Een kwart van alle promovendi in dienst van de Nederlandse universiteiten stopt ermee voordat het proefschrift is afgerond, meldt het Rathenau Instituut. Vooral in de rechtswetenschappen haken veel promovendi af.
Van de promoverende juristen maakt zo’n 40 procent het proefschrift uiteindelijk niet af. Het ene jaar zijn er meer afhakers, het andere jaar minder, maar het zijn er onder juristen twee keer zo veel als in de economie, landbouw, techniek en natuurwetenschappen. Daar stopt slechts 20 procent voortijdig.
36.000 promovendi
Er werken in Nederland ruim 36 duizend mensen aan een proefschrift, van wie ongeveer de helft in dienst is van de universiteiten of academische ziekenhuizen. De rest promoveert in zijn eigen tijd of met externe financiering. Ook zijn er studenten met een beurs in plaats van een salaris.
Het Rathenau Instituut kijkt in de nieuwe factsheet alleen naar de beschikbare cijfers en heeft niet onderzocht waarom zoveel promovendi afhaken. Dat kan verschillende oorzaken hebben: promovendi kunnen bijvoorbeeld kiezen voor een baan buiten de wetenschap en daarom hun proefschrift niet afronden. Ook het verschil in promotiesucces tussen Nederlandse en buitenlandse promovendi is niet zichtbaar.
In dienst
Het aantal Nederlandse promovendi in dienst van de universiteiten blijft door de jaren heen ongeveer gelijk, terwijl er steeds meer buitenlandse promovendi komen. De meeste van deze internationale promovendi komen van buiten Europa.
Promovendi leren zelfstandig onderzoek te doen. Een promotie is de eerste stap op de academische carrièreladder, al kunnen (en willen) lang niet alle gepromoveerden door in de wetenschap.
Een aanstelling als promovendus is meestal voor vier jaar, maar over het algemeen doen promovendi zo’n vijf jaar over hun proefschrift. Gemiddeld zijn ze 33 als ze hun doctorstitel krijgen.