‘Steeds langere wachttijden voor studentenpsychologen’
De wachttijd voor een behandeling bij studentenpsychologen loopt op. Studenten krijgen steeds vaker te maken met psychische problemen door toenemende prestatiedruk, maar ze kunnen hier vaak niet snel de juiste hulp voor krijgen. Dat blijkt uit een rapport dat het Interstedelijk Studentenoverleg (ISO) vandaag publiceerde in samenwerking met het Nederlands Instituut voor Psychologen (NIP)
Uit het onderzoek dat het ISO onder 35 studentenpsychologen uitvoerde, blijkt dat de vraag naar hulp tijdens studiejaren steeds groter wordt. Bovendien worden de klachten waarmee studenten hulp zoeken, steeds complexer. Ook de tijd waarin studenten geholpen moeten worden, is door bezuinigingen aan instellingen beperkt. Studentenpsychologen kunnen de groeiende hulpvraag daardoor niet bijbenen.
Of de studenten daadwerkelijk meer klachten hebben gekregen of dat de zichtbaarheid van klachten de laatste jaren vergroot is, kan Jan Sinnige (voorzitter van het ISO) niet precies zeggen. Waarschijnlijk gaat het om een combinatie van beide. ‘Vanuit de arbeidsmarkt en de overheid ligt er enorme druk op studenten. Je moet snel afstuderen en tegelijkertijd van alles naast je studie doen. Dan neemt de stress toe. Maar we denken ook dat de stijging van het aantal aanmeldingen te maken heeft met het afnemende taboe rondom psychische problematiek. De weg naar de psycholoog is steeds makkelijker te vinden.’
Geen professionals
Ook signaleert het ISO grote verschillen tussen universiteiten en hogescholen qua hulpaanbod. Informatie op de website van universiteiten is vaak beter te vinden dan op de sites van hogescholen. Ook het verwijsproces is anders, stelt Sinnige. ‘Bij universiteiten kunnen studenten via de site vaak direct contactgegevens van hulpverleners vinden. Hogescholen verwijzen meestal eerst door naar studentdecanen. Maar dat zijn ook geen professionals die getraind zijn om psychologische problematiek te herkennen.’
In totaal deden 25 studentenpsychologen van universiteiten aan het onderzoek mee. Tien deelnemers waren er afkomstig van hogescholen uit heel Nederland. Ook de UvA en HvA deden mee.
