Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
UvA-bestuur neemt onvrede niet weg: ‘Ik bezin me op mijn positie in de examencommissie’
Foto: Monique Kooijmans (UvA)
actueel

UvA-bestuur neemt onvrede niet weg: ‘Ik bezin me op mijn positie in de examencommissie’

Henk Strikkers Henk Strikkers,
6 March 2020 - 14:52

De brief die het UvA-bestuur deze week schreef over de zaak Dymph van den Boom bevatte ‘niets nieuws’ en heeft de onvrede bij de academici die vroegen om een second opinion niet weggenomen. ‘Ik voel mezelf onderdeel van een systeem dat klassenjustitie propageert.’

Emeritus universiteitshoogleraar ontwikkelingspsychologie Willem Koops (UU), die met twee kompanen de brief waarin een second opinion werd gevraagd opstelde, zegt dat het bestuur van de UvA ‘niets nieuws’ meldt in zijn brief. Hij is van mening dat rector magnificus Karen Maex de Notitie Wetenschappelijke Integriteit verkeerd interpreteert. ‘De rector schrijft dat ze, omdat ze officieel geen klager is, niet naar Lowi kan. Maar in die notitie staat iets anders.’ Koops citeert uit die notitie: ‘Tevens kan het bestuur van een instelling of onderzoekorganisatie advies bij het Lowi inwinnen over een binnen de instelling of organisatie aanhangige zaak, voordat genoemd bestuur daarover zelf een uitspraak doet.’

Willem Koops
Foto: Marcel Douwe Dekker
Willem Koops

Verantwoordelijk

Hij voelt zich ‘verantwoordelijk’ om de meer dan zeventig wetenschappers die zijn brief ondertekenden ‘een stem te geven’, zegt hij. ‘Dat zijn niet zomaar mensen. Een groot aantal heeft zelf in het verleden over wetenschappelijke integriteitszaken geoordeeld. Er zijn er nogal wat bij die zelf verantwoordelijk waren voor de vormgeving van de hedendaagse integriteitsbewakingsprocedures.  Het gaat hier niet om klagende passanten, maar om weldenkende geleerden van niveau.’

 

De meer dan zeventig wetenschappers die de brief aan het UvA-bestuur ondertekenden was anonimiteit beloofd, maar UvA-docent mediastudies Jan Teurlings wil toch praten. ‘Het bestuur blijft bij zijn standpunt en het herhaalt de argumenten van de commissie,’ vindt hij.

 

Jaren tachtig

Teurlings heeft persoonlijk ‘iets minder last van de diesredes,’ zegt hij. ‘Dat zijn uitgesproken teksten, maar als ze op internet worden gezet moet daar natuurlijk wel bronvermelding bij.’ De overgenomen passages in het proefschrift is iets ‘waar hij hard over struikelde’. Wellicht waren de regels in de jaren tachtig minder streng en minder duidelijk, zegt hij, ‘en ik ben niet ongevoelig voor het argument dat normen veranderen,’ voegt hij eraan toe. ‘Maar zelfs destijds was dit plagiaat’.

‘Het UvA-bestuur zegt: dit is geen plagiaat, maar we vinden het wel erg. Terwijl het precies andersom had moeten zijn!’

De reactie van het UvA-bestuur vat Teurlings samen als ‘dit is geen plagiaat, maar we vinden het wel erg’. ‘Terwijl het precies andersom had moeten zijn! Het is wel plagiaat, maar we vinden het niet zo erg. Nu brengt het bestuur zich in een onmogelijke spreidstand.’

Jan Teurlings
Foto: UvA
Jan Teurlings

Omweg naar Lowi

Koops, die in de jaren tachtig in de promotiecommissie van Van den Boom zat, weet nog niet zeker of hij nog een vervolgstap gaat zetten in deze zaak. Wellicht gaat hij op een andere manier aandacht vragen voor de problematiek in de media, zegt hij. Hij denkt er ook over na om de zaak via een omweg toch bij het Lowi te krijgen.

 

‘Als ik een klacht over een publicatie van Van den Boom indien bij de UvA, zal het universiteitsbestuur daarnaar moeten kijken. Wellicht wordt die klacht niet-ontvankelijk verklaard, omdat het bestuur zegt dat er al over geoordeeld is. Maar met die niet-ontvankelijkheidsverklaring kan ik dan wel naar het Lowi.’ Toch twijfelt hij. ‘Strategisch gezien zou dat mogelijk zijn, maar ik weet nog niet of ik er zin in heb.’

 

Persoonlijk geattaqueerd

Het zit Koops desalniettemin hoog. ‘Ik blijf herhalen: in de jaren tachtig was het in mijn vakgebied niet gewoon om op deze manier met bronvermeldingen om te gaan. Ik voel mij als lid van de promotiecommissie van Van den Boom persoonlijk geattaqueerd, want bij herhaling moet ik lezen dat ik toen beter had moeten opletten. Alsof je zo universeel belezen kunt zijn dat je verstopte overgeschreven passages kunt detecteren. Daarvoor hebben we nu software, toen niet.’

‘Mijn vakgebied wordt geattaqueerd doordat wordt gedaan alsof het normaal was dat mensen zo slordig waren. Dat is absurd’

Dat is niet het enige argument voor Koops. Hij wil ook opkomen voor zijn vakgebied. ‘Dat wordt geattaqueerd doordat wordt gedaan alsof het normaal was dat mensen zo slordig waren. Dat is absurd. De American Psychological Association biedt al sinds 1929 richtlijnen voor mijn vakgebied. Die zijn meermaals aangepast, maar één bepaling is altijd hetzelfde gebleven: als je iets van een ander gebruikt, vermeld je dat, zet je de paginanummers erbij, en gebruik je aanhalingstekens.’

 

Gevraagd naar de onvrede over de brief van het bestuur, verwijst een woordvoerder van de UvA naar de slotpassage van de brief: ‘Binnen de context van de Universiteit van Amsterdam organiseren wij graag hierover het inhoudelijk gesprek met en tussen geïnteresseerden en belanghebbenden, waaronder in ieder geval met o.a. Examencommissies en Commissies Wetenschappelijke Integriteit van onze universiteit. Graag gaan wij, zoals altijd en ook bij lastige kwesties, het gesprek aan met onze gemeenschap. Hiertoe zullen wij op korte termijn een uitnodiging doen uitgaan aan de UvA-ondertekenaars’.

‘Ik voel mezelf onderdeel van een systeem dat klassenjustitie propageert’

Examencommissie

Docent mediastudies Teurlings vreest voor de eerstvolgende plagiaatzitting waarin hij als lid van de examencommissie moet optreden. ‘Ik kan het niet meer maken om met een opgeheven vingertje studenten te wijzen op hun plagiaat,’ zegt hij. ‘Hoe kan ik dat in godsnaam doen nu voor ex-bestuurders andere regels gelden?’

 

Hij zegt zich dan ook te beraden op zijn toekomst als lid van de examencommissie. ‘Wij nemen beslissingen die grote gevolgen hebben voor studenten. Vaak mogen studenten een half jaar later pas weer aan een tentamen meedoen. Dat is een half jaar studievertraging.’ Dat kan hij moeilijk rijmen met hoe de UvA met de zaak Van den Boom is omgegaan. ‘Ik voel mezelf onderdeel van een systeem dat klassenjustitie propageert.’

website loading