Wat vonden hoogleraren van hun scriptie? We blikken terug met vijf UvA-professoren. Vandaag: Adrienne de Moor-van Vugt (60), hoogleraar staats- en bestuursrecht, die in haar scriptie een bestuursrechtelijke vergelijking maakte tussen Nederland en Frankrijk. ‘Bij mijn eindexamen slaagde ik met een negen voor Frans. Daarom wil ik voor mijn scriptie ook iets met Frankrijk doen.’
‘Ik studeerde rechten aan de toenmalige Katholieke Hogeschool Tilburg [tegenwoordig Tilburg University, red.] en schreef mijn afstudeerscriptie over het bestuursprocesrecht in Nederland en Frankrijk, een rechtsvergelijkend onderzoek dus. Nederland kende toen nog niet zo lang de Wet Arob: de Wet Administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen, te vergelijken met de Algemene wet bestuursrecht nu. Met die wet in de hand kon je bezwaar en beroep aantekenen tegen de meeste overheidsbesluiten. Frankrijk kent een vergelijkbare wet en beide bestuursrechtelijke regelingen vergeleek ik in mijn scriptie Arob-beroep en recours pour excès de pouvoir. Een vergelijking van procedures. Bij mijn eindexamen slaagde ik met een negen voor Frans. Daarom wilde ik voor mijn afstudeerscriptie ook iets met Frankrijk en het Frans doen.
‘Mijn vakkenpakket dreigde aanvankelijk een Europeesrechtelijke kant op te gaan met veel nogal saaie aandacht voor economie en de Europese instellingen. Maar juist toen ik in de doctoraalfaseDat is te vergelijken met de huidige masterfase. zat werd Ernst Hirsch Ballin als hoogleraar benoemd aan onze faculteit en hij zou een vak geven over vergelijkend administratief recht. Dat leek mij heel erg interessant, maar om dat te kunnen volgen moest ik een half jaar langer ingeschreven staan. Ondanks fikse bezwaren mocht dat van mijn ouders, en zo kon ik dat vak volgen. Dat leidde uiteindelijk tot mijn scriptie.
‘Mijn scriptie schreef ik uiteindelijk bij Peter Banda en Ernst Hirsch BallinHirsch Ballin was tijdenlang minister van Justitie en is nu als hoogleraar verbonden aan de UvA. Lees meer op zijn Wikipedia-pagina., met wie ik nog steeds contact heb. Het duurde en duurde en duurde maar, want ik moest steeds lang wachten op tussentijds commentaar. De scriptie werd uiteindelijk gehonoreerd met een 9. Dat had ik eigenlijk niet verwacht, omdat ik voor verplichte vakken gemiddeld steeds zevens had gehaald. Maar in de afstudeerfase kon ik veel meer interessevakken volgen, wat er denk ik aan heeft bijgedragen dat ik die negen haalde.
‘Terugkijkend heb ik twee tips voor studenten die een masterscriptie moeten maken. Ten eerste, zorg dat je vanaf het begin weet waar je naar toe wilt met je scriptie, want dat wist ik helemaal niet. Ik was gewoon begonnen met schrijven over aard en organisatie van de rechtspraak in Nederland en Frankrijk; het toetsingskader schreef ik pas achteraf, terwijl je het beter vooraf kunt maken zodat je gefocust blijft. Probeer ook tevoren te bedenken wat uit je onderzoek zal komen. Zo denk je er beter over na.’