Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
‘Wanneer je in Turiani bloed nodig hebt, moet een familielid doneren’
Foto: Privéarchief Ilse Wissink
actueel

‘Wanneer je in Turiani bloed nodig hebt, moet een familielid doneren’

Marleen Hoebe Marleen Hoebe,
8 April 2020 - 08:28

UvA-geneeskundestudenten kunnen twee maanden lang een coschap lopen in het buitenland. Maar hoe is het om te werken in een ziekenhuis in Tanzania, Egypte of Nepal? De komende weken vertellen studenten over hun ervaringen. Deze week: Ilse Wissink (27) over haar belevenis in Turiani, Tanzania. ‘Ik wilde de wereld helpen, maar dat beeld moest ik echt bijstellen.’

‘Al eerder was ik met reizen in Afrika geweest, in Ghana en Mali. Daarom dacht ik dat ik geen grote cultuurshock zou ervaren in Tanzania. Ik had me dan ook niet ontzettend voorbereid van tevoren. Wel heb ik voordat ik wegging een tropencursus van tien weken gehad en probeerde ik wat Swahili te leren via Duolingo.’

 

‘Het leren van de taal had ik een beetje onderschat. Normaal ga je als arts af op het verhaal van je patiënt, maar dat lukte in Turiani helemaal niet. Sommige coassistenten en artsen die daar in het ziekenhuis aanwezig waren, konden wat Engels en vertaalden wat de patiënt zei. Maar soms vertaalden ze alleen maar: “Deze persoon heeft pijn.” Dan heb je nog steeds een enorm gat in je informatie. Daardoor heb ik wel weer heel veel lichamelijk onderzoek gedaan. Je kent de taal namelijk niet en moet dus meer zelf kijken.’

Foto: Ilse Wissink

Andere patiënten dan in Nederland

‘Ik heb echt narigheid gezien. In Afrika komen de mensen later, dus dan zie je ze bijvoorbeeld met een hele grote milt of lever binnenkomen. Verder zie je veel malaria, tuberculose, gastro-enteritis [buikgriep, red] en tetanus. Dat zie je in Nederland bijna niet. Je weet dat dit bestaat, maar eigenlijk kun je het zelf niet herkennen omdat je het nog nooit eerder hebt gezien. Dat geldt ook voor hondsdolheid en polio. Hier leer je wel veel van.’

 

‘Soms kan het alleen frustrerend zijn. Ik ging erheen met een idealistisch beeld: ik wilde de wereld helpen. De eerste twee weken moest ik dat beeld echt bijstellen. Er kwam een kindje op de spoedeisende hulp binnen dat heel benauwd was. Het ging steeds slechter. We wilden een longfoto maken, maar de familie moest hier geld voor inzamelen, dus dat duurde even. Uiteindelijk bleek dat het kindje een aangeboren hartafwijking had. Daar kun je dan niets mee. Je mag geen morfine geven om iemand minder te laten lijden, of sneller dood te laten gaan. Dan kom je bij de politie terecht. Het kindje was in totale paniek door de benauwdheid.’

Dag in het ziekenhuis:

07.30 uur – Overdracht (in Swahili), samen met gezang en gebed met alle ziekenhuismedewerkers, inclusief schoonmakers

13.00 uur – Lunchen

13.30/14.00 uur – Weer aan het werk: uitslagen controleren, artsen bellen want vaak waren de meeste al weg omdat ze vonden dat ze klaar waren

15.30/16.00 uur – Weer naar huis

‘Een andere keer hadden we een kindje dat vier jaar oud was en een reanimatie nodig had. Ik had dat nog nooit gedaan, maar moest toch handelen. Ziekenhuismedewerkers in Turiani vragen je af en toe dingen waar je je niet comfortabel bij voelt. Zo forceerden ze me bijvoorbeeld om een keizersnede uit te voeren. In Nederland doen coassistenten dat echt niet, maar in Tanzania worden coassistenten heel praktisch opgeleid. Ik heb die keizersnede uiteindelijk niet gedaan. Dat zie je dan in je eindbeoordeling terug; ze vinden dat je dit wel moet doen. Zelf ging ik steeds na: voel ik me hier bekwaam genoeg in? Met die reanimatie heb ik het gewoon gedaan, want niemand van het personeel deed wat. Ik heb wel een plekje op de huid weggehaald, dit kan niet zo veel kwaad. Maar ik wilde ook geen medisch toerist zijn.’

Foto: Ilse Wissink

Betalen bij de uitgang

‘Er zijn nog wat andere verschillen met Nederland. In Nederlandse ziekenhuizen is alles wat de artsen over patiënten moeten weten al voor de visite bekend. In Turiani waren de verpleegkundigen een beetje lui, dus was dit niet het geval. Maar ze zijn wel heel behulpzaam en vrolijk.’

 

‘Verder is er maar een arts in het hele ziekenhuis tijdens een avond- of nachtdienst. Die heeft dan zestig tot honderd patiënten onder zich. Soms liggen die patiënten nog drie weken op de afdeling nadat ze zijn geholpen, omdat ze de ziekenhuisrekening niet kunnen betalen. Dan mogen ze niet weg. Ik dacht weleens: laat die persoon gewoon gaan.’

Coschaptips van Ilse
  • Leer de taal.
  • Besef dat je daar niet heel veel gaat veranderen en dat je terugkomt als een ander persoon.
  • Ga nog even op reis!

‘Patiënten moeten contant betalen, ook voor aanvullend onderzoek. Dat kunnen ze vaak niet, waardoor uitslagen meestal niet bekend zijn. Hoewel je dus een onderzoek hebt aangevraagd, heb je dus gebrekkige informatie.’

 

‘Toch zijn ze ook bezig met vooruitgang. Ze gebruiken geen plastic tasjes meer, er is een elektrisch patiëntendossier en de medicatie voor hiv is gratis. Daarnaast heeft het ziekenhuis een bloeddonatiesysteem: wanneer je als patiënt bloed nodig hebt, moet iemand anders van je familie bloed doneren.’

website loading