Mogelijke coalitiepartners PVV, NSC en BBB willen de verengelsing aan Nederlandse universiteiten tegengaan. Hoe valt dat bij internationale UvA-studenten en medewerkers, maken zij zich zorgen?
Enkel Nederlandstalig. Als het aan PVV-leider Geert Wilders ligt, is dát hoe alle bacheloropleidingen aan Nederlandse universiteiten voortaan worden ingericht. Nu hij vorige week met overmacht de Tweede Kamerverkiezingen won, is de kans dat de PVV dit plan kan doorvoeren een stuk reëler geworden.
Een kabinet met Nieuw Sociaal Contract (NSC) en BBB ligt tenslotte in de lijn der verwachting, en ook deze partijen zijn zeer kritisch op de toenemende internationalisering aan Nederlandse universiteiten.
Of het zover komt, valt nog te bezien. Maar juridisch lijkt taalbeleid in ieder geval mogelijk, constateert Nik de Boer, universitair docent constitutioneel recht aan de UvA. ‘In vele andere Europese landen is Engels ook niet de voertaal op universiteiten,’ licht hij toe. ‘Directe discriminatie op grond van nationaliteit kan weliswaar niet binnen de Europese Unie, maar indirect kan dat wel. Bijvoorbeeld door taalbeleid, waarbij opleidingen verplicht Nederlandstalig worden gemaakt.
Voor een volledig Engelstalige UvA-opleiding als Politics, Psychology, Law and Economics (PPLE), met zo’n 65 tot 70 procent aan buitenlandse studenten in de gelederen, zou een dergelijke maatregel enorme consequenties kunnen hebben. Het idee van de studie is om een constructieve bijdrage te leveren aan de grote, maatschappelijke uitdagingen van deze tijd, stelt PPLE-decaan Radboud Winkels. Zoals klimaatverandering. ‘En die problemen houden zich niet aan landsgrenzen.’
Vandaar dat PPLE van zijn studenten vloeiend Engels eist, zowel in lezen en schrijven als spreken. Overstappen naar het Nederlands zou het (internationale) karakter van de studie fundamenteel aanpassen, vindt Winkels. Daarnaast zijn er praktische bezwaren. ‘Er gaat wel wat tijd overheen, voordat onze internationale docenten goed in het Nederlands les kunnen gaan geven.’
Uitzondering
Winkels hoopt daarom dat de uitzonderingspositie voor studies met een kleinschalig en intensief karakter in stand blijft. Deze staat geformuleerd in het nog aan te nemen conceptwetsvoorstel Internationalisering in balans van demissionair minister Robbert Dijkgraaf (OCW). Volgens de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) voldoet PPLE aan die vereisten.
Als dat wetsvoorstel ongewijzigd wordt aangenomen dan zal dat naar verwachting dus geen consequenties voor onze opleiding hebben, noch voor bijvoorbeeld het Amsterdam University College (AUC), aldus Winkels. Of de nieuwe Kamer daar belangrijke veranderingen in gaat aanbrengen, ‘blijft koffiedik kijken, maar ik ga er vooralsnog niet van uit’.
(Tekst gaat verder onder de afbeelding)
FPÖ
Dat geldt ook voor tweedejaars PPLE-student Luca Gerhardus. Bang dat hij zijn studie straks alleen nog maar in het Nederlands kan vervolgen, is hij sowieso niet. ‘Mijn Nederlands is non-existent,’ erkent de geboren Oostenrijker, ‘maar dit zie ik niet zo snel gebeuren’. Bij PPLE niet, maar ook niet bij andere studies, voegt hij eraan toe.
Gerhardus wijst op de internationaal georiënteerde universiteiten in Maastricht en Utrecht. Deze maatregel zou ze ‘ruïneren’, denkt hij. Bovendien merkte hij het ook niet toen de rechtse partij FPÖ, thuis in Oostenrijk, aan de macht kwam. ‘Ik voel niet veel verschil tussen verschillende overheden, maar misschien gaat dat nu anders zijn.’
Ook de Poolse bachelorstudenten Julia Kierszka en Basia Brulinska verwachten niet dat het zo’n storm zal lopen met de anti-internationaliseringsplannen van Wilders, zo blijkt op de Roeterseilandcampus. Kierszka studeert psychologie aan de UvA, Brulinska bedrijfskunde. ‘Nederland is zo’n internationaal land,’ zeggen ze beiden. ‘Ik denk niet dat het mogelijk is voor een komende regering om al die Engelstalige studies ineens te schrappen,’ aldus Brulinska.
Een bubbel
Even schrikken was het echter wel voor de gesproken studenten toen ze de verkiezingsuitslag zagen. Neem Gerhardus. Onder zijn medestudenten bij PPLE kent hij niemand die rechts stemde. PPLE is een beetje een bubbel, lacht hij. ‘Alle PPLE-studenten waren enorm boos, net als ik.’
Bezorgdheid is er ook. De Chinese psychologiestudent Jiyao Dai vertrekt zelf ‘gewoon weer naar het Verenigd Koninkrijk of Canada’, maar ‘andere internationale studenten kunnen hier straks geen studie of baan meer vinden,’ vreest hij, ‘en misschien niet eens blijven wonen.’
Dat laatste gaat naar verwachting ook voor internationale medewerkers aan Nederlandse universiteiten steeds moeilijker worden. Zeker voor degenen met een kleine beurs, en zeker in Amsterdam. Onlangs nam de Tweede Kamer een amendement aan van onder meer Pieter Omtzigt (NSC), waardoor de zogeheten 30-procent regeling voor expats versobert. Tot voor kort konden internationale medewerkers door dit belastingvoordeel gemakkelijker aan een woning komen in Nederland.
Een peiling van zes universiteitsbladen onder 1330 internationale studenten en medewerkers in andere universiteitssteden wees eerder al uit dat zo’n 25 procent zich (zeer) ongewenst voelt in Nederland. 55 procent voelt zich welkom of zeer welkom.
Deze peiling is uitgevoerd voor de verkiezingsuitslag bekend werd gemaakt.
Geen grootverdieners
Binnen PPLE hoort Winkels nog geen harde geluiden van medewerkers die zich daar zorgen overmaken. ‘Maar dat sommigen het als een probleem zullen gaan ervaren, lijkt mij logisch.’ Met name de junior docenten, benadrukt hij, die doorgaans werkgroepen geven. Zij zijn jong, vaak net gepromoveerd, en geen grootverdieners op de universiteit. ‘Die expatregeling scheelt voor hen behoorlijk. Vermoedelijk zal daar dus nog tegenaan gehikt gaan worden door een aantal van onze docenten.’
Keerzijde van die 30 procent-regeling is dat het extra druk op de overspannen woningmarkt plaatst, redeneert Omtzigt. Bovendien zouden die belastinginkomsten beter besteed kunnen worden, vindt hij. Aan ‘het verlagen van de rente op studieleningen’, bijvoorbeeld. Fijn voor studenten uit de pechgeneratie dus, een domper voor internationale medewerkers – met de formatie onder leiding van Wilders nog in het vooruitzicht.