Twee UvA-studenten nemen deze week deel aan het Nederlands Kampioenschap Tijdrijden in Nunspeet. Quinten Veling (24) gaat erheen voor de winst. ‘Alleen al om een nare periode van vijf jaar af te sluiten met iets moois.’
Het is een snikhete woensdagmiddag op Sportpark Sloten. Niet echt het weer om je eens flink uit te sloven. Toch is dat precies het plan van student econometrie Quinten Veling. Hij wil zich 42 kilometer in het zweet gaan werken om zijn tijdrit te oefenen voor het Nationale Kampioenschap de week erop.
Dat plan begon allemaal met de fiets die hij vorig jaar aanschafte, vertelt Veling in de sportkantine van de turnhal naast de wielerbaan. Veling had al een tijd een oogje op de zwarte tijdritfiets van het merk Cervélo, een van de beste tijdritfietsen die er momenteel op de markt is. Toen een vermogende hobbyist de fiets te koop aanbood besloot hij er zijn studiefinanciering in te investeren. Maar je moet zo’n fiets ook echt verdienen, vindt Veling. ‘En toen dacht ik van, ik wil eigenlijk wel Nederlands kampioen worden op die fiets.’
Allesbehalve comfortabel
En dus stond alles het afgelopen half jaar in het teken van tijdrijden voor Veling: de discipline in de wielersport waarbij renners individueel een parcours afleggen binnen zo’n kort mogelijke tijd. Omdat het korte ritten zijn voor wielerbegrippen is de fiets allesbehalve comfortabel: het zadel is hard, er is geen demping en het stuur is heel smal waardoor de renner met zijn handen en ellebogen tegen elkaar zit.
In een virtuele windtunnel in Arnhem liet Veling een 3D-model maken van zijn houding. Op basis van computerberekeningen over de windstroming rolt daar een advies over de ideale houding, helm en kleding uit. Op het NK rijdt Veling voor het eerst met de nieuwe helm en de nieuwe kleding die uit het Verenigd Koninkrijk moest komen. Het pak lijkt drie maten te klein als hij z’n arm door de mouwen heen wurmt, maar dat hoort zo kennelijk.
Met dat alles hoopt Veling aanstaande woensdag tijdens het NK een gemiddelde snelheid van boven de vijftig kilometer per uur te halen. Dat zal zeker de laatste twintig minuten van de rit behoorlijk afzien worden. ‘Als je afstapt denk je: dit doe ik nooit meer. Dat hoort er wel bij. Het is wel een klein beetje jezelf pijn willen doen.’ Wat hij er leuk aan vindt? ‘Ik kick echt op snelheid, dat is waarom ik fietsen zo leuk vind. Dat je in een tijdrit ruim drie kwartier boven de vijftig kilometer per uur rijdt als het mee zit, dat is echt heel vet.’
Ook UvA-rechtenstudent Bart van Delden (20) start woensdag het NK Tijdrijden. Het is een belangrijke wedstrijd voor hem, al is het parcours niet op zijn lijf geschreven: ‘Ik houd meer van het explosievere werk op de kortere afstanden.’ De windtunneltest voerde Van Delden zelf uit met een apparaatje dat hij onder zijn stuur monteert. ‘Uit die metingen en de gegevens van je vermogensmeter kun je dan de luchtweerstand berekenen,’ vertelt Van Delden.
Door van helm of houding te wisselen, kun je zo achterhalen welke opstelling de minste luchtweerstand oplevert. Van Delden runt samen met UvA-rechtenstudent James Potter, regerend Nederlands Studentenkampioen wielrennen op de weg, een bedrijfje in die windtunneltesten: Aerospeedworks. ‘Het is een goedkoper alternatief voor de windtunnel, met dezelfde accuraatheid.’
Veling doet al aan wielrennen sinds zijn achtste en is sinds zijn zestiende ‘de boel serieus gaan nemen’. Op zijn twintigste nam hij een tussenjaar voor het wielrennen. Al liep dat niet zo soepel als gehoopt: sinds die tijd kampt Veling met een blessure die nog het meest lijkt op een beknelling van de liesslagader, een blessure waar veel wielrenners last van hebben. Dat betekent pijn in je benen en maar op halve kracht kunnen fietsen. ‘De afgelopen vier jaar ben ik aan het emmeren geweest.’
Richting perfectie
Sinds afgelopen winter heeft Veling op de tijdritfiets geen last van de blessure en wijdt hij zich volledig aan het tijdrijden. Profwielrenner Cees Bol schreef zijn trainingsschema. ‘Qua voorbereiding is het redelijk richting perfectie gegaan.’
Begin mei won Veling de tijdrit bij het provinciale kampioenschap Noord-Holland, eind mei won hij het studentenkampioenschap tijdrijden. ‘Tot zover gaat het goed, maar het NK is andere koek. Daar ga je je meten met de profwielrenners en de Tour-de-France-gasten.’
Veling start in hetzelfde veld als de profwielrenners met een contract bij een wielerploeg. Wel zijn er twee aparte huldigingen voor de profs en de elite heren zoals Veling die geen contract hebben bij een wielerploeg. ‘Daarom heb ik twee doelen: het veld van de elites zonder contract proberen te winnen en een top 10 plaats halen bij de echte profs. Daar moet ik wel een goede rit voor op de mat gaan leggen.’
Deze wedstrijd is dus een belangrijke voor Veling. ‘Alleen al om een nare periode van vijf jaar af te sluiten met iets moois.’ Natuurlijk zou het mooi zijn als hij het hem ook een contract oplevert bij een van de profploegen. ‘Maar dat is meer een droom dan een doel. Ik denk niet dat het gaat gebeuren eigenlijk. Ik ben 24, dan ben je eigenlijk wel te oud.’
Dan is het tijd voor de generale repetitie op de wielerbaan van Sportpak Sloten. Zijn neef en ouders zijn ook gekomen om te kijken. Maar het zit niet mee: eerst blijkt de band leeg en als dat opgelost is blijkt de wielerbaan in gebruik door een andere club. Te gevaarlijk om met belachelijk hoge snelheden langs te razen.
Later die avond, wanneer de wegen weer rustig zijn, rijdt Veling zijn generale repetitie op een rechte weg in Medemblik. ‘Was niet heel erg leuk, er stond superveel zijwind,’ appt hij daarover. Met een gemiddelde van 49,7 kilometer per uur over 35 kilometer haalde hij net zijn doel van 50 gemiddeld niet. ‘Maar volgende week ga ik wel volle bak en met iets minder wind zit ik precies waar ik moet zitten.’
Woensdag 21 juni is het NK Tijdrijden in Nunspeet. Om 13.30 gaat Bart van Delden van start bij de beloften en om 17.25 gaan Quinten Veling van start bij de elite heren.