De examencommissies van de acht opleidingen geneeskunde willen studenten die onprofessioneel gedrag vertonen tegenover de patiënt gemakkelijker kunnen wegsturen. Wat vinden studenten daarvan? ‘Ik vind het wel raar dat je op basis van kennis iemand heel makkelijk van een opleiding kan sturen, maar dat het bij gedrag zo moeilijk is.’
Geneeskundestudenten zijn zich voortdurend bewust van hoe ze zich tegenover de patiënt opstellen. Welke taal gebruik je? En noem je als arts je hele naam, of alleen je achternaam?
Coassistent Pien Swart krijgt weleens te horen dat ze gemakkelijke woorden moet gebruiken tegenover de patiënt, of dat ze druk overkomt in de samenwerking met collega’s. ‘Daar ga ik dan de volgende keer weer op letten. Soms is het niet leuk om te horen, want het gaat ook over je karakter. Maar daar groei je ook in. Je probeert je er wel bewust van te worden en het in de werksfeer aan te passen.’
Kleine groep
De meeste studenten gaan goed om met die feedback. 99,8 procent van de geneeskundestudenten haalt naar behoren de eindstreep, zegt UvA-radioloog en voorzitter van de examencommissie geneeskunde Mario Maas in een interview in de Volkskrant. Slechts 0,2 procent laat keer op keer onprofessioneel gedrag zien tijdens de opleiding. Daarbij gaat het om een combinatie van onprofessioneel gedrag en een gebrek aan zelfreflectie.
De acht examencommissies van de geneeskundeopleidingen pleiten daarom voor een verruiming in de Iudicium Abeundi (IA)-regeling: de inschatting van begeleiders dat een student niet alleen gelaten kan worden bij een patiënt zou voldoende moeten zijn om iemand van de opleiding te kunnen verwijderen.
Vertrouwen en communicatie
‘Het is goed dat hier nu aandacht voor is,’ zegt bachelorstudent geneeskunde Sacha Ester aan de telefoon. Volgens haar sluit het aan bij het veranderende beeld van een arts. ‘Vroeger ging het vooral om de praktische vaardigheden van een arts, zoals de juiste behandeling kiezen en goede operaties uitvoeren. De afgelopen jaren is het steeds belangrijker dat een arts ook vertrouwen wekt bij een patiënt en communicatief sterk is. De autoriteit van de arts vervaagt wat en arts en patiënt komen iets meer gelijk te staan.’
Volgens Pien legt het nieuwe beoordelingssysteem van de geneeskundemaster Epicurus al meer nadruk op het gedrag van een student, en minder op kennis. Voorheen moest een coassistent een of twee keer per week een beoordelingsformulier laten invullen door een arts, verpleegkundige of medestudent en was er na elk coschap een tentamen. In de nieuwe master vervallen de tentamens, en moet de coassistent elke dag een beoordeling vragen.
Op die manier zou het gemakkelijker worden om objectief in kaart te brengen dat een student structureel onprofessioneel gedrag vertoont. ‘De nadruk komt dus minder te liggen op hoe slim je bent, maar op het hele plaatje eromheen.’
Beoordeling
De beoordeling kan over onderzoek gaan, een gesprek waarin de coassistent samen met de patiënt kiest voor een bepaalde behandeling, een uitslaggesprek of een technische handeling. Er is ook een optie op het formulier waar de beoordelaar kan aangeven of hij zich zorgen maakt over het professionele gedrag van de coassistent.
Het is de eerste keer dat Sacha hoort over de wettelijke regeling om geneeskundestudenten die ‘moreel laakbaar gedrag’ vertonen weg te sturen. ‘In de bachelor wordt veel aandacht besteed aan de ethiek van een goed arts, maar niet ingegaan op extremen. Het wordt als logisch verondersteld dat je je niet arrogant of autoritair opstelt en dat je patiënten geen seksueel getinte appjes gaat sturen.’
Ook Pien wist niet dat het moeilijk was om studenten op iets anders dan op basis van cijfers van de studie te sturen. ‘Ik denk wel dat het ergens raar is dat je op basis van kennis, iemand heel makkelijk van een opleiding kan sturen. Terwijl op basis van gedrag, dat soms nog wel belangrijker is in dit vak, dat het blijkbaar nog zo moeilijk is. Als je er zo slecht in bent dat andere artsen twijfelen aan je kunnen, dan moet daar wel iets mee gedaan worden.’
Zelf is Pien niet bang om op het matje geroepen te worden vanwege haar gedrag. ‘Maar iemand die vaker terugkrijgt dat hij patiënten anders moet gaan benaderen, zal wel meer druk ervaren. Maar misschien moet dat dan ook wel. Als je een tentamen niet hebt gehaald dan zit je ook extra te stressen om de herkansing te halen.’
Ook Sacha maakt zich geen zorgen over hoe zij beoordeeld zal worden als arts. ‘Maar iedereen kent wel een paar mensen op de faculteit waarvan ze denken, die begrijpt de ethiek nog niet helemaal. Op hen zou het wel meer druk leggen, om de patiënt beter te begrijpen en het inlevingsvermogen te verhogen. Zodat ongewenste situaties niet voorkomen tijdens de coschappen.’