Het maken van een regulier nummer van Spiegeloog, het door studenten gerunde tijdschrift voor psychologen, duurt normaal vijf weken. Eén keer per jaar gooien ze die planning overboord en maken ze een volledig blad in 24 uur. Bart Lichtenveldt was hoofdredacteur van Spiegeloog en gaat voor één keer terug in de tijd.
13.05 uur | Een voor een druppelen deelnemende redactieleden binnen. Elke editie van Spiegeloog heeft een thema, en dat is voor deze nachteditie ‘Duisternis’. In stilte begint iedereen met het neerpennen van ideeën voor artikelen en invulling van de rubrieken. Zodra de verdeling is gemaakt, blijkt dat Tuni, een van de redactieleden, eigenlijk niet van plan was om de gehele nacht te blijven, laat staan langer dan dit dagdeel. Hij vertrekt.
14.15 uur | Als de onderwerpen gekozen en de rubrieken verdeeld zijn, gaat iedereen aan de slag. Redactielid April spoedt zich naar de hogere verdiepingen van gebouw REC-G, op zoek naar een goed gevulde werkkamer om over te schrijven. Een van de rubrieken is ‘Op Kamers’, waarbij medewerkers van psychologie vertellen over drie opvallende objecten in hun werkkamer, waar direct foto’s van worden gemaakt.
15.30 uur | Omringd door halfvolle flesjes feel-good-sapjes, aangebroken koekverpakkingen en hummus zitten we in een vergadering. Hoofdredacteuren Emma en Vincent informeren of er genoeg te vinden is over de gekozen artikelonderwerpen, en of er al vooruitgang is geboekt met de rubrieken. Emma vertelt dat er tot haar verbazing best wat informatie over dystopische literatuur te vinden is, waar zij een stuk over gaat schrijven. Ook door de rest van de redactie loopt tegen weinig problemen aan, en er gaan dan ook vooral duimen de lucht in: ‘Komt wel goed met mijn stuk.’
16.30 uur | Het is tiktijd. De geraamtes van de eerste versies worden getypt en de redactie is blij: dit is nog nooit zo soepel gegaan als nu.
17.30 uur | Voor de rubriek De Wandelgang – waarin tien studenten een aan het thema-gerelateerde vraag beantwoorden – gaan redactieleden April en Maaike naar de Agora, waar ze de vraag voor deze nachteditie voorleggen aan wie tijd heeft: ‘Welke nachtmerrie is jou het best bijgebleven?’ De eerste twee ondervraagden kunnen zich geen vervelende dromen herinneren en er wordt overwogen te switchen naar de back-upvraag: ‘Wat is jouw duistere kant?’ Student nummer drie heeft gelukkig wel een antwoord en vertelt hoe hij in zijn droom altijd door een vliegend monster met een grote paarse hoekige neus uit de lucht naar beneden werd gegooid.
18.15 uur | Het eens in de zoveel tijd eten bij Cantarell is een traditie als je bij Spiegeloog schrijft. In de aan het Weesperplein gelegen snackbar die vernoemd is naar een schimmel zijn de baconburger, kapsalon en milkshake klassiekers. Ik schrok een beetje toen het meisje achter de koelvitrine vroeg of ik misschien een premium baconburger wilde. ‘Premium? Sinds wanneer is dat?’
19.30 uur | Een ware reünie in de gang van gebouw G. Voormalig hoofdredacteuren Tessa en Joël arriveren om een hart onder de riem te steken en een bijdrage te leveren aan het nachtblad. Even later schrijven ze in no time hun herinneringen aan voorgaande nachtnummers op. De eerste blikjes energydrank worden geopend.
21:15 uur | Nog maar drie kwartier tot de eerste deadline. Er wordt minder gepraat, en minder lang gelachen om grapjes. Focus is het sleutelwoord.
22.00 uur | De eerste deadlinevergadering is aangebroken. Eerste versies zijn geschreven, ingeleverd en geprint. Iedereen kijkt elkaars teksten na, op zoek naar (spel)fouten, verbeteringen en suggesties. Dit gebeurt voornamelijk in stilte. Halverwege de vergadering wensen Tessa en Joël ons succes en gaan ze ervandoor. Iemand klaagt dat er geen bitterballen zijn.
00.30 uur | Omdat het gebouw normaal gesproken niet open is om deze tijd, wordt de voordeur extra bewaakt. Aan het einde van de gang staat een tafeltje, waarachter de speciaal voor ons opgetrommelde beveiliger zit. Emma zegt dat ze naar bed wil. Vincent legt haar uit dat dat het concept van het nachtnummer is en dat ze moet blijven.
01.30 uur | Bedtijd is voor vrijwel iedereen nu gepasseerd, en de nacht dus écht begonnen. Dat zie je niet alleen aan de slaperige hoofden en de onbedwingbare kettinggeeuwen, dat begin je ook te ruiken als je de muffe redactiekamer binnenloopt. Er wordt besloten dat er koffie nodig is. Heel veel koffie.
03.00 uur | De tweede deadlinevergadering en het bijbehorende nakijken begint. Er wordt amper nog gesproken, en ik betrap mezelf op microslaap, waarbij ik al nakijkend ineens wakker schrik en een paar regels terug moet om écht te lezen wat er staat. In stilte vraag ik me af wat de zin van het leven is. En of er straks om vier uur cup-a-soup klaarstaat.
03.45 uur | Hoofdredacteur Vincent heeft inmiddels Dextro uit zijn tas gehaald en wisselt zijn blik als een soort robot van papier naar laptop en weer terug, om erachter te komen of bepaalde woorden Nederlands zijn of niet. Het is doodstil, op het krassen van onze pennen en diepe zuchten na.
04.00 uur | Plots stormt de beveiliger binnen. ‘Er moet nú iemand 112 bellen,’ roept hij. ‘En kan er iemand meekomen?’ Jelmer belt 112 terwijl ik samen met de beveiliger naar de kamer van studievereniging VSPA ren, waar blijkbaar wordt ingebroken. Zodra we er zijn gebaart hij dat we stil moeten zijn, telt tot drie en maakt met zijn pas de deur open. Vanaf de tafels in het midden schiet een inbreker door het vernielde raam naar buitenLees hier meer over de inbraak..
05.00 uur | De politie is inmiddels gearriveerd en de schade is duidelijk. Minstens vier iMac’s zijn door de inbrekers meegenomen. Er wordt gevraagd of we aangifte willen doen, en we beloven de VSPA zo snel mogelijk op de hoogte te stellen. Met een aardige vertraging kijken we de rest van de stukken na en worden de laatste aanpassingen aan de teksten doorgevoerd. ‘Ik ben wel in één keer wakker,’ zegt Maaike.
06.15 uur | Jus d’orange en plakjes kaas slepen ons de ochtend in. De adrenalinerush van de inbraak is zijn kracht verloren en mensen willen naar huis. Stiekem moeten we lachen om de absurditeit van deze nacht, alhoewel Emma haar best doet om er niet aan toe te geven. ‘Cheer up,’ zegt Wolter. ‘Je doet net alsof er voor duizenden euro's aan schade is.’