De vaststelling van de UvA-begroting 2024 dreigt in het moeras vast te lopen nu de medezeggenschap al enige maanden weigert in te stemmen met de hoofdlijnen van de begroting. De UvA dreigt nu naar de geschillencommissie te stappen om instemming af te dwingen.
Het is lang niet voorgekomen, maar nu dreigt het toch te gebeuren: een rechtsgang van de UvA om van de medezeggenschap instemming af te dwingen met betrekking tot de hoofdlijnen van de UvA-begroting voor volgend jaar. De gezamenlijke vergadering (gv) van de centrale studentenraad en de centrale ondernemingsraad heeft al in juli aangegeven niet akkoord te gaan met de zogenoemde Kaderbrief, de voorbereidende berekeningen voor de begroting van het komende jaar. De medezeggenschap heeft wettelijk instemmingsrecht op de Kaderbrief en heeft een breekpunt gemaakt van de huisvesting op de Roeterseilandcampus (REC). Dat breekpunt staat sinds juli nog recht overeind.
Advies
De gv heeft een kwestie gemaakt van de huisvesting op het REC omdat de medezeggenschapsdeelname aan de ontwikkeling van de REC, waar drie faculteiten en allerlei diensten zijn gevestigd ‘niet afdoende en wederzijds is geregeld’. Volgens de UvA is dit echter ‘geen hoofdlijn van de begroting’. De gv heeft aangegeven eerst ‘juridisch advies’ te willen inwinnen voordat men eventueel instemt met de Kaderbrief.
Ondertussen loopt de begrotingskalender gewoon door, want de UvA heeft inmiddels de conceptbegroting voor volgend jaar vastgesteld, mede op basis van een Kaderbrief waar de medezeggenschap niet mee heeft ingestemd. Het duurt het UvA-bestuur allemaal veel te lang: men wil hom of kuit vóór 15 november. In een brief aan de gv schrijft bestuursvoorzitter Geert ten Dam dat bij uitblijven van instemming het UvA-bestuur ‘zich genoodzaakt ziet om de Landelijke Commissie voor Geschillen medezeggenschap Hoger Onderwijs (de Commissie) te verzoeken aan het CvB toestemming te verlenen om de hoofdlijnen van de begroting vast te stellen.’ Vooruitlopend daarop heeft het UvA-bestuur de Raad van Toezicht gevraagd ‘om te onderzoeken of een minnelijke schikking mogelijk is’.
Geen kasgeld
De kwestie heeft inmiddels haast omdat 2023 op zijn einde loopt en het nieuwe jaar – mogelijk zonder begroting – aanstaande is. Dat kan grote financiële gevolgen hebben, aldus Ten Dam. ‘Zo lang instemming op de hoofdlijnen van de begroting ontbreekt op 1 januari 2024, kan het CvB slechts beschikken over 4/12 van de middelen die in de begroting van het voorgaande jaar waren opgenomen.’