De stad biedt talloze mogelijkheden voor mensen, maar mentale problemen komen er ook relatief vaak voor, constateert UvA-promovendus Junus van der Wal, onderzoeker bij het Centrum voor Urban Mental Health. ‘Het nachtleven kan een stressfactor zijn.’
Depressies, angststoornissen en verslavingen. In landen waar meer dan de helft van de inwoners in de stad woont, lijken deze psychische stoornissen vaker voor te komen, concludeert UvA-promovendus Junus van der Wal. ‘Daarnaast lijken al deze mentale problemen – vooral in westerse landen – meer voor te komen in stedelijke gebieden dan op het platteland.’
Samen met zo’n veertig andere UvA-onderzoekers doet Van der Wal interdisciplinair onderzoek naar de reden daarvoor, binnen het zogeheten Centrum voor Urban Mental Health, een instituut dat vier jaar geleden werd opgericht en wordt geleid door Reinout Wiers en Claudi Bockting. Hun doel is helder: de geestelijke gezondheid in steden danig verbeteren. Maar de vraag is: hoe? Waar moeten urbane regio’s, zoals Amsterdam, beter op letten in de strijd tegen psychische problemen?
Drie componenten blijken volgens Van der Wal van belang te zijn bij mentale gezondheid: de fysieke, natuurlijke en sociale omgeving. En steden kunnen daarop inspelen. De eerste heeft immers te maken met hoe een plaats is ingericht, vertelt Van der Wal. Is er bijvoorbeeld voldoende groenvoorziening in de stad? ‘Groen kan tenslotte stress verlagend werken.’
Sociale cohesie
Maar de manier waarop een park of bos ingericht is, is eveneens relevant. Hij somt op: ‘Niet te veel dichte begroeiing, voldoende verlichting, mogelijkheden tot sociale controle, en gelegenheden om elkaar te ontmoeten of samen te sporten. Dat zijn factoren die je allemaal mee zou moeten nemen, als je gaat nadenken over de implementatie van groenvoorzieningen in steden, en daadwerkelijk effect wil sorteren.’
Ook de mate van luchtvervuiling en geluidsoverlast kunnen als deel van de natuurlijke omgeving van invloed zijn op de psychische gesteldheid van stadsbewoners, vertelt Van der Wal. Maar vooral de laatste – de sociale omgeving – is cruciaal, zegt hij. ‘Hierbij gaat het om het gevoel van verbinding. Als je maatregelen neemt om sociale cohesie in buurten te bevorderen, zou dat kunnen leiden tot een betere mentale gezondheid van bewoners,’ legt hij uit. ‘Ook voor jonge mensen en jongvolwassenen.’
Corona
De coronaperiode – waarin sociale distantie aan de orde van de dag was – lijkt dit uitgewezen te hebben. Het Parool kopte afgelopen woensdag: ‘Jongvolwassenen in Amsterdam mentaal hard geraakt door coronaperiode.’ Met name bij Amsterdamse jongeren tussen de 18 en 25 jaar ging het mentaal bergafwaarts in deze periode, concludeerde de krant op basis van een nieuw GGD-rapport.
Volgens Van der Wal is er ook op de UvA onderzoek gedaan naar hoe studenten in Amsterdam zich voelden tijdens de pandemie. ‘Daaruit bleek dat ook UvA-studenten het mentaal zwaar hadden, en dat gevoelens van eenzaamheid daar een belangrijke rol in speelden.’
Etnische minderheidsgroepen
Dat de stad er niet altijd voor iedereen is, bleek ook afgelopen donderdag tijdens een stadsgesprek in cultureel centrum Jungle in Amsterdam-Oost, waar Van der Wal het onderzoek kwam toelichten. De middag stond in het teken van gemeenschapszin met als thema ‘Zonder community building geen stad’, trok iets meer dan honderd mensen – het gros werkzaam voor lokale, sociale organisaties.
Ter illustratie: iemand in de zaal wierp op dat veel studenten veroordeeld zijn tot wonen in kleine studio’s en liever in een studentenwoning wonen. Een ander zag dat stadsbewoners zich snel anoniem kunnen voelen in een stad. Van der Wal vertelde op zijn beurt over het onderzoek dat hij doet naar depressie bij mensen uit etnische minderheidsgroepen. ‘Zij hebben een hogere kans op depressieve klachten. Onder meer door discriminatie en andere sociale omstandigheden die van invloed zijn op hun baankansen, en financiële stress kunnen opleveren.’
Het gesprek eindigde met een positieve noot. ‘De stad biedt ook een kans om jezelf persoonlijk te ontwikkelen, bijvoorbeeld in het nachtleven. Dat kan tevens een stressfactor zijn, als je daar helemaal niet zo van houdt of verslavingsgevoelig bent, maar het kan voor mensen ook een plek zijn waar ze zichzelf beter leren kennen en gelijkgestemden ontmoeten. Dat moeten we niet vergeten in de discussie over mentale problemen in de stad.’