‘Tien jaar bestuurlijke samenwerking tussen het Domein Economie & Management (DEM) van de HvA en de Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB) heeft niet zo veel opgeleverd.’ Dit zegt FEB-decaan Han van Dissel naar aanleiding van een discussie die Asva Studentenunie woensdagavond organiseerde in Floor, het leercentrum van de HvA. Van Dissel, die inmiddels iets meer dan een half jaar decaan is van de FEB, praatte met HvA-rector Jet Bussemaker onder meer over de samenwerking tussen UvA en HvA.
‘Ik zie weinig successen,' zegt Van Dissel over die samenwerking. 'De bestuurlijke samenwerking is ooit opgezet om doorstroom te bewerkstelligen tussen HvA en UvA, maar die is er in de praktijk nauwelijks. Wij krijgen honderden aanvragen binnen van hbo-studenten die informatie willen over onze masters of zich daarvoor willen aanmelden, maar in het ingedaalde schakelklasje van de HvA, die DEM-studenten voorbereidt op een master aan de FEB, zitten niet meer dan een stuk of twaalf studenten.’
Van Dissel spreekt over een captive market die UvA en HvA hadden willen zijn, maar nooit zijn geworden. ‘Daarmee bedoel ik de gedachte dat als studenten eenmaal bij de HvA binnen zijn, ze wel zullen doorstromen naar de UvA. In de praktijk signaleer ik dat er meer HvA-studenten naar Rotterdam gaan dan naar de UvA. Als studenten hbo hebben gedaan in stad A, dan gaan ze voor hun masters net zo makkelijk in stad B kijken. Zo werkt het tegenwoordig. Andersom geldt het ook: wij krijgen op de FEB meer studenten binnen van InHolland en uit de rest van Nederland dan van de HvA.’
Calimero
Bussemaker liet zich tijdens het debat in vergelijkbare woorden uit en zei dat de samenwerking tussen HvA en UvA ‘in een heel ander tijdsgewricht’ is ontstaan. ‘De trend is niet meer de groei naar één geheel, maar naar profilering op wat universiteit en hogeschool onderscheidt. Richt je op je kracht, dat is wat we nu moeten doen.’
Dat betekent voor Bussemaker ook een andere mentaliteit. ‘De HvA moet ophouden met een de Calimero-houding, de UvA moet ophouden met neerbuigendheid over het hbo. We hebben beide de opdracht onze studenten daar heen te sturen waar zij het beste tot hun recht komen.’
‘Ik zie weinig successen,' zegt Van Dissel over die samenwerking. 'De bestuurlijke samenwerking is ooit opgezet om doorstroom te bewerkstelligen tussen HvA en UvA, maar die is er in de praktijk nauwelijks. Wij krijgen honderden aanvragen binnen van hbo-studenten die informatie willen over onze masters of zich daarvoor willen aanmelden, maar in het ingedaalde schakelklasje van de HvA, die DEM-studenten voorbereidt op een master aan de FEB, zitten niet meer dan een stuk of twaalf studenten.’
Van Dissel spreekt over een captive market die UvA en HvA hadden willen zijn, maar nooit zijn geworden. ‘Daarmee bedoel ik de gedachte dat als studenten eenmaal bij de HvA binnen zijn, ze wel zullen doorstromen naar de UvA. In de praktijk signaleer ik dat er meer HvA-studenten naar Rotterdam gaan dan naar de UvA. Als studenten hbo hebben gedaan in stad A, dan gaan ze voor hun masters net zo makkelijk in stad B kijken. Zo werkt het tegenwoordig. Andersom geldt het ook: wij krijgen op de FEB meer studenten binnen van InHolland en uit de rest van Nederland dan van de HvA.’
Calimero
Bussemaker liet zich tijdens het debat in vergelijkbare woorden uit en zei dat de samenwerking tussen HvA en UvA ‘in een heel ander tijdsgewricht’ is ontstaan. ‘De trend is niet meer de groei naar één geheel, maar naar profilering op wat universiteit en hogeschool onderscheidt. Richt je op je kracht, dat is wat we nu moeten doen.’
Dat betekent voor Bussemaker ook een andere mentaliteit. ‘De HvA moet ophouden met een de Calimero-houding, de UvA moet ophouden met neerbuigendheid over het hbo. We hebben beide de opdracht onze studenten daar heen te sturen waar zij het beste tot hun recht komen.’
