Er studeren meer studenten dan ooit tevoren aan Nederlandse universiteiten. Dat blijkt uit de inschrijfcijfers van de Vereniging van Universiteiten (VSNU). Het aantal universitaire studenten in Nederland nam dit jaar met 5,3 procent toe tot 291.277. Ongeveer de helft van die groei komt voor de rekening van internationale studenten.
Dit najaar meldde de UvA al dat ze in 2018/2019 7 procent meer eerstejaars had dan het jaar ervoor en dat haar totale studentenaantal daardoor met iets minder dan 5 procent toenam. Nu hebben alle universiteiten in Nederland hun cijfers paraat en gepubliceerd.
Uit die cijfers blijkt dat steeds meer studenten met een hbo-propedeuse of -bachelordiploma de overstap maken naar de universiteit. Het aantal hbo-doorstromers is vorig jaar met bijna 10 procent gestegen. Ook blijken er steeds meer internationale studenten te porren te zijn voor een studie in Nederland: tezamen zijn die twee groepen grotendeels verantwoordelijk voor de toename van het aantal eerstejaars studenten. Daardoor is nog slechts 55 procent van de eerstejaars in het bezit van een vwo-diploma.
(Lees verder onder de grafiek)
Groningen trekt meer eerstejaars dan de UvA
Een opvallende ontwikkeling is eveneens dat de UvA voor het eerst in drie jaar niet de meeste eerstejaars trekt. De Rijksuniversiteit Groningen heeft dit jaar ruim 12,7 procent meer kersverse studenten in de collegebanken dan vorig jaar en steekt daardoor de UvA naar de kroon. In Groningen, waar de universiteit veel moeite had met het huisvesten van de internationale studenten, studeren 6.745 eerstejaars bachelorstudenten tegenover 6.546 aan de UvA.
(Lees verder onder de grafiek)
De groei van het aantal studenten aan de universiteiten is groter dan verwacht en dat krijgt mogelijk een staartje. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap houdt in haar begroting immers rekening met een aantal studenten waarvoor zij de universiteiten geld geeft. Als er meer studenten zijn wordt in datzelfde jaar niet het bedrag per student verlaagd, maar wordt er meer uitgekeerd aan de universiteiten.
Doelmatigheidskorting
Dit jaar is het verschil met zo’n twintigduizend studenten behoorlijk groot. Dat heeft tot gevolg dat er een relatief groot gat in de begroting van het ministerie wordt geslagen en dat er mogelijk elders op de ministeriële begroting bezuinigd zal moeten worden. Hoe dit gat zal worden gedicht is op dit moment niet duidelijk. De doelmatigheidskortingDe doelmatigheidskorting is een bezuiniging die de minister doorvoert omdat ze vindt dat de universiteiten efficiënter kunnen werken. Onder meer protestbeweging WOinActie en de UvA protesteren hier tegen. van 183 miljoen euro waar universiteiten en wetenschappers op dit moment tegen protesteren is een voorbeeld van hoe het ministerie dit in het verleden oploste.