UvA vertrouwt op afspraken met verenigingen
Terwijl Groningen de eerste ontgroeningsvrije stad wil worden en de rector van Wageningen een moreel appel deed om te stoppen met ontgroeningen, vindt de UvA het voorlopig niet haar taak om zo’n oproep te doen.
De eens in de zoveel jaren terugkerende discussie over ontgroeningen is in volle hevigheid ontbrand nadat een eerstejaars tijdens een ontgroening van de Groningse studentenvereniging Vindicat een hersenoedeem opliep. Zelfs minister Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vond het nodig zich over de voorvallen uit te spreken. 'Een universiteit kan welke vorm van geweld dan ook niet accepteren,' zo zei ze.
Bij de Utrechtse studentenvereniging Veritas zouden zich een paar weken geleden ook ‘Guantanamo Bay-achtige taferelen’ hebben voorgedaan, zo meldde het Algemeen Dagblad vandaag. Het bestuur van die studentenvereniging is inmiddels door de universiteit op het matje geroepen.
De ophef over ontgroeningen leidde ertoe dat het Kenniscentrum voor Immaterieel Erfgoed heeft besloten de verenigingscultuur voorlopig niet op te nemen in de inventaris van immaterieel erfgoed. Een maand geleden was juist aangekondigd dat die cultuur opgenomen zou worden. Het kenniscentrum gaat de aanvraag opnieuw beoordelen, liet directeur Ineke Strouken weten.
Verantwoordelijkheid van verenigingen
Bovendien besloten het Groningse en het Wageningse universiteitsbestuur op te roepen tot een einde van de ontgroeningen. De UvA wil zover niet gaan. ‘Het is primair een verantwoordelijkheid van de verenigingen en hun besturen,’ zo zegt woordvoerder Yasha Lange. ‘Zij moeten dit soort zaken voorkomen en als ze toch gebeuren, moeten zij optreden of aangifte doen. Wat er in Groningen is gebeurd, dat kan niet en dat mag niet.’
De UvA heeft goede afspraken met de verenigingen over hoe zij hun ontgroeningen, of kennismakingstijden, inrichten. ‘Daarbij gaat het om afspraken over veiligheid, gezondheid en bijvoorbeeld het minimale aantal uren slaap dat een eerstejaars moet krijgen,’ legt Lange uit. Hij ziet ook dat controle daarop moeilijk is, maar ‘zoals ik al zei: het is primair de verantwoordelijkheid voor de verenigingen. Zij willen ook niet dat zulke zaken gebeuren.’
Het Amsterdamsch Studenten Corps / Amsterdamsche Vrouwelijke Studentenvereeniging vond het ‘op dit moment niet aan onze vereniging’ om te reageren.
