Het Interstedelijk Studentenoverleg (ISO) heeft onderzoek gedaan naar de koopkrachtontwikkeling van studenten voor komend jaar. Daaruit blijkt volgens het ISO dat universitaire studenten hun koopkracht komend jaar met 0,91 procent zien dalen, hbo’ers met 0,42 procent. Het ISO pleit daarom voor bevriezing van het wettelijk collegegeld.
Het wettelijk collegegeld bedraagt voor het lopende collegejaar 2083 euro voor voltijdsstudenten. Als het aan het ISO ligt wordt dat bedrag volgend studiejaar dus niet verhoogd. Vooralsnog is dat wel de bedoeling, want voor het studiejaar 20|21 is het wettelijk collegegeld door de minister van OCW vastgesteld op 2143 euro. Een stijging van 60 euro, ofwel 2,9 procent. Dat gaat dus niet door als het aan het ISO ligt, want studenten hebben nu en in de afgelopen jaren al genoeg te verduren gehad en daarom moet het collegegeld worden bevroren, zo blijkt uit het ISO-rapport Koopkracht studenten. Prognose koopkrachtverandering studenten in 2020. ‘Terwijl het merendeel van de Nederlandse bevolking erop vooruitgaat, worden studenten vergeten. Het bevriezen van het collegegeld kan voor directe verlichting zorgen, dat is wel het minste wat zou kunnen gebeuren,’ zegt ISO-voorzitter Kees Gillesse.
Collegegeld en huur
De belangrijkste oorzaken van de koopkrachtdaling onder studenten is namelijk die voortdurende stijging van het wettelijk collegegeld en de stijgende kamerhuur, zegt Gillesse, die spreekt van ‘een zorgwekkende trend’ die een halt moet worden toegeroepen. ‘Uiteindelijk kan voor studenten met ouders die niet kunnen bijspringen de toegankelijkheid van het hoger onderwijs in het geding komen.’
De koopkracht van universiteitsstudenten daalt volgens het ISO harder dan die van hbo-studenten, omdat universitaire studenten vaker op kamers wonen, die bovendien ook nog steeds duurder worden. Hbo’ers werken bovendien vaker, waardoor zij profiteren van loonstijgingen. De stijging van het BTW-tarief van 6 naar 9 procent was volgens het ISO ook een klap in het gezicht van studenten.
CPB en Nibud
Het Centraal Planbureau (CPB) berekent de jaarlijkse koopkrachtveranderingen op basis van een steekproef van ongeveer 100.000 voorbeeldhuishoudens. Alleen huishoudens met een inkomen boven 63 procent van het minimum wettelijk loon worden meegenomen. Studenten vallen meestal onder die grens. Het Nibud rekent met 100 voorbeeldhuishoudens. Tot 2014 nam het Nibud studenten met een basisbeurs en een bijbaan nog mee in haar koopkrachtberekeningen. In 2015, toen het leenstelsel werd ingevoerd, is het Nibud hiermee gestopt. Gillesse: ‘Studenten komen dus al jaren vrijwel niet meer voor in de koopkrachtstatistieken, want de koopkrachtcijfers zijn nodig om goede beleidskeuzes te maken. Het is echt niet uit te leggen dat de koopkracht van studenten niet inzichtelijk is.’ Het ISO pleit ervoor studenten weer mee te nemen in de koopkrachtstatistieken.
Symbolisch
Asva-voorzitter Emma Hilde Fuchs zegt in een reactie dat ze het plan van het ISO ‘een topplan’ vindt, maar ook dat de bevriezing van het collegegeld nog lang niet voldoende is. ‘Het gaat om een symbolisch bedrag van 60 euro dat studenten op jaarbasis uitsparen. Dat is een mooi begin, maar het gaat niets oplossen, want het bedrag staat in geen verhouding tot de tienduizenden euro’s aan schulden die studenten oplopen door de afschaffing van de basisbeurs. Er is maar één echte oplossing en dat is het opheffen van het leenstelsel en de terugkeer van de basisbeurs.’
Omdat er inmiddels een ruime Kamermeerderheid is voor terugkeer van de basisbeurs heeft minister Van Engelshoven van OCW vorige maand toegezegd dat ze het leenstelsel laat doorlichten. Als daaruit blijkt dat de studieleningen de toegankelijkheid van het hoger onderwijs belemmeren, wil ze het leenstelsel aanpassen. SP-Kamerlid Frank Futselaar heeft inmiddels al aangekondigd met een initiatiefwet te komen om het leenstelsel af te schaffen en de basisbeurs opnieuw in te voeren.