‘De informatica is een internationaal functionerend vak met zuiver en toegepast onderzoek, maar dat wordt momenteel onvoldoende gefaciliteerd in deze regio. Een breed opererende Faculteit Informaticologie van UvA en VU samen zou voor de Amsterdamse regio bijzonder productief blijken.’ Dit zegt de nieuwe directeur van het Instituut voor Informatica (
IvI) van de UvA, hoogleraar informatica
Jan Bergstra, tevens voorzitter van de COR.
‘De kansen voor de informatica zijn evident, de discipline groeit overal qua omvang en qua belang. Informatici vormen wereldwijd misschien al de grootste beroepsgroep buiten de landbouw. Ik schat het aantal programmeurs wereldwijd op vijftien miljoen. Hoogleraren op dat vlak, zoals ikzelf, pakweg tien mille. We hebben sterke onderzoekers binnen het IvI, zoals
Arnold Smeulders,
Peter Sloot en
Cees de Laat. Maar er kan meer, want ondank dit succes signaleer ik ook problemen.’
‘Probleem bij informatica is dat de instroom niet groot is en dat vrouwelijk studenten qua aantal achterblijven,’ zegt Bergstra. Hij vermoedt dat dit te maken heeft met de manier waarop het vakgebied bekend is bij de buitenwacht. De gebruikte terminologie om het vak bekendheid te geven is volgens Bergstra niet de juiste. Die zou, naast het opzetten van een gezamenlijk UvA-VU faculteit, moeten veranderen. Iemand die informatica heeft gestudeerd is een informaticus, maar niemand noemt zich zo in Nederland. Hier zit je immers “in de ICT”. Informaticus is potjeslatijn, maar het woord “globaliseert” slecht.
De oosterburen kennen “Informatik” en dan word je “Informatiker” net als “Mathematik” en dan ben je “Mathematiker”. Geen enkel probleem. Ik denk dat we in Nederland aan nieuwe termen toe zijn: informaticologie voor het vak, informaticoloog voor iemand die dat heeft gestudeerd, en informaticus voor WO-ers en HBO-ers die in dat vakgebied werkzaam zijn. Even wennen, maar wat we nu doen werkt echt niet. Een bacheloropleiding informaticologie van VU en UvA samen zou ook gezien de maatschappelijke vraag zeshonderd studenten per jaar moeten trekken, daarvan vijftig procent vrouwelijk.’ De bacheloropleidingen informatiekunde, informatica en kunstmatige intelligentie telden in 2010 bijna driehonderd studenten, waarvan iets meer dan tien procent vrouw. De zes masters binnen de Masterschool of Informatics telden in 2010 in totaal slechts twaalf procent vrouwelijke studenten.