De Israëlische Hilla Dayan (45), docent bij het Amsterdam University College, was deze week met collega-wetenschappers in Istanbul om te protesteren tegen de vervolging van Turkse academici. ‘De UvA moet de academische vrijheid beschermen, ook al proberen overheden druk uit te oefenen.’
Of ik later kan terugbellen, vraagt de Israëlische Hilla Dayan (45), docent bij het Amsterdam University College (AUC) van de UvA en de Vrije Universiteit. Ze is in het Turkse Istanbul, en staat in een drukke tram. Praten is niet handig – je weet nooit wie meeluistert. Dus appt ze me. ‘In 10 minutes I will be at the hotel.’
Dayan vertrok 30 januari met een groep Israëlische wetenschappers van Academia4Equality – een Israëlische organisatie voor academische gelijkheid – voor drie dagen naar Istanbul om bij rechtszaken van Turkse academici te zijn. De regering vervolgt hen voor ‘het maken van propaganda voor terroristische organisaties’: begin 2016 onderschreven de academici een brandbrief waarin ze pleitten voor vredesbesprekingen in het militaire conflict tussen Turkije en de Koerdische Arbeiderspartij.
De petitie werd zo’n tweeduizend keer ondertekend. Tot mei zijn zeker 148 rechtszaken gepland, schreef de Britse krant The Guardian in december. Ondertekenaars kunnen tot 7,5 jaar gevangenisstraf krijgen. Zo’n vijfhonderd academici die tekenden hebben inmiddels hun baan verloren, kregen een reisverbod of moesten hun paspoort inleveren.
Waarom zijn de academici van Academia4Equality bij de rechtszaken?
‘We hebben het gevoel dat onze zaak – in Israël – veel overeenkomsten vertoont met de situatie in Turkije. Academici zijn vaak kritisch: op oorlogspolitiek, schending van mensenrechten. In Israël kun je dan geïntimideerd worden, of tot zwijgen worden gebracht. We worden niet gearresteerd of gevangengezet, zoals in Turkije, maar het is een glijdende schaal. We zijn hier uit solidariteit, om hen bij te staan, en om te zien hoe academici elkaar helpen en samenwerken.’
Hoe gaan de Turkse academici hiermee om?
‘Een aantal academici is naar het buitenland gevlucht, maar sommigen kwamen terug om voor de rechter hun zegje te doen. Hun moed is inspirerend. Iedereen krijgt een eigen proces, want de staat wil niet dat het één zaak wordt. Sommigen wachten al tijden op hun rechtszaak. Het lijkt vooral bedoeld om te intimideren, de academici het land uit te sturen, en hun carrières te vernietigen. Daarom is internationale steun zo belangrijk.’
Hoe moet de internationale gemeenschap hierop reageren, denkt u?
‘Twee dingen: in de internationalisering van de UvA – en die van andere universiteiten – moeten programma’s voor academici die gevaar lopen, zoals de Turkse, prioriteit krijgen. De UvA kan profiteren van kritische academici met een diverse achtergrond. Daarbij moeten universiteiten zich bewust zijn van intimidatie van academici uit conflictgebieden. De UvA moet de academische vrijheid beschermen, ook al proberen overheden als die van Israël of Turkije druk uit te oefenen.’
Kunt u straks veilig naar huis?
‘Persoonlijk voel ik me niet geïntimideerd. Vooralsnog zijn er geen incidenten geweest. In de rechtbank werden we niet gehinderd, en collega’s mochten zelfs vertalen. Ik denk dat de regering dit beschouwt als een normale procedure – it’s just justice. Maar wij vinden dat dit elk idee van rechtspraak belachelijk maakt.’
In februari 2017 riepen UvA’ers al op tot hulp aan Turkse academici: meer dan honderd werknemers verklaarden zich solidair aan 330 academici die toen in Turkije werden ontslagen wegens het ondertekenen van de petitie. UvA-werknemers schreven een open brief waarin ze de academische wereld opriepen concrete maatregelen te nemen om Turkse academici op te vangen. De UvA liet toen weten de situatie in universiteitenkoepel VSNU te bespreken.