Student filosofie en oud-voorman van de Maagdenhuisbezetting Jarmo Berkhout (23) wil dat het leenstelsel een belangrijk thema wordt bij de Tweede-Kamerverkiezingen. De toegankelijkheid van het onderwijs wordt een speerpunt van de Landelijke Studentenvakbond (LSvb), waarvan Berkhout sinds deze week voorzitter is.
Berkhout sprak zich eerder al uit voor gratis studeren als beste alternatief voor het leenstelsel. ‘Dit is geen kwestie van gratis bier,’ zei Berkhout, ‘het gaat om de fundamentele vraag hoe je welvaart verdeelt.’ Als voorman van Humanities Rally, een van de drijvende krachten achter de Maagdenhuisbezetting, stond Berkhout anderhalf jaar lang met megafoon op de barricaden. Dit voorjaar trok hij nog fel van leer tegen toenmalig LSVb-voorzitter Stefan Wirken, die aan de zijde van PvdA-Kamerlid Mohammed Mohandis het experiment met het flexstuderen verdedigde. Nu Berkhout zelf voorzitter is van de LSvb formuleert hij diplomatiek, blijkt tijdens een telefonisch interview.
‘De steun om weer terug te gaan naar het oude systeem is niet heel groot onder politieke partijen,’ aldus Berkhout. ‘Dat is jammer, maar daarmee is niet alles verloren want er zijn meer opties. Laat ik chargeren: je kunt of een systeem hebben met een hoog collegegeld en iedereen een beurs; of een leenstelsel zonder collegegeld. Het doel moet zijn dat iedereen gelijke kansen heeft om te kunnen studeren.’ En dat is volgens Berkhout nu niet het geval. ‘Je ziet nu dat het leenstelsel voor bepaalde groepen extra slecht uitpakt: niet-westerse allochtonen, en studenten met een functiebeperking, studenten die doorstromen van mbo naar hbo.’ Door het leenstelsel wordt het hoger onderwijs voor deze groepen minder toegankelijk, denkt Berkhout. ‘Die negatieve gevolgen moeten worden bestreden.’
Zullen er net als vorig jaar weer grote studentenprotesten komen?
‘Dat is niet te zeggen. Bij de Maagdenhuisbezetting kwam het protest ook vrij plotseling op. Toen zetten we in op dezelfde waarden als nu: tegen de maatregelen die uit managements- en rendementsdenken kwamen en het onderwijs niet verbeterden. Daar staan we nog steeds voor, of het nou met activisme wordt gerealiseerd of door een goede lobby.’
Wanneer moet de LSvb hier echt mee aan de slag?
‘Er zijn twee belangrijke momenten: september, en oktober-november. In september is het Prinsjesdag, en dan worden de nieuwe instroomcijfers van hoger onderwijsinstellingen bekend, en in oktober en november zijn de partijcongressen waarop de verkiezingsprogramma’s worden besproken. Daar zullen wij ons mee bemoeien.’
Wat verwacht je van de instroomcijfers?
‘Als die cijfers bekend zijn zal er wel weer een evaluatie van het leenstelsel komen. Maar het is al duidelijk dat specifieke groepen minder gaan studeren. Dat zagen we al in de cijfers van het afgelopen jaar. Wat wil je dan nog evalueren?’ Dan komt de felle Berkhout nog even terug: ‘Als dit jaar blijkt dat er wel meer studenten zijn dan vorig jaar dan weet je dat ze erin gechanteerd zijn om alsnog te gaan studeren en zo een studieschuld op te bouwen.’
Hoe worden ze dan gechanteerd?
‘Je moet wel studeren als je kans wilt maken op een baan. Om het in economische termen te zeggen: onderwijs is een inelastisch goed, dus de vraag daalt niet als je de prijs verhoogt. Mensen worden dus gedwongen om een enorme schuld op zich te nemen.’