Nu de campussen weer helemaal open zijn en de coronarestricties grotendeels afgeschaft, zijn ook cateraar Cirfood en zijn onderaannemers terug op de campus. In de Nationale Week zonder Vlees en Zuivel – deze week – vertellen ze over hun duurzaamheidsplannen. ‘In 2026 moet 50 procent van de UvA-consumptie vleesvrij zijn.’
Wie meent dat die vijftig procent misschien best weinig is, moet bedenken dat de meeste studenten gewoon vlees eten. De UvA doet deze week weliswaar mee aan de Nationale Week zonder Vlees en Zuivel, maar op de campussen is daarom gewoon vlees en zuivel verkrijgbaar. De mindset van veel studenten en medewerkers lijkt in de richting van vegetarisch en veganistisch te gaan, maar in de praktijk valt dat reuze mee of tegen, afhankelijk aan wie je het vraagt. ‘Uit CBS-statistieken blijkt dat landelijk gezien 45 procent van de 18-24 jarigen vijf tot zeven dagen per week vlees eet,’ zegt Bert Zwiep, hoofd inkoop en logistiek aan de UvA.
‘Veertig procent in die leeftijdsgroep eet bovendien maximaal vier dagen per week vlees.’ Met andere woorden: vlees wordt niet zomaar aan de kant gezet. Zwiep: ‘Duurzaamheid betekent ook dat we verantwoordelijkheid nemen voor de ondernemers op de campus. Als die geen vlees meer zouden mogen verkopen, jagen we hun UvA-klanten naar de concurrentie. Die klanten kunnen we dan bovendien ook niet meer overtuigen van de waarde en het belang van onze duurzaamheidsambities. Die ambities staan voorop, maar ook de keuzevrijheid van de consument.’
Feed the future
Nu de campussen weer allemaal open zijn, stromen langzamerhand ook de horecalocaties weer vol, al zijn er nog lang niet zoveel bezoekers als twee jaar geleden. ‘We hopen dat de restaurants vanaf september weer helemaal vol zitten en we weer net zoveel gasten hebben als voor corona,’ zegt Liesbeth Nijhuis, district manager van cateraar Cirfood bij de UvA. De UvA heeft het contract met Cirfood vorig jaar verlengd onder de voorwaarde dat de duurzaamheidsambities beter geborgd zouden worden. Nu iedereen terug is op de campus gaat daaraan worden gewerkt.
Cirfood gaat de strijd voor meer duurzaamheid aan met de slogan Feed the future! ‘Daarbij gaat het om vijf pijlers waar we de catering de komende jaren op baseren,’ zegt Nijhuis. ‘Biologisch, duurzaam, eerlijk, lokaal en plantaardig. Het betekent niet dat we vleesloos zijn, maar wel dat we mensen bewust willen maken van hun vleesconsumptie. Deze doelstelling vertalen we ook naar de lokale ondernemers die hun formule exploiteren binnen de horecalocaties: ondernemers die alleen vleesproducten aanbieden zullen we niet contracteren.’
Hoe de vleesbewuste toekomst van de UvA er precies uit ziet is ook afhankelijk van onderzoek dat Facility Services laat verrichten door onderzoekers met wie wordt samengewerkt. Zwiep: ‘Zo laten we momenteel onderzoeken of er vraag is naar een hybride of blended vleesproduct, bijvoorbeeld een gehaktbal met een volume van 60 procent vlees en 40 procent groenten. Dergelijk onderzoek laten we nu doen voor de gehele voedselketen.’ Nijhuis: ‘Ook gaan we meer letten op het voorkomen van verspilling. Op Science Park staat nu bijvoorbeeld een voedselafvalmonitor, een soort afvalweger. Daardoor weten we dat Cirfood op die locatie minder dan vijftien kilo afval per week wordt geproduceerd door bijvoorbeeld de keuken, de consument en de onderaannemers niet meegerekend. Door zo’n weger kunnen we de verspilling heel goed monitoren.’
In-house versus doorstroomlocatie
‘Verbieden is het gemakkelijkst,’ zegt Zwiep. ‘En dat is dus niet wat we gaan doen, want daar hebben vooral externe bedrijven voordeel van. De mensen gaan dan gewoon daar heen.’ Wat wel een uitdaging gaat worden per 1 januari 2023 zijn wegwerpbekers, vertelt Zwiep. ‘Biologisch afbreekbare bekers mogen in 2023 nog wel maar er moet 75% ingezameld en hoogwaardig gerecycled worden. Als dit niet mogelijk is moet er gekeken worden naar een andere oplossing voor de wegwerpbekers.’ Het punt is: de UvA wordt door de wetgever beschouwd als een zogenoemde in-house locatie. Als gevolg daarvan mogen (koffie)bekers van een externe partij mee naar binnen worden genomen. Dat zou niet het geval zijn als de UvA een doorstroomlocatie zou zijn. 'Omdat die wet zo is geregeld kunnen de coffee-corners zo maar grote concurrentie krijgen als zich tegenover de campus een Coffee Company vestigt, die wel ongelimiteerd biologisch afbreekbare meeneembekers mag gebruiken.’