Het Allard Pierson Museum (APM), het archeologisch museum van de UvA, gaat actief op zoek naar particulieren en bedrijven die het museum willen sponsoren. Deze zogenoemde ‘senatoren’ van het APM storten jaarlijks een bedrag in de kas van het APM. Het museum wil daarmee allerlei vernieuwingsplannen uitvoeren. Er wordt een notariële akte op gesteld waarmee de senatoren zich vijf jaar aan het APM verbinden.
‘We zijn in eerste instantie op zoek naar honderd senatoren,’ zegt APM-directeur Wim Hupperetz. ‘Particulieren kunnen senator worden voor duizend euro per jaar, bedrijven voor drieduizend. De nieuwe Geefwet, die op 1 januari is ingegaan, maakt het mogelijk dat donateurs de helft van dat bedrag kunnen terugvorderen bij de fiscus, op die manier werkt het aan twee kanten.’ De senatoren zijn volgens Hupperetz ‘niet de enige ruif’ waar het APM uit wil eten. ‘De UvA, verschillende (cultuur)fondsen en het mecenaat in de vorm van deze senatoren. Dat zijn onze belangrijkste geldschieters de komende jaren.’
Voor wat, hoort wat, meent Hupperetz, en daarom krijgen senatoren ook iets terug voor hun gift. Het APM is in de negentiende eeuw ooit gebouwd als kantoor van De Nederlandsche Bank, die daar in 1867 werd gevestigd. De directiekamer uit die tijd is nog steeds in tact, nu als directiekamer van de directeur van het AOPM. ‘Ik ga zelf in een gewone kamer zitten en stel de directiekamer ter beschikking aan de senatoren. Die kamer wordt omgedoopt tot “Senatorenkamer” en staat ter beschikking aan senatoren om er gasten in te ontvangen tijdens de openingstijden van het museum. Daarnaast bieden we de senatoren een jaarlijks terugkerend “Senatorendiner” aan.’ Inmiddels hebben zich vier senatoren gemeld bij het APM. De actie om senatoren aan het museum te binden heeft de naam ‘Hart voor het museum’ gekregen. De kick off van de actie vindt plaats op 14 februari.
‘We zijn in eerste instantie op zoek naar honderd senatoren,’ zegt APM-directeur Wim Hupperetz. ‘Particulieren kunnen senator worden voor duizend euro per jaar, bedrijven voor drieduizend. De nieuwe Geefwet, die op 1 januari is ingegaan, maakt het mogelijk dat donateurs de helft van dat bedrag kunnen terugvorderen bij de fiscus, op die manier werkt het aan twee kanten.’ De senatoren zijn volgens Hupperetz ‘niet de enige ruif’ waar het APM uit wil eten. ‘De UvA, verschillende (cultuur)fondsen en het mecenaat in de vorm van deze senatoren. Dat zijn onze belangrijkste geldschieters de komende jaren.’
Voor wat, hoort wat, meent Hupperetz, en daarom krijgen senatoren ook iets terug voor hun gift. Het APM is in de negentiende eeuw ooit gebouwd als kantoor van De Nederlandsche Bank, die daar in 1867 werd gevestigd. De directiekamer uit die tijd is nog steeds in tact, nu als directiekamer van de directeur van het AOPM. ‘Ik ga zelf in een gewone kamer zitten en stel de directiekamer ter beschikking aan de senatoren. Die kamer wordt omgedoopt tot “Senatorenkamer” en staat ter beschikking aan senatoren om er gasten in te ontvangen tijdens de openingstijden van het museum. Daarnaast bieden we de senatoren een jaarlijks terugkerend “Senatorendiner” aan.’ Inmiddels hebben zich vier senatoren gemeld bij het APM. De actie om senatoren aan het museum te binden heeft de naam ‘Hart voor het museum’ gekregen. De kick off van de actie vindt plaats op 14 februari.
