Cum laude afschaffen? ‘Ik ben al blij met een 5,5!’
De geneeskundemaster van de VU heeft cum laude afgeschaft om de prestatiedruk te verlagen. In hoeverre ervaren studenten die prestatiedruk? Wat moet je doen om cum laude te halen? En zou de UvA eigenlijk ook cum laude moeten afschaffen?
Er zijn geen wettelijke regels over wanneer je cum laude afstudeert. Zelfs op de UvA is er niet één richtsnoer. Iedere faculteit heeft zijn eigen regels, en die verschillen soms zelfs voor bachelor en master.
Cum laude, letterlijk vertaald: met lof, is een predicaat dat studenten op hun diploma kunnen krijgen als ze een bijzonder goede prestatie hebben geleverd. Ongeveer tien procent van de Nederlandse studenten behaalt zo’n goede score dat hij of zij op zijn diploma zo’n lofuiting krijgt. Sommige studies hebben zelfs een predicaat ‘summa cum laude’ voor studenten die gemiddeld een 8,5 of 9 scoren.
Allemaal verschillende regels
Zo moet een geesteswetenschappenstudent voor zijn bachelor een gewogen gemiddelde van 8,1 halen en voor zijn scriptie een 8, terwijl diezelfde student in de master twee keer minimaal een 8,5 moet scoren.
Een bachelorstudent Economie & Bedrijfskunde moet eveneens minstens een 8,0 gemiddeld scoren, maar mag geen enkel tentamen herkanst hebben. Bovendien moet hij nominaal gestudeerd hebben. Een masterstudent kan ook cum laude halen met een 8 gemiddeld, maar mag niet onder de 7 gescoord hebben.
Aan de bètafaculteit geldt eveneens een cijfergemiddelde van 8, en een ondergrens van een 7. Daarnaast mag een student maximaal 6 maanden uitloop hebben van zijn nominale studieduur, en mag hij maximaal drie herkansingen gebruiken.
Herkansingen
Bij de rechtenfaculteit mogen er dan weer geen herkansingen gebruikt zijn, maar mag je wel een jaar uitloop hebben. Bovendien mag een 7 je laagste cijfer zijn, en moet je gewogen gemiddelde een 8 bedragen.
Op de meeste Nederlandse universiteiten bepalen de faculteiten die regels, en zijn er dus onderling verschillen. De Technische Universiteit Eindhoven heeft in 2007 wel besloten om alle cum laude-regelingen te harmoniseren.
