UvA-student Sophie van Weeren (24, muziekwetenschap) doet mee aan het nieuwste project van het Nederlands Studenten Kamerkoor. De eerste concerten, met thema ‘oorlog en vrede’, zijn in februari. ‘Er is één stuk met negentien stemmen. Dat is pittig.’
‘Daar zat ik, toen, te wachten op mijn auditie,’ zegt UvA-student Sophie van Weeren (24, muziekwetenschap). Ze wijst naar een bruine, lage fauteuil in de hoek van het Crea Café. ‘Ik moest een klassiek stuk voorbereiden, van blad zingen, en een gedicht voordragen. Drie dagen later hoorde ik dat ik aangenomen was.’
Van Weeren zingt bij het nieuwste project van het Nederlands Studenten Kamerkoor (NSK). Het koor, dat sinds 1974 bestaat, wordt elk jaar opnieuw gevormd door ‘de meest talentvolle amateurzangers van Nederland’. Zangers komen uit het hele land – dit jaar deden bijna tachtig studenten auditie. Het uiteindelijke koor bestaat uit 38 man, en in februari beginnen de eerste concerten.
Thema van dit jaar is ‘oorlog en vrede’, ter nagedachtenis aan de Eerste Wereldoorlog, die honderd jaar geleden eindigde. ‘Alle muziek, vooral twintigste-eeuws, heeft daarmee te maken,’ zegt Van Weeren. ‘Het is gevarieerd, en vrij toegankelijk – zeker voor NSK-begrippen. En oorlog is een actueel thema. We zingen Schönberg, met Friede auf Erden, maar ook Waterloo van Abba, in a capella-arrangement. En er is een gospel-stuk: Wade in the water.’
Strak regime
Om die stukken erin te krijgen, is het NSK strak georganiseerd, zegt Van Weeren. ‘Er is één stuk met negentien stemmen. Dat is pittig.’ Wie het bij wil houden, moet wekelijks zeker vier keer noten stampen – op de repetities, gehouden in de Kathedrale Koorschool in Utrecht, is daar geen tijd voor. Dirigent Kurt Bikkembergs ziet daar streng op toe. ‘Dat heeft effect. Daardoor is iedereen goed voorbereid, zijn repetities vruchtbaar. Je ziet dat mensen individueel beter worden.’
Fysiek is het best vermoeiend: drie repetitieweekenden, en één repetitieweek in Sint- Michielsgestel, ‘waarbij we dagenlang onderduiken zonder telefoons’. ‘Maar na zo’n weekend ga je naar huis, en denk je: wow. Het is een snelkookpan: je hebt hard gewerkt, je voelt dat je vrienden voor het leven aan het maken bent. Iedereen houdt van muziek, en is zeer gemotiveerd. Je moet een bepaald type mens zijn om dat te kunnen doen, anders kom je überhaupt niet door de auditie.’
Magisch
Het koorzingen heeft iets magisch, zegt Van Weeren. ‘Als je samen mooie dingen maakt, en je geniet daarvan, dan – dit klinkt zo cliché – creeër je iets wat bij het publiek binnenkomt. Stemmen kunnen heel erg op elkaar inspelen. Dat is zo bijzonder.’
En als het straks voorbij is? Ze lacht. ‘Dan moeten we allemaal afkicken, denk ik.’
De concerten van het Nederlands Studenten Kamerkoor vinden plaats in de Pelgrimvaderskerk in Rotterdam (16 februari), de Pauluskerk in Tilburg (17 februari), het Conservatorium in Maastricht (18 februari), de Sint Petruskerk in Leiden (23 februari), het Titus Brandsma Memorial in Nijmegen (24 februari), de Lutherse kerk in Groningen (25 februari), de Arboretumkerk in Wageningen (1 maart), de Pieterskerk in Utrecht (2 maart) en het Concertgebouw in Amsterdam (3 maart).