Elke week eet UvA-student Charlotte Ruitenberg samen met vluchtelingen bij de roeivereniging. Maandagavond is het 250ste diner. ‘Het leukste komt wanneer de tafels zijn afgeruimd en de muziek aangaat: dan haken de mannen de armen ineen en dansen ze urenlang.’
PPLE-student Charlotte Ruitenberg (21) is vanavond een van de vrijwilligers tijdens het 250ste Havendiner dat bij de roeivereniging aan de Amstel plaatsvindt. Honderden vluchtelingen kunnen hier op maandagavond eten en ontspannen, samen met vrijwilligers en sponsoren.
Het idee voor de diners ontstond met de gedachte om vluchtelingen, die zich vaak in de opvang zitten te vervelen, een avondje vertier te kunnen bieden, schrijft oprichter Marinus Pannevis, die lang voor een advocatenbureau werkte. Maandag ontving hij de AmsterdamspeldDe Amsterdamspeld wordt uitgereikt aan Amsterdammers die zich minimaal vijf jaar op bijzondere wijze en onbetaald hebben ingezet voor de Amsterdamse samenleving op sociaal, maatschappelijk, cultureel of economisch gebied. voor zijn verdiensten.De Amsterdamspeld wordt uitgereikt aan Amsterdammers die zich minimaal vijf jaar op bijzondere wijze en onbetaald hebben ingezet voor de Amsterdamse samenleving op sociaal, maatschappelijk, cultureel of economisch gebied. De Amsterdamspeld wordt uitgereikt aan Amsterdammers die zich minimaal vijf jaar op bijzondere wijze en onbetaald hebben ingezet voor de Amsterdamse samenleving op sociaal, maatschappelijk, cultureel of economisch gebied. ‘Het voelde niet goed dat de vluchtelingen in de noodopvang zich stierlijk zaten te vervelen onder de rook van de Zuidas, waar wij in de glazen paleizen zoveel geld zaten te verdienen,’ staat op de site te lezen. Sinds twee jaar is Charlotte aangesloten bij de organisatie als vrijwilliger.
Wat doe je precies bij de diners?
‘Elke maandagavond komt er een groep vluchtelingen eten. De ene week zijn het Oekraïners, de andere week vluchtelingen uit het nabijgelegen asielzoekerscentrum (azc). We doen dit apart, omdat de culturen wel erg ver uit elkaar liggen. Elke week sponsort een ander bedrijf of school het eten en deze sponsoren blijven, nadat ze eerst een rondleiding krijgen in het azc, ook voor het diner.’
‘Ik sta in de bediening en help achter de bar. We hebben lange biertafels waar we de ruim honderd gasten kwijt kunnen. Dat zijn vaak zo’n tachtig vluchtelingen en twintig sponsoren. Iedereen zit heel gezellig door elkaar, we mengen ook bewust, zodat de vluchtelingen ook wat connecties in de Nederlandse samenleving opdoen. Dat praten gaat een beetje met handen en voeten. De kinderen spreken vaak nog wel wat Nederlands, maar met de volwassenen gaat het toch vooral met mimiek en handgebaren.’
Hoe kwam je er zo bij dit vrijwilligerswerk te gaan doen?
‘Ik zat vroeger op de internationale school in Den Haag, waar het een onderdeel is van je diploma om een service activity te verrichten. Ik woonde in een klein dorp bij Duinrell, waar elke winter vluchtelingen worden opgevangen. Zo kwam ik erachter dat mijn dorp een grote Eritrese vluchtelingenpopulatie telde, die zich erg verveelden. Dus zette ik een soort jeugdgroep op om een keer per week elkaar te ontmoeten. Ik haalde daar veel voldoening uit en raakte erg onder de indruk van het optimisme en veerkracht van deze jongeren.’
‘Toen ik in Amsterdam ging studeren, stopte ik in eerste instantie met vrijwilligerswerk, maar na een half jaar miste ik het flink. Zo kwam ik via via bij de Havendiners uit: ik zie daar dezelfde zucht naar er iets van willen maken bij deze mensen terug. Dat ze ondanks de traumatische ervaringen die ze hebben meegemaakt, toch zo vrolijk en dankbaar kunnen zijn, dat is iets wat me erg raakt.’
Hoe ziet zo’n maandagavond eruit?
‘We eten dus gezamenlijk en de koks maken vooral gerechtjes klaar die met elkaar gedeeld kunnen worden. Het leukste is als we na het eten de tafels opruimen en muziek aanzetten. Dan komen de verzoekjes en gaan de mannen dansen. Met z’n allen arm in arm gehaakt, in het midden van de dansvloer, dansen ze soms wel een uur tot anderhalf uur. Je ziet dat de mensen soms bijna niet kunnen wachten tot de muziek begint.’
Waarom is vanavond een speciale avond?
‘Het wordt steeds groter. Vorig jaar, bij het honderdste diner, waren er aanmerkelijk minder vluchtelingen en ook vrijwilligers. We willen dus ook kijken of en hoe we kunnen uitbreiden. We zien dat binnen het azc mensen ook steeds andere mensen meenemen. Dat is leuk. We hebben nu bijvoorbeeld ook een kinderprogramma opgezet, waar ze lekker buiten kunnen spelen of kleuren.’
Wat is je leukste herinnering tot nu toe?
‘Vrouwen mogen eigenlijk niet dansen in de Midden-Oosterse culturen, dus die zitten aan de zijkant terwijl de mannen dansen. Een paar weken terug hebben we alle mannen naar het balkon gestuurd, dus ook de vrijwilligers, deden we de gordijnen dicht en konden de vrouwen dansen. Dat was heel bijzonder, juist omdat ik het vanwege het cultuurverschil bijna niet kan voorstellen dat dit zo gescheiden is. Maar het ging heel soepel: de mannen vertrokken gemoedelijk naar het balkon.’
‘De muziek is ritmisch met een tamboerijn, en de vrouwen vormden dan ook een rij of een cirkel en begonnen te dansen. Dat gaat veel met de voeten. Ik zag ze echt opfleuren, het lichaam helemaal los, veel lachen, veel praten: kortom, veel energie en vreugde. Zelfs toen de mannen terugkwamen en de vrouwen weer moesten zitten, zag je in de lichaamshouding een verandering, levenslustig en blij.’