) werd het Nederlandse promotiestelsel min of meer bewierookt. ‘Het promotiestelsel wordt in Nederland en daarbuiten beschouwd als een solide stelsel, dat hoog gekwalificeerde, onafhankelijk denkende gepromoveerden aflevert,’ zo klonk het.

 

Promotiebonus

Promovendus bij neurowetenschappen Sicco de Knecht was het er in zijn bijdrage aan het seminar niet bepaald mee eens. ‘Promoveren werkt niet,’ zei hij met een knipoog naar de titel van het KNAW-rapport. Zo concludeert het rapport dat er in Nederland een ‘potentiële latente behoefte’ bestaat aan promovendi, in het bijzonder ‘Nederlandssprekende promovendi’. De Knecht betwijfelde het. ‘Het zijn in elk geval erg vage claims.’

 

Hij haalde zowel zijn eigen faculteit – de bètafaculteit van de UvA – aan als het AMC, waar in zijn ogen ‘perverse prikkels’ hebben geleid tot promotietrajecten die vooral draaien om rendement en veel minder om kwaliteit. ‘Aan mijn eigen faculteit werd besloten dat dissertaties die niet binnen vijf jaar zijn afgerond, worden gekort met dertig procent op de promotiegeldenBij een bètapromotie die meer dan 5 jaar duurt gaat 70 procent naar het instituut waar de promotie plaatsvindt, en 30 procent vloeit terug naar de algemene facultaire kas., de zogenoemde promotiebonus van maximaal 90.000 euro die de faculteit van het ministerie ontvangt bij elke promotie. Ik noem dat een strafmaatregel, a blunt financial mechanism without a clear goal.’ Over die korting en de reden ervan wordt binnen de faculteit overigens verschillend gedacht.

 

Nederduits

Ook bij geneeskunde draait het vooral om rendement, meende De Knecht. Bij het AMC is men volgens hem ‘extremely effective’ in het vergaren van onderzoekfinanciering van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk OnderzoekDe NWO verdeelt de wetenschapssubsidies van het ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap.; het AMC heeft ongeveer even veel promovendi als alle andere UvA-faculteiten tezamen. ‘Maar heeft dergelijk medisch onderzoek echt veel meer maatschappelijke waarde dan historisch onderzoek naar bijvoorbeeld het Nederduits in de negentiende eeuw?’ De Knecht vroeg zich af of de ‘enorme toename’ van medisch promotieonderzoek echt is bedoeld als poging om de geneeskunde te verbeteren. ‘Of gaat het slechts om het spekken van de kas van medische onderzoeksafdelingen en het functioneren als voorselectie voor wie een specialisatieopleiding mag doen.'

 

Leuven

Een van de andere sprekers was de Leuvense hoogleraar John Creemers, directeur van de onderzoeksschool voor biomedische wetenschappen van de Katholieke Universiteit Leuven, een reusachtige onderzoekschool met maar liefst twaalfhonderd promovendi. Opvallend in zijn bijdrage was de enorme aandacht die er in Leuven is voor begeleiding en controle van de promovendi en hun promotoren. Die laatsten krijgen speciale supervisietrainingen en bij elk onderzoek zijn al snel ronde de veertien (internationale) en wisselende experts betrokken.

 

Overigens blijkt volgens beleidsonderzoek van UvAPro, de promovendiclub van de UvA, dat ook aan de UvA de begeleiding van promovendi weinig te wensen over laat. Remmert Daas, voorzitter van UvAPro, sprak van ‘a high quality of supervision’. Overigens bleek onlangs uit hetzelfde onderzoek van UvAPro dat de werkdruk onder UvA-promovendi groot is. Zo groot, dat UvA-promovendi een grote kans zouden hebben op depressies.

website loading