De UvA gaat het zogeheten ‘levende archief’ van Arnon Grunberg niet onderbrengen in het huis van diens overleden moeder. De schrijver had in een interview met Het Parool laten weten het archief graag op die plek toegankelijk te willen maken voor publiek, maar besloot vorige week in overleg met Bijzondere Collecties om de collectie te laten waar die is.
Volgens Steph Scholten, directeur van Bijzondere Collecties dat het archief beheert, is Grunberg nog altijd op zoek naar een nieuwe functie voor het huis van zijn moeder. ‘Hij wil het gedeeltelijk in stand houden en denkt nu aan een soort museum,’ zegt Scholten. Voor de UvA is daarin echter geen rol weggelegd. ‘We kwamen tot de conclusie dat de originele objecten daarvoor niet essentieel zijn.’
Scholten ziet ook praktische bezwaren. Zo zijn er een hoop aanpassingen vereist om van het woonhuis een museum te maken, bijvoorbeeld op het gebied van beveiliging en klimaat. Dat is volgens Scholten niet reëel. Zodra duidelijk is wat er met het huis gaat gebeuren, zou de UvA Grunberg wel kunnen adviseren en ondersteunen, meent hij.
Eerbetoon
Grunberg is sinds het overlijden van zijn moeder op zoek naar een nieuwe functie voor haar huis. Ze had hem nadrukkelijk gevraagd het huis te behouden. ‘Het mooist is nog als de Universiteit van Amsterdam mijn archief en dat van haar op die plek toegankelijk kan maken. Dan wordt het huis een eerbetoon aan mijn moeder,’ had Grunberg tegen Het Parool gezegd, maar dat gaat nu dus niet gebeuren.
De UvA heeft het archief van Grunberg sinds 2011 in bruikleen. Het gaat volgens Scholten om een zeer brede, behoorlijk complete collectie die voortdurend wordt aangevuld. ‘Grunberg documenteert zijn leven heel precies.’ Naast zijn geschriften zijn er bijvoorbeeld reisschema’s, menukaarten en entreebewijzen te vinden.
Levend archief
Scholten wil het archief zo breed mogelijk houden. Collecties van overleden personen zijn altijd incompleet. ‘Vaak heeft die persoon een hoop dingen weggegooid waarvan je achteraf denkt: dat is eigenlijk jammer. Die dingen hadden dan net een ander – misschien een minder mooi – beeld hadden gegeven van de persoon in kwestie.’ Bij levende archieven wordt die selectie zo lang mogelijk uitgesteld.
Grunberg is niet de enige met een levend archief van Bijzondere Collecties. Ook boekontwerpen van grafisch ontwerper Irma Boom worden voortdurend gearchiveerd. De archieven zijn niet toegankelijk voor publiek, maar kunnen door studenten en wetenschappers met een lenerspas worden opgevraagd voor onderzoek.