Commissie diversiteit FdR wil verkiezingen studentenraden in september
Masterstudenten en eerstejaars zijn slecht vertegenwoordigd in studentenraden. Dat moet anders, vindt de diversiteitscommissie van de rechtenfaculteit. Zij wil dat de verkiezingen naar september worden verplaatst.
In een advies aan het faculteitsbestuur stelt de diversiteitscommissie van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid (FdR) voor om het tijdstip en de frequentie van de studentenraadsverkiezingen te wijzigen. De commissie wijst er bijvoorbeeld op dat eerstejaars zich niet vertegenwoordigd hoeven te voelen bij een verkiezing in de maand mei, zoals dat nu het geval is. Immers: de eerstejaars die in september beginnen konden vier maanden daarvoor nog niet mee stemmen over een studentenraad waar ze een paar maanden later – als ze vanaf 1 september daadwerkelijk staan ingeschreven – wel mee te maken krijgen.
Ook masterstudenten zouden in het bestaande systeem onvoldoende aan hun trekken komen. Immers: ze stemmen in mei nog mee voor een raad waar ze in veel gevallen niets meer aan hebben vanwege hun afstuderen. Gevolg: ze blijven weg bij de stemming. De opkomst bij de studentenraadsverkiezingen op de juridische faculteit was desalniettemin vorig jaar 26,2 procent, een van de hoogste facultaire opkomstpercentages.
District ‘masterstudenten’
De commissie stelt voor om de verkiezing te verplaatsen: in zijn geheel naar september óf deels in mei en deels in mei. In dat laatste geval zou er in mei een reguliere verkiezing zijn en in september een aparte verkiezing voor masterstudenten, voor wie een apart kiesdistrict zou moeten komen. De commissie schrijft in haar advies zelf de voorkeur te geven aan gehele verplaatsing naar september, zodat dan ook de nieuwe eerstejaars kunnen deelnemen aan de verkiezingen.
Die hebben dan overigens wel alleen het actief kiesrecht, want om gekozen te kunnen worden zouden eerstejaars dan in augustus ingeschreven moeten staan, terwijl het studiejaar pas op 1 september begint. Het alternatief van een gedeelde verkiezing in mei/september, waarbij de masterstudenten in september stemmen en de rest in mei betekent wel een extra verkiezingsronde met extra organisatie, extra werkdruk, maar wellicht ook meer inclusie.
Praktische gewoonte
Commissielid Marjoleine Zieck (hoogleraar International Refugee Law) stelde de vraag aan het centraal stembureau van de UvA waarom het bestaande tijdspad (verkiezingen in mei) is zoals het is. Het centraal stembureau liet weten dat het eigenlijk om een praktische gewoonte gaat die goed uitvoerbaar blijkt. Een verkiezing in het voorjaar betekent dat een nieuwe studentenraad in de zomer kan worden ingewerkt en op volle kracht aan de bak kan op 1 september.
Bij een verkiezing in september kan een nieuwe raad pas in oktober of november aan de slag en moet de nieuwe raad tijdens het studiejaar worden ingewerkt. Verkiezingen in september betekenen bovendien dat de voorbereiding, kandidaatstelling en campagne in juli of augustus zou moeten plaatsvinden en dan zijn studenten op vakantie.
Democratisch gat
Folia heeft intussen de annalen erop nageslagen en geconstateerd dat de reguliere studentenraadsverkiezingen de afgelopen vijfentwintig jaar steeds in april en mei werden gehouden. Waarom precies in die twee maanden is niet duidelijk, maar de praktische haalbaarheid leek steeds belangrijker dan de principiële kant. Of het plan van de juridische diversiteitscommissie ook leeft op andere faculteiten is niet bekend. CSR-voorzitter Roeland Voorbergen zegt het advies van de commissie ‘niet te kennen’, maar zegt wel dat het centraal stembureau het bestaande tijdspad jaarlijks overlegt met de CSR en dat de CSR momenteel geen plannen heeft een wijziging van het tijdspad voor te stellen.
Arnout Klap van de diversiteitscommissie van de rechtenfaculteit zegt dat het gaat om ‘een principieel punt’ en dat er sprake is van ‘een democratisch gat’. Klap: ‘Op dit moment is het zo dat masterstudenten grotendeels niet vertegenwoordigd zijn in de facultaire studentenraden en de centrale studentenraad. Zodoende kunnen ze dus niet meepraten en meedenken over belangrijke facultaire en universitaire issues. Dat wringt en steekt vooral bij studenten die bewust voor de UvA hebben gekozen om hun master te halen,’ vindt Klap.
‘Bovendien is het een gemiste kans om internationale studenten, die ook vaak een masteropleiding volgen aan de UvA, meer geïntegreerd te krijgen in het facultaire, universitaire en dagelijkse leven. Zij vallen nu buiten de boot.’ Dat de nieuwe eerstejaars gelijk al in september zouden kunnen deelnemen aan de verkiezingen is winst, zegt Klap. Dat het daarbij alleen om ‘actief kiesrecht’ gaat omdat eerstejaars bij de kandidaatstelling nog niet staan ingeschreven vindt hij niet erg. ‘Ons voorstel zou toch al een hele verbetering zijn.’
