Onderwijs zou minder gericht moeten zijn op enkel leren en meer op het vormen van mensen. Dat zegt Gert Biesta, één van de belangrijkste onderwijsdenkers van Nederland. Hij gaf gisteren in de Kohnstammzaal een lezing over de vraag: wat is goed onderwijs?
De lezing werd georganiseerd door Vitaal Goud, een netwerk voor oudere medewerkers van de HvA, dat de ‘meerwaarde van senioriteit’ wil benadrukken en inzetten. Dit resulteerde in een hoop kortpittige kapsels in de goedgevulde Kohnstammzaal.
Het doel van onderwijs is voor iedereen eigenlijk wel duidelijk, vindt Biesta, maar we zijn het uit het oog verloren. Hij probeert het doel te herformuleren: ‘Naast leren moet er ook aandacht zijn voor sociale aspecten en de goede ontwikkeling van het individu.’ Samenvattend noemt hij het ‘vormen’.
Dat Biesta naast pedagoog ook filosoof is, wordt duidelijk merkbaar als de vraag wat nu eigenlijk goede ontwikkeling is aan de orde komt. Goed onderwijs zou jongeren op de juiste manier moeten vormen. Volgens Biesta is ‘juist’ in dit verband het verlangen wekken om op een volwassen manier in de wereld te willen zijn. Wat dan volwassen is? In ieder geval niet het hebben van een groot lijf. Het betekent dat je in de wereld kan zijn zonder jezelf in het centrum daarvan te plaatsen.
In contact met de realiteit
Dit kan volgens Biesta worden bereikt door verlangens en wensen in een ruimer perspectief te plaatsen. Hierbij is onderwijs van belang. Studenten moeten in aanraking komen met de realiteit via kunst of arbeid in plaats van alleen maar via theorie. Daarbij moeten mensen leren dat ze de tijd voor dingen kunnen nemen en dat niet alles zo snel mogelijk af hoeft te zijn. Docenten moeten jongeren hierbij steun en ‘voeding’ bieden, zodat zij hun eigen plek in de wereld kunnen vinden
Maar studenten gedragen zich steeds meer als klant, vindt een dame in het publiek. ‘Dat is een slechte ontwikkeling,’ zegt Biesta. Studenten zelf weten immers niet het beste wat ze moeten vragen en wat ze moeten ontvangen van hun docenten, dat is het werk van docenten. ‘Mensen die op de vraag wat ze voor cadeau zouden willen het antwoord geven “verras me maar”, weten nog hoe je een goede student bent.’