Verspringer David Cairo en zwemster Serena Stel, beiden UvA-student, komen in actie voor Nederland op de Universiade, de ‘Olympische Spelen voor studenten’, die vrijdag van start gaat. Wat zijn hun kansen?
Na twee keer uitgesteld te zijn door corona, kan het spektakel van de Universiade deze week dan eindelijk losbarsten. Duizenden topsporters maken vrijdag hun opwachting in de Chinese miljoenenstad Chengdu voor de 32ste editie van het internationale sporttoernooi. De Chinese president Xi Jinping liet al weten aanwezig te zijn bij de openingsceremonie.
Verwonderlijk is dat niet: de Universiade is in vrijwel alles geschapen naar het evenbeeld van de prestigieuze en mediagenieke Olympische Zomerspelen. Denk aan een medaillespiegel, vlaggendragers, een heus olympisch dorp en een vrijwel moordende concurrentie. Maar met één cruciaal verschil: de Universiade-deelnemers zijn naast topsporter ook student aan een hoger onderwijsinstelling uit een van de meer dan vijftig deelnemende landen.
Namens de UvA (en Nederland) doen verspringer David Cairo en zwemster Serena Stel mee aan de ‘Olympische Spelen voor studenten’. Wie zijn deze topsporters annex studenten en hoe schatten zij hun kansen in?
Het zal krap worden voor verspringer David Cairo. Vlak voordat hij naar Chengdu vliegt, neemt hij nog deel aan de Nederlandse Kampioenschappen (NK) atletiek in Breda. ‘Het is altijd belangrijk om je gezicht te laten zien op een NK,’ verklaart Cairo. Hij dingt op het NK steevast mee naar de prijzen. Vorig jaar werd hij derde, met een respectabele afstand van 7.35 meter. Aan de Nederlandse Atletiekunie wil hij graag laten zien hoe ver hij nu is. Zijn persoonlijke record staat inmiddels (met veel wind) op 7.75 meter en dit jaar werd hij Nederlands Kampioen indoor met een sprong van 7.66 meter.
Dan snel door naar de Universiade. Een toernooi met een beter spelersveld dan het NK. Toch mikt hij ook hier op een podiumplaats: ‘Of dat op de bovenste trede wordt, of ietsje lager, dat weet ik niet.’ Nog even afwachten hoe het deelnemersveld er precies uitziet, zegt hij.
‘De Universiade is wereldwijd groot, maar binnen de atletiek niet de allergrootste,’ vervolgt Cairo. Dat is – uiteraard – de Olympische Zomerspelen: het einddoel voor nagenoeg iedere atleet, dus ook voor Cairo. Het is voor hem ‘theoretisch haalbaar’ dat hij volgend jaar meedoet aan de Spelen in Parijs, geeft hij aan. ‘En anders die van Los Angeles in 2028.’
(Tekst gaat verder onder de afbeelding)
Twee studies
En dat naast het volgen van niet één, maar twee UvA-masters: wiskunde en natuurkunde. Niet de minste, ten aanzien van werkdruk en moeilijkheidsgraad. Van beide studierichtingen heeft hij ook de bachelor afgerond.
Het tekent zijn drift en ambitie, die hij ook op de trainingsbaan (bij Atletiekclub Phanos in het Olympisch Stadion, Amsterdam) naar eigen zeggen consequent aan de dag legt. ‘Je probeert uit elke training het maximale te halen,’ zegt Cairo. ‘Dat verandert in principe niet in aanloop naar de Universiade. Maar je wordt wel nóg gemotiveerder en gretiger tijdens het trainen.’
Definitief kiezen tussen zijn bètastudies en topsport wil hij vooralsnog niet. Cairo: ‘De regels voor topsportcompensatie aan de UvA zijn niet gemaakt voor topsportstudenten die twee studies volgen. Dat begrijp ik ook wel, het is een bizarre combinatie. Maar ik vind het alle drie leuk, dus ik ga proberen om het allemaal te doen.’ Al is het noch voor je sport, noch voor je studie optimaal, zegt hij. ‘Met de nadruk op dat laatste.’
Volgens zwemster Serena Stel is de Universiade haar eerste grote, internationale toernooi bij de senioren. Eerder zwom ze al wel Europa Cup- en Wereldbekerwedstrijden – toch ook niet de minste toernooien qua omvang en intensiteit – ‘maar dit is het eerste écht grote toernooi,’ vindt Stel. ‘Want de Universiade is eigenlijk gewoon een Olympische Spelen voor studenten.’
Aan ambitie geen gebrek. Ze wil de Universiade gebruiken om zich te kwalificeren voor het WK Zwemmen, om vervolgens deelname aan de Olympische Zomerspelen veilig te stellen. Liefst die van Parijs 2024, anders die van LA, vier jaar later. Net als Cairo.
Om dat proces in gang te zetten, gaat ze op de Universiade voor een finaleplek, zowel op de 400 en 800 als de 1500 meter vrije slag. Daarvoor zal ze bij de acht snelste tijden moeten eindigen in de series. Wat opvalt is dat haar snelst gezwommen tijden niet zover afliggen van de vorige Universiade-medaillewinnaars. Van een reële kans op eremetaal lijkt desondanks geen sprake. ‘Over het algemeen is het niveau hoog op deze wedstrijden,’ zegt Stel. Eerst maar eens de finale halen. ‘Dan pas kijken wat ik daar nog kan presteren.’
(Tekst gaat verder onder de afbeelding)
Vooruit plannen
Niet te hard van stapel lopen, is dus het devies. Het is tenslotte ook allemaal vrij snel gegaan voor Stel: in 2022 en het jaar daarvoor voldeed ze nog niet eens aan de kwalificatie-eisen voor de Universiade. Haar tijden waren nog niet snel genoeg in het zwembad, mede doordat ze haar pijlen richtte op wedstrijdzwemmen in open water. Die afstanden zijn met circa tien kilometer flink langer dan de korte afstanden in het zwembad. Maar ook studie speelde een rol.
Stel volgt de master medical technology and physics, met vakken aan de VU en de UvA. In haar studie kan ze het sporten even helemaal loslaten. ‘Ik heb al genoeg sport in mijn leven,’ grapt ze. Elke dag trainen van zes uur ’s ochtends tot acht, en ’s avonds op hetzelfde tijdstip weer twee uur vol aan de bak bij zwemvereniging De Dolfijn in Amsterdam. ‘Dan leer je wel vooruit te plannen.’
Pas dit jaar lukte het haar om snel genoeg te zijn in het zwembad om zich te kunnen kwalificeren voor de Universiade. Dat het toernooi twee keer geen doorgang kon vinden vanwege corona kwam voor haar dus niet ongelegen. Met een lach: ‘Voor mij was het beter dat het werd uitgesteld.’
De Universiade duurt van 28 juli tot 8 augustus en vindt plaats in het Chinese Chengdu. Zowel verspringen (atletiek) als zwemmen begint op 1 augustus. Beide sporten eindigen op respectievelijk 6 en 7 augustus. Bekijk hier het volledige programma.