De gemeente Amsterdam hield donderdagmiddag een welkomstbijeenkomst voor nieuwe studenten uit het Caribisch gebied. Hoe is het voor hen om hier te gaan studeren? ‘Je verliest de gemeenschapszin van het eiland, maar je krijgt er onafhankelijkheid terug.’
Vergelijk het hiermee, zegt aankomend UvA-student Jheirhen-Armani France (Communication Studies, 21), ‘In Sint Maarten ben je een grote vis in een klein aquarium, en in Amsterdam ben je een kleine vis in een groot aquarium.’ Een fundamenteel verschil. ‘Je verliest de gemeenschapszin van het eiland, maar je krijgt er onafhankelijkheid voor terug,’ voegt de geboren Sint-Maartenaar eraan toe.
Treffender is de overgang van het familiaire en gemoedelijke leven op een van de Caribische eilanden naar het (vaak) onbekende Nederland waarschijnlijk niet uit te drukken. ‘In het begin had ik nog wel een beetje een culture shock,’ zegt Jheirhen-Armani, die inmiddels één jaar in Nederland woont. ‘Maar het is allemaal onderdeel van het volwassen worden.’
En dan is er ook nog het Nederlandse weer… ‘Ook een ervaring op zich,’ lacht Jheirhen-Armani. Zo’n ‘ijskoude winter’ als hier had hij nog nooit meegemaakt. Op Sint Maarten komt het kwik over een heel jaar gezien zelden onder de twintig graden. Vaker is het dertig graden of warmer, net als op Aruba en Curaçao.
Met al die kennis in het achterhoofd organiseerde stadsdeel Centrum donderdagmiddag een jaarlijkse welkomstbijeenkomst in het (politieke) hart van Amsterdam, in de hoop de landing van de aankomende UvA-, VU- en HvA-studenten uit het Caribisch gebied enigszins te verzachten. In de plechtige vergaderzaal van de Amsterdamse gemeenteraad konden nieuwelingen, onder de bezielende leiding van moderator Tanja Fraai, elkaar beter leren kennen en tips krijgen van Antillianen die al eerder in Nederland zijn komen wonen, studeren of werken.
Braindrain
Een opvallend vaak genoemde tip is ‘kom op tijd’. Onder meer Jheirhen-Armani werpt het plenair op, evenals de gevolmachtigde minister van Aruba, Juan Edberto Thijsen. ‘Op tijd zijn is heel belangrijk in Nederland, zowel als student als op het werk,’ zegt Thijsen. ‘Als je bijvoorbeeld de tram moet pakken om twaalf uur, en je komt één minuut van tevoren aan, dan gaat het mis!’
De nadruk ligt ’s middags ook veel op de braindrain waar de Caribische eilanden mee kampen. De gevolmachtigde ministers van Sint Maarten, Aruba en Curaçao zouden allen graag zien dat de studenten die binnenkort in Amsterdam gaan studeren, iets terug zouden doen voor de samenlevingen die ze achterlaten, blijkt uit hun inbreng in de raadzaal.
‘Of in Nederland trouwens’, voegt de gevolmachtigde minister van Curaçao, Carlson Manuel, er in allerijl nog maar aan toe. ‘Laat ik dat even rechtzetten, want hier kan je ook iets voor je land betekenen,’ zegt hij, met vervolgens toch weer de oproep: ‘Sint Maarten, Aruba en Curaçao hebben jullie nodig.’
Geen taalbarrière
Niet voor iedereen was de overstap naar Nederland overigens moeilijk, bleek eerder op de middag. Voor aankomend UvA-studente Alexandra (Economics and Business Economics, 19) was de overgang van Aruba, waar ze is opgegroeid, naar Amsterdam helemaal niet zo groot, vertelt ze tegen Folia. Ze heeft geen last van een taalbarrière. In gesprekken met passanten wisselt ze moeiteloos van vloeiend Nederlands via Engels naar Papiaments. Afhankelijk van wat de toehoorder het beste uitkomt.
Daarnaast heeft ze veel familie en vrienden in Nederland wonen. Haar zus in Groningen bijvoorbeeld, waar ze nu tijdelijk bij inwoont. Maar dat die stad niet even verderop ligt, weet ze inmiddels ook: ‘Groningen is heel ver weg, vanaf Amsterdam.’ Gelukkig kan ze net voor het begin van haar studie intrekken in een containerwoning in Amsterdam-Oost, betrekkelijk dicht bij het UvA-faculteitsgebouw van Economie.
Waarom ze voor Amsterdam koos? ‘Ik wilde graag naar een grote stad, met meer mensen, meer kansen, en meer culturen. Aruba is maar een klein land.’ Ze staat open voor wat de toekomst haar gaat brengen. Gisteren wist ze nog niet dat ze vandaag bij deze welkomstbijeenkomst zou zijn, maar ja, dacht ze vanochtend, ‘lets check it out. Ik ben nieuw hier in Amsterdam, dus waarom niet?’
Verbroedering
Wat vooral blijft hangen na afloop, is de verbroedering onder de aanwezigen, die duidelijk door alle generaties en rangen heenloopt. De gevolmachtigde minister van Sint Maarten, Rene Violenus, grapt en lacht wat af met Jheirhen-Armani. Hij noemt ‘m steevast ‘Armani’.
Ze zien elkaar geregeld, vertellen ze, zoals laatst nog bij een barbecue in Den Haag. Minister Violenus: ‘Vrijwel iedereen kent elkaar op Sint-Maarten, en anders wel diens ouders of andere familieleden. Ook hier in Nederland worden veel activiteiten georganiseerd voor Sint-Maartenaren.’ Zo blijkt het gemeenschapsgevoel van de Caribische eilanden met het oversteken van de Atlantische Oceaan welbeschouwd toch niet helemaal verloren te gaan.