De UvA en de VU gaan hun krachten bundelen in een brede bacheloropleiding scheikunde. Met ingang van deze maand volgen eerstejaars bachelorstudenten van de opleidingen gezamenlijk onderwijs. De samenwerking op bachelorniveau is het gevolg van de zogenoemde sectorplannen schei- en natuurkunde, zegt bachelorcoördinator scheikunde, Steen Ingemann Jorgensen. 'Aan de toekenning van onderzoeksgeld zit de verplichting vast om samen te gaan werken,' zegt hij.
Bedoeling is dat door samenwerking ook de scheikunde-instroom aan beide universiteiten toeneemt. Die bedraagt volgens Ingemann Jorgensen momenteel 62, maar zou op termijn naar 100 moeten. 'Een hele klus die nog niet zo makkelijk te klaren is,' zegt hij. In heel Nederland is de instroom 220 per jaar, daarvan zou dus bijna de helft naar Amsterdam moeten komen.
Alle UvA-masteropleidingen scheikunde worden al gezamenlijk met de VU aangeboden. ‘Er wordt onderwijs gegeven op zowel de UvA als de VU,’ zegt jan de Boer, directeur van de Graduate School of Sciences van de UvA. ‘Studenten schrijven zich bij de ene universiteit als hoofdvakstudent in en bij de andere als bijvakstudent. De ambitie is om er uiteindelijk een joint-degree van te maken, waarbij het formeel één opleiding wordt,’ zegt hij. Wanneer er van beide opleidingen aan UvA en VU één opleiding wordt gemaakt is volgens De Boer nog niet bekend.
Uiterlijk 1 april wordt bekend hoe en op welke bètagebieden er nog meer zal worden samengewerkt tussen UvA en VU. Die datum geldt als peilmoment voor eventuele toekenningen uit het profileringsfonds van staatssecretaris Zijlstra (OCW). Instellingen die met concrete plannen kunnen laten zien dat ze op allerlei wetenschappelijke en onderwijskundige terreinen gaan samenwerken kunnen dan extra geld krijgen. Op basis van het marktaandeel van de UvA binnen de Nederlandse universiteiten kan dat bedrag oplopen tot zestien miljoen euro.
Bij die samenwerkingen gaat het overigens niet om fusies, maar om intensieve samenwerkingen, vergelijkbaar met die van de tandheelkundeopleidingen van UvA en VU.
Om de samenwerking bij de bachelor scheikunde te vieren vindt er op woensdag 8 februari een feestelijke bijeenkomst plaats.
Bedoeling is dat door samenwerking ook de scheikunde-instroom aan beide universiteiten toeneemt. Die bedraagt volgens Ingemann Jorgensen momenteel 62, maar zou op termijn naar 100 moeten. 'Een hele klus die nog niet zo makkelijk te klaren is,' zegt hij. In heel Nederland is de instroom 220 per jaar, daarvan zou dus bijna de helft naar Amsterdam moeten komen.
Alle UvA-masteropleidingen scheikunde worden al gezamenlijk met de VU aangeboden. ‘Er wordt onderwijs gegeven op zowel de UvA als de VU,’ zegt jan de Boer, directeur van de Graduate School of Sciences van de UvA. ‘Studenten schrijven zich bij de ene universiteit als hoofdvakstudent in en bij de andere als bijvakstudent. De ambitie is om er uiteindelijk een joint-degree van te maken, waarbij het formeel één opleiding wordt,’ zegt hij. Wanneer er van beide opleidingen aan UvA en VU één opleiding wordt gemaakt is volgens De Boer nog niet bekend.
Uiterlijk 1 april wordt bekend hoe en op welke bètagebieden er nog meer zal worden samengewerkt tussen UvA en VU. Die datum geldt als peilmoment voor eventuele toekenningen uit het profileringsfonds van staatssecretaris Zijlstra (OCW). Instellingen die met concrete plannen kunnen laten zien dat ze op allerlei wetenschappelijke en onderwijskundige terreinen gaan samenwerken kunnen dan extra geld krijgen. Op basis van het marktaandeel van de UvA binnen de Nederlandse universiteiten kan dat bedrag oplopen tot zestien miljoen euro.
Bij die samenwerkingen gaat het overigens niet om fusies, maar om intensieve samenwerkingen, vergelijkbaar met die van de tandheelkundeopleidingen van UvA en VU.
Om de samenwerking bij de bachelor scheikunde te vieren vindt er op woensdag 8 februari een feestelijke bijeenkomst plaats.
