De negen zogenoemde ‘topsectoren’ voor economische groei en innovatie hebben deze week een rapport gepresenteerd om de bèta- en technologiesector te boosten. In het plan Naar 4 op de 10. Meer technologie naar Nederland staat onder meer dat in 2025 veertig procent van alle afgestudeerden een bèta of technologie-opleiding moet hebben genoten. Dat percentage bedraagt nu 25 procent.
Het plan is gezamenlijk opgesteld door vertegenwoordigers van de sectoren agrofood, tuinbouw, hightech, energie, logistiek, creatieve industrie, life sciences, chemie en water. Als onderdeel van het plan stellen de topsectoren zich als doel om minstens 40.000 bètatechnologische mensen per jaar extra aan te trekken door opleiding en zij-instroom.
Internationale curricula
In internationaal perspectief scoort Nederland volgens het rapport bar slecht als het gaat om het aantal afgestudeerde bèta’s. De topsectoren willen daarom het Platform Bèta Techniek nog meer inzetten om het beleid ‘te verstevigen’. Daartoe zou er onder meer een actief ‘kenniswerkersbeleid’ moeten worden gevoerd om internationaal talent te trekken en te behouden voor de kennissector en het bedrijfsleven.
‘Door samenwerking met buitenlandse onderwijsinstellingen en buitenlandse contacten van Nederlandse bedrijven die internationaal opereren moet de wervingskracht van internationale kenniswerkers worden vergroot. Daarnaast moet ook meer aandacht worden gegeven aan internationalisering en internationale competenties in curricula om Nederlandse studenten voor te bereiden op de internationale markt.’
Latente bèta
Er lopen volgens de opstellers van het rapport veel mensen rond in Nederland die geen idee hebben dat ze eigenlijk een bètaklantje zijn. Juist die mensen moeten de sector in worden getrokken. ‘Belangrijk is dat vooral gericht wordt ingezet op “latente bèta’s”. Daarbij moeten wij het imago van technische beroepen in de gehele samenleving naar een hoger plan brengen en de samenleving meer “techniek minded” maken.’
Bedrijven moeten er overigens voor zorgen dat technische functies qua inhoud meer en beter aansluiten bij de passie en belevingswereld van jongeren. ‘Het is van belang technologie te plaatsen in een multidisciplinaire context en meer diversiteit binnen een functie aan te bieden.' Het bedrijfsleven moet 'veel meer' zelf doen.
De instroom van bètastudenten aan de UvA is de afgelopen jaren overigens al spectaculair gestegen: aan de FNWI steeg het aantal ingeschreven studenten van 2396 in 2007 tot 3483 in 2010, een stijging van 45 procent. Ook op de HvA nemen de studentenaantallen binnen het Domein Techniek substantieel toe.
Het plan is gezamenlijk opgesteld door vertegenwoordigers van de sectoren agrofood, tuinbouw, hightech, energie, logistiek, creatieve industrie, life sciences, chemie en water. Als onderdeel van het plan stellen de topsectoren zich als doel om minstens 40.000 bètatechnologische mensen per jaar extra aan te trekken door opleiding en zij-instroom.
Internationale curricula
In internationaal perspectief scoort Nederland volgens het rapport bar slecht als het gaat om het aantal afgestudeerde bèta’s. De topsectoren willen daarom het Platform Bèta Techniek nog meer inzetten om het beleid ‘te verstevigen’. Daartoe zou er onder meer een actief ‘kenniswerkersbeleid’ moeten worden gevoerd om internationaal talent te trekken en te behouden voor de kennissector en het bedrijfsleven.
‘Door samenwerking met buitenlandse onderwijsinstellingen en buitenlandse contacten van Nederlandse bedrijven die internationaal opereren moet de wervingskracht van internationale kenniswerkers worden vergroot. Daarnaast moet ook meer aandacht worden gegeven aan internationalisering en internationale competenties in curricula om Nederlandse studenten voor te bereiden op de internationale markt.’
Latente bèta
Er lopen volgens de opstellers van het rapport veel mensen rond in Nederland die geen idee hebben dat ze eigenlijk een bètaklantje zijn. Juist die mensen moeten de sector in worden getrokken. ‘Belangrijk is dat vooral gericht wordt ingezet op “latente bèta’s”. Daarbij moeten wij het imago van technische beroepen in de gehele samenleving naar een hoger plan brengen en de samenleving meer “techniek minded” maken.’
Bedrijven moeten er overigens voor zorgen dat technische functies qua inhoud meer en beter aansluiten bij de passie en belevingswereld van jongeren. ‘Het is van belang technologie te plaatsen in een multidisciplinaire context en meer diversiteit binnen een functie aan te bieden.' Het bedrijfsleven moet 'veel meer' zelf doen.
De instroom van bètastudenten aan de UvA is de afgelopen jaren overigens al spectaculair gestegen: aan de FNWI steeg het aantal ingeschreven studenten van 2396 in 2007 tot 3483 in 2010, een stijging van 45 procent. Ook op de HvA nemen de studentenaantallen binnen het Domein Techniek substantieel toe.
