Was de March for Science van afgelopen zaterdag een druppel op een gloeiende plaat of een steen in de vijver? De tijd moet leren hoe ver de golf van actie gaat reiken. In Folia staan onderwijs en onderzoek gelukkig nog altijd op hoog peil.
Dat laat Linda Duits bijvoorbeeld zien, wanneer zij de spraakwaterval rondom het feminisme indamt in een groot interview rond haar boek Dolle Mythes. Of eigenlijk moeten we ‘feminisme’ zeggen, stelt ze, want voor hét feminisme is de beweging te veelvormig en verwarrend – en vaak ook gewoon stom. Vooral radicaalfeministen: ‘Ik kreeg veel reacties van jonge vrouwen, die wel wisten dat het bestond, maar niet dat het zulke nare vrouwen zijn. Ik dacht: ja, daar schrik jij van, maar dat zou jij moeten weten.’
Staat het water Amerikaanse wetenschappers aan de lippen, de Amsterdammers houden het ook niet droog in de app van HvA’ers Genèviéve Korte en Gabriele Ferri. Korte, grafisch ontwerper en student, klampte onderzoeker Ferri aan na een presentatie over diens brainstorm-app, die vragen over de toekomst van de stad voorlegt aan Amsterdammers. Sciencefiction-fan Korte schreef er vervolgens een interactief, apocalyptisch toekomstverhaal omheen: ‘De wetenschap had het mis, en de oceanen stormden over het land. Het koppige Nederland legde zich niet neer bij het verlies van alle architectonische hoogstandjes, en bouwde reusachtige koepels waaronder belangrijke steden en plekken bewaard bleven. Het is 2031, en Amsterdam ligt geheel onder water.’
Hoog en droog op de zolder van het Hugo Olijfhuis neemt Mitchell Esajas ons juist mee in tegenovergestelde koers naar het verleden: The Black Archives haalt de zwarte geschiedenis van Suriname, Amerika en Nederland boven water. Soms is die geschiedenis duister, maar vaak ook trots; van emancipatiebewegingen die elkaar op allerlei gebieden hielpen, tot de uitwisselingen met de Black Panthers en Komintern. ‘Een Surinaamse student kwam erachter dat haar vader bij de kraakacties van de Bijlmer betrokken was. Hij is nu architect.’
Wat dieper onder NAP, op het Science Park, is iedere wetenschapper als een vis op het droge zonder onderzoeksmaterialen en –opstellingen. We volgen de glasblazers, programmeurs, metaalbewerkers en technici van het Technologiecentrum. Zij zijn de bron waar alle chemici, astronomen en informatici zich aan laven wanneer de Praxis en zélfs gespecialiseerde bedrijven hun dorst niet kunnen lessen. ‘Daar geldt: we willen resultaat, als topkwaliteit niet lukt, moet de lat wat lager. In de wetenschap ligt de lat altijd op het hoogste niveau.’ Of de FNWI-lasser nu twee dagen eraan zwoegt of twee weken, ‘hij gaat door omdat hij weet hoe belangrijk het is voor het onderzoek.’
Voeg daarbij nog een flinke scheut kritiek op de aanwezigheidsplicht in de Opinie, een glaasje Estse alcohol in de column van Linda van der Pol en een overdosis blanke vla in die van Thomas van Aalten en je hebt de sappige cocktail van water, wonderen van wetenschap in Folia 23. Woensdag klotst hij tegen de bakken.