Vanaf het studiejaar 2021/22 zal de UvA geen numerus fixus meer hanteren voor de bacheloropleiding kunstmatige intelligentie. Dit betekent dat er plaats is voor een onbeperkt aantal nieuwe eerstejaars en dat deze studenten geen selectieprocedure hoeven te doorlopen.
Universiteitshoogleraar Artificial Intelligence & Information Retrieval Maarten de Rijke bevestigt de opheffing van de studentenstop en is blij. ‘Er zijn erg veel scholieren die belangstelling hebben voor ons vakgebied en in het bedrijfsleven is veel behoefte aan afgestudeerde AI-specialisten. Dan is het goed dat de universiteit niet werkt als een trechter, maar dat die trechter er juist wordt uitgehaald. Kunstmatige intelligentie raakt straks elk aspect van ons leven. Als we als land iets willen betekenen, moeten we onze AI-kennis versterken.’
Momenteel staat de numerus fixus op 200 eerstejaars, maar dat aantal haalt de UvA momenteel lang niet. ‘Een fixus werkt zo afschrikwekkend dat we dit jaar maar zo’n honderd eerstejaars hebben,’ zegt De Rijke. Hij verwacht dat het aantal eerstejaars na opheffing van de fixus ‘met twee- of driehonderd procent kan stijgen’. Het totaal aantal bachelorstudenten AI aan de UvA bedraagt dit studiejaar zo’n 420.
1 miljard
De laatste jaren is de vraag naar hoogopgeleide specialisten op AI-gebied explosief gegroeid. Om daarin te voorzien investeert de UvA de komende jaren samen met andere Amsterdamse kennisinstellingen in totaal 1 miljard euro in de ontwikkeling van AI-technologieën, door het opzetten van onderzoeksprogramma’s, het aantrekken van topwetenschappers en het opleiden van studenten met state-of-the-art kennis van AI. Het gaat om grote aantallen. Naast de 1 miljard euro gaat het in totaal om minimaal 800 onderzoekers, 5.000 bachelor- en masterstudenten en promovendi, 10.000 minorstudenten, 100 spin-offs en 100 startups. Zo bezien is de opheffing van de numerus fixus dus niet meer dan bittere noodzaak.
Joint appointments
De opheffing van de numerus fixus betekent uiteraard dat er meer docenten nodig zijn, wat anderhalf jaar geleden ook het geval was, toen het aantal aanmeldingen plotseling flink steeg. ‘Tussen toen en nu hebben we al flink kunnen investeren via speciale sectorgelden,’ zegt De Rijke. ‘Binnen het Instituut voor Informatica van de UvA gaat het om 7 fte voor universitair docenten, daarnaast om joint appointments in samenwerking met het bedrijfsleven. Landelijk komt er voor het einde van het jaar nog eens 25 fte bij. Daarbij gaat het om universitair (hoofd)docenten of hoogleraren.’ De ‘werkelijk grote bottleneck’ zit volgens De Rijke in individuele onderzoekstrajecten en afstudeerprojecten. ‘Daarvoor zullen we meer senior-staff en meer promovendi moeten aantrekken.’
Lab 42
Afgelopen anderhalf jaar werden speciaal voor het vakgebied AI vier universiteitshoogleraren aangetrokken, van wie De Rijke er één is. Op Science Park zal bovendien een speciaal gebouw voor AI komen, het zogenoemde Lab42. Volgens het programma van eisen is het een gebouw van bijna veertien duizend vierkante meter en maximaal acht verdiepingen hoog. Het gebouw zal twee collegezalen krijgen: één met een capaciteit van 150 en één met een capaciteit van 240 personen. Ook komen er tweehonderd studieplekken. Het gebouw moet in de zomer van 2022 gereed zijn, een jaar nadat de numerus fixus zal worden opgeheven. Volgens De Rijke levert dat geen capaciteitsproblemen op. ‘De UvA is altijd heel creatief geweest in het oplossen van ruimtetekort. Dat zal voor dat ene jaar ook wel lukken.’