Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Sulayman el Mathari: ‘De collegebanken zijn al lang niet meer wit’
Foto: Bram Belloni
actueel

Sulayman el Mathari: ‘De collegebanken zijn al lang niet meer wit’

Hannah Hamans Hannah Hamans,
6 November 2017 - 12:08

Sulayman el Mathari (24) won de Echo Award 2017, een jaarlijkse prijs voor talentvolle studenten met een niet-westerse achtergrond die een bijdrage leveren aan de samenleving. Sulayman vertelt hoe het is om tienduizend dingen naast je studie te doen. ‘Ik slaap best weinig: gemiddeld zo’n drie tot vier uur per nacht.’

Op maandagavond komt Sulayman el Mathari (24) bijeen met zijn dichtersvereniging Aldichter; op dinsdag volgt hij aan de UvA een extra cursus; op woensdagavond geeft hij gratis huiswerkbegeleiding, op donderdagavond helpt hij bij de buurtpreventie in Almere. In het weekend werkt hij als teamleader bij een supermarkt. Daarnaast geeft hij seksuele voorlichting aan jongeren en helpt hij een arts bij een onderzoek naar hartritmestoornissen. Dat doet hij allemaal naast zijn studie geneeskunde, waar hij gemiddeld een acht voor staat.

 

Voor al zijn bijzondere activiteiten en zijn hoge gemiddelde heeft Sulayman de Echo Award gewonnen. Een prijs voor excellente studenten met een niet-westerse achtergrond die zich inzetten voor de maatschappij. Echo, een expertisecentrum op het gebied van diversiteit, heeft deze prijs ingesteld om bij te dragen aan een positieve beeldvorming over Nederlanders van multiculturele afkomst. Volgens de jury zet Sulayman zich volledig in voor maatschappelijke verandering.

 

Hoe voel je je na het winnen van de Echo Award?

‘Het voelt nog onwennig. Dat ik die ene student ben die ze hebben gekozen. Ik was eerst niet van plan om me op te geven, maar een studiegenoot raadde het me aan. Hij zei: “Je gaat die award zeker winnen.” Ik dacht: doe maar rustig. Maar hij heeft gelijk gekregen. Ik heb een middag voor de deadline mijn brief getikt. Ik schreef twee A4’tjes vol, terwijl het maximale aantal woorden achthonderd was. Mijn eerste zin was: “Dit is een lange brief, maar zie het als een bescheiden mate van mijn ambitie.”’

‘De middelbare school, daar heb ik me doorheen geworsteld’

Hoe doe je dat; al die projecten en je studie geneeskunde?

‘Je levert sowieso in op één vlak. Je hebt studie, vrije tijd en rust. Ik lever in op rust. Ik slaap gemiddeld weinig: zo’n drie tot vier uur per nacht. Dat houd je lang vol, maar na een tijdje breekt het je op. Ik leer dat ik meer rust moet pakken. Maar als alles lekker gaat en dingen lukken, heb ik te veel energie om te slapen.’

 

Jeetje, hoe heb je tijd voor een interview met zo’n drukke agenda?

‘Ik heb nu een week rust. Ik moet naar mijn lichaam luisteren. Ik heb hiervoor alleen maar gerend. Maar ik ben vooral een week vrij omdat ik zaterdag ga trouwen. Ik moet me voorbereiden op mijn bruiloft. Volgende week beginnen mijn coschappen en dan wordt het een paar maanden rennen met alles dat ik ernaast doe.’

 

Hoe heb je je toekomstige vrouw ontmoet, naast al die neven­activiteiten?

‘Ik heb haar leren kennen in Oeganda. We deden beiden mee aan een zorgmissie. Zij studeert ook geneeskunde, aan de VU. We zijn voor die missie tien dagen naar Oeganda geweest en hielden daar gratis spreekuren in het dorp Jinja. Als mensen een operatie nodig hadden, opereerden we ze later die week.’

 

Ik kan me voorstellen dat daar veel mensen op afkwamen.

‘Het was bizar. We hielden ons spreekuur, of eigenlijk beter gezegd spreekdagen, in een militair ziekenhuis. Toen ik daar om half zeven ’s ochtends aankwam, viel mijn mond open. Ik had nog nooit zo veel mensen bij elkaar gezien. Ze hingen allemaal aan het hek voor het ziekenhuis. Er waren soldaten die een pad voor ons creëerden, zodat we het ziekenhuis konden betreden. Allemaal mensen riepen: “Doctor, please help me.” Het enige wat ik kon doen, was naar de grond kijken en me afsluiten. Het is gratis zorg. Dat bestaat daar niet, dus het is de kans van hun leven. Je ziet de bizarste dingen. Er kwam een vrouw op leeftijd kruipend op handen en voeten de spreekkamer binnen. Het zag er mensonterend uit. Haar rug was op twee plekken gebroken. Toch had ze acht kilometer gekropen van haar huis naar het ziekenhuis om ons te zien. Daarvan moest ik huilen, omdat ik haar niet kon helpen. Ze zou nooit meer lopen, maar ze is wel geopereerd en we hebben een rolstoel voor haar geregeld. Iedere patiënt had daar weer zijn eigen verhaal. Ik heb veel medische ervaring opgedaan, maar ik ben vooral gegroeid als mens.’

Was de rij aan mensen toen je wegging verdwenen?

‘Nee, voor dat hek stonden nog steeds mensen te dringen. We hebben dit vijf dagen achter elkaar gedaan, maar het leek wel alsof de massa niet was afgenomen. Er stonden mensen die ik de ochtend daarvoor ook had zien staan. Je denkt: Hebben ze hier geslapen? Hebben ze wel gegeten? Maar op een gegeven moment houdt het op. Je kan niet iedereen helpen.’

(Tekst loopt door onder de afbeelding)

Foto: Bram Belloni

Waarom ben je begonnen met ­gratis huiswerkbegeleiding?

‘Ik ben zelf het oudste kind uit mijn gezin. Mijn ouders spreken de Nederlandse taal niet goed. Ze komen oorspronkelijk uit Marokko en zijn naar Nederland verhuisd. Ik ben in Nederland geboren. School was voor mij niet altijd leuk: wiskundeopdrachten waar ik twee uur mee bezig was, omdat het niet lukte. Ik wist niet aan wie ik hulp kon vragen. De hulp die er was, daarvoor moest je betalen. Wij hadden het thuis niet breed. Uiteindelijk heb ik me er doorheen geworsteld. Na de middelbare school dacht ik: veel jongeren zitten in hetzelfde schuitje. Toen heb ik een gratis huiswerkbegeleidingsavond opgezet in Almere, waar ik woon. Eerst had ik vier leerlingen per week. Nu is de groep uitgegroeid tot iets van veertig, vijftig leerlingen per week en zijn we met tien begeleiders. De leerlingen komen uit de gehele omgeving: Huizen, Hilversum, Weesp en Amsterdam. Het is heel groot geworden. Dat had ik nooit durven hopen.’

 

Mogen alle kinderen meedoen? Ook die van rijke ouders?

‘Alle kinderen. Ik vraag nooit naar de financiële toestand van de leerlingen. Ik weet dat de mensen die hier komen er behoefte aan hebben. Het is heel dankbaar werk. Vorig jaar hadden we een jongen die de brugklas van het vwo slecht begon. Hij stond zes onvoldoendes en zijn moeder maakte zich zorgen. Het was haar eerste kind en er was een kans dat hij naar het vwo mocht. Hij is in een jaar van zes naar nul onvoldoendes gegaan. Dat doet echt wat met je.’

En seksuele voorlichting ­geven, hoort dat bij de huiswerk­begeleiding?

‘Dat doe ik los hiervan. Ik heb in samenwerking met de gemeente Almere kansarme jongeren vooral van buitenlandse afkomst geholpen aan een stage of een baan. Ik merkte in de gesprekken die ik met de jongeren voerde dat ze over bepaalde onderwerpen weinig wisten. Van daaruit werd ik geïnspireerd om onderwerpen waarop een taboe ligt bespreekbaar te maken.’

‘In de maatschappij worden moslims vaak in een negatief daglicht gezet’

Was het spannend om zulke onderwerpen aan te snijden?

‘Echt spannend zou ik het niet noemen. Je moet alles kunnen zeggen. Het is veel erger om die jongeren in onwetendheid te laten. Ik geef ze inderdaad seksuele voorlichting. Informeer ze over hoe je veilig moet vrijen. Dit is medische informatie, maar ik vertel ook over hoe je met elkaar omgaat. Hoe geef je je grenzen aan? Hoe ver mag je gaan? Maar ik maakte ook andere onderwerpen, zoals depressie, bespreekbaar. Dat was voor veel jongeren een opluchting.’

 

De jury vond het ook bijzonder dat je vroeger stotterde, maar dit hebt overwonnen.

‘Klopt, ik was vooral gefrustreerd door het onbegrip van mijn omgeving. Mensen gaan je woorden afmaken. Of ze behandelen je met medelijden. Het stotteren was op een gegeven moment zo erg dat ik minder ging praten. Als je stil bent, zie je veel. Ik had een sterke behoefte om me te uiten, dus deed ik dat op papier. Ik schreef ook over het stotteren en daardoor kon ik het van een afstand bekijken. Ik heb me eruit geschreven.’

 

Heb je nooit logopedie gehad?

‘Ik ben één keer naar een logopedist geweest. Daarna nooit meer. De logopedist zei: “Je moet jezelf accepteren als stotteraar.” Daar was ik het niet mee eens. Ik ben geen stotteraar. Ik dacht: Ik ben net zoals u en ik stotter.” Het is niet iets wat je bent, maar wat je doet. Iets wat je doet kan je loslaten, maar iets wat je bent niet.’

 

Wat zou dan je tip zijn voor mensen die stotteren?

‘Praten. Het klinkt paradoxaal, maar durf jezelf te laten horen. Het is net als een monster dat je opsluit. Je denkt: Ik gooi de sleutels weg en dan is het opgelost, maar uiteindelijk komt dat monster eruit. Dus confronteer jezelf met het stotteren. Maar voor iedereen werkt het anders. Je kan niet één methode hanteren voor iedereen.’

Foto: Bram Belloni

Ook werd deze prijs uitgeloofd om bij te dragen aan positieve beeldvorming van niet-westerse studenten. Moet die beeldvorming volgens jou inderdaad verbeterd worden?

‘Als je naar de maatschappij in z’n algemeenheid kijkt wel, maar binnen de studentencultuur vind ik van niet. Elke faculteit heeft wel studenten van niet-westerse achtergrond. Dertig tot veertig jaar terug waren de collegebanken volledig wit, maar dat is allang niet meer. In de maatschappij worden moslims vaak in een negatief daglicht gezet. Dan is zo’n tegengeluid als de Echo Award van het ministerie van Onderwijs toch mooi. Je laat zien dat er niet alleen negatief over een bepaalde bevolkingsgroep gesproken hoeft te worden. Er is eigenlijk meer positiefs dan negatiefs te melden.’

Sulayman pakt zijn telefoon erbij en opent zijn notities. ‘Ik had zelf ook een lijstje met dingen die je misschien wilde vragen. Mag ik dat noemen of is dat gek?’

Nee hoor, bereidden interview­kandidaten zich altijd maar zo voor.

‘Ik heb een zijinstroomtraject gedaan bij geneeskunde. Dat woog misschien wel het zwaarst mee in mijn winst. Ik heb de bachelor geneeskunde in één jaar gedaan. Dit wordt jaarlijks aan veertien studenten aangeboden. Je moet alle tentamens van de drie jaren in één jaar doen. Ook help ik een arts in Montreal met onderzoek naar hartritmestoornissen. Je kan meer dan het curriculum van studenten vraagt. Over het algemeen zijn Amsterdamse studenten best lui.’

 

Zou je het aanraden aan je medestudenten zoveel dingen naast je studie te doen?

‘Binnen de geneeskunde heerst het idee dat ons vak het beste is. De studenten houden zich alleen bezig met geneeskunde-gerelateerde activiteiten. Dat is zo zonde. Houd je visie wijder dan je eigen vakgebied. Word meer dan een dokter.’

 

Wat vindt je toekomstige vrouw van je drukke leven?

‘Ze is trots op wat ik allemaal doe, maar ze wil ook dat ik tijd voor haar vrijmaak. Als we getrouwd zijn, wil ze graag een vaste dag voor zichzelf. Dat gaat wel lukken. Ik kan niet meer de cowboy uithangen. Deze week ga ik in ieder geval helemaal niets doen. Vanavond breng ik door met mijn vrouw. Alleen woensdag ga ik even naar de huiswerkbegeleiding. Dat wil ik niet missen. Elke avond dat ik niet ga, voelt alsof ik mijn familie niet zie.’

website loading