Oud-topman van de Universiteit Twente Frans van Vught is benoemd tot voorzitter van de onafhankelijke commissie die staatssecretaris Halbe Zijlstra adviseert over de prestatieafspraken die gemaakt zullen worden met hogescholen en universiteiten.
In de commissie wordt hij onder meer bijgestaan door UvA-hoogleraar economie Henriette Maasen van den Brink. De commissie bestaat verder uit commissaris van de Koningin in Gelderland Jan Kamminga, KNMG-voorzitter Arie Nieuwenhuijzen Kruseman en Olchert Brouwer, oud-voorzitter van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten zitting in de commissie.
Zijlstra gaat met alle hogescholen en universiteiten afzonderlijke afspraken maken over hun prestaties. De commissie moet hen daarvoor uiterlijk 1 maart een ‘beoordelingskader’ toesturen. Zij moeten op hun beurt weer voor 1 mei de ‘profileringsplannen en prestatievoorstellen’ inleveren. Pas in 2015 zal de commissie een eindadvies geven aan de staatssecretaris.
De afspraken zijn van invloed op het geld dat de instellingen krijgen. Zeven procent van het totale onderwijsbudget wordt aan de prestaties gekoppeld. Dit kan betekenen dat universiteiten die het beter doen dan andere instellingen meer geld krijgen. Alle commissieleden hebben op persoonlijke titel zitting in de commissie.
In de commissie wordt hij onder meer bijgestaan door UvA-hoogleraar economie Henriette Maasen van den Brink. De commissie bestaat verder uit commissaris van de Koningin in Gelderland Jan Kamminga, KNMG-voorzitter Arie Nieuwenhuijzen Kruseman en Olchert Brouwer, oud-voorzitter van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten zitting in de commissie.
Zijlstra gaat met alle hogescholen en universiteiten afzonderlijke afspraken maken over hun prestaties. De commissie moet hen daarvoor uiterlijk 1 maart een ‘beoordelingskader’ toesturen. Zij moeten op hun beurt weer voor 1 mei de ‘profileringsplannen en prestatievoorstellen’ inleveren. Pas in 2015 zal de commissie een eindadvies geven aan de staatssecretaris.
De afspraken zijn van invloed op het geld dat de instellingen krijgen. Zeven procent van het totale onderwijsbudget wordt aan de prestaties gekoppeld. Dit kan betekenen dat universiteiten die het beter doen dan andere instellingen meer geld krijgen. Alle commissieleden hebben op persoonlijke titel zitting in de commissie.
