Nog steeds vlees in UvA-kantines, al eet meerderheid inmiddels plantaardig
Het is weer de Week zonder vlees & zuivel. In de UvA-kantines werd in vier jaar tijd fors minder vlees gegeten. Toch wordt de verkoop van dierlijke producten niet helemaal afgezworen, al zet de catering ook steeds meer in op plantaardig. ‘Ons streven is nu 70 procent plantaardig en 30 procent vlees. Dat willen we ophogen naar 80/20.’
Het is de bedoeling dat er in de Week zonder vlees & zuivel zeven dagen lang geen vlees- en zuivelproducten worden gegeten of gedronken. Maar voor de UvA is dat nog steeds een stap te ver. Er wordt weliswaar meer plantaardig aangeboden, maar vlees staat ook nog steeds op het menu, alhoewel meer verstopt, zegt Rob Szrama van cateraar Cirfood.
‘We geloven nog steeds in de vrijheid van keuze’, aldus Szrama. ‘Maar we bieden deze week dus wel minder vlees en zuivel aan. Zo zetten we de hele maand maart producten van de vegetarische slager in het zonnetje en kunnen studenten die dat kopen prijzen winnen, zoals tickets voor Walibi of de Efteling. Op het Science Park bieden we in plaats van twee broodjes vlees nu één aan, die we iets minder in het zicht zetten. Daarmee proberen we studenten die normaal gesproken voor vlees kiezen te verleiden om vegetarisch of veganistisch te eten.’
Want dat laatste – vega of vegan eten – is steeds populairder geworden. At in 2019 nog ruim 42 procent van de mensen in de UvA-kantines vlees, in 2023 was dat nog maar 28 procent, blijkt uit cijfers van Cirfood. In 2019 at bijna 13 procent veganistisch; vorig jaar was dat bijna een kwart. Het aandeel mensen dat voor de vegetarische optie koos, bleef stabiel boven de veertig procent.
Beter voor milieu
Momenteel biedt cateraar Cirfood voor rond de 70 procent plantaardige producten aan, tegenover 30 procent vlees. Maar dat gaat in de toekomst wellicht veranderen. ‘Dat willen we ophogen naar 80/20,’ aldus Szrama. Daarvoor is de cateraar in gesprek met Facility Services: een harde datum wanneer dit streven in zou kunnen gaan, kan de cateraar nu nog niet geven.
‘Wij geloven dat plantaardig eten beter is voor het milieu’, zegt Szrama. ‘Maar we zien ook dat vegetarische en veganistische producten een gigantische ontwikkeling doormaken wat betreft smaak en kwaliteit. Zo komen er ook voor de vleeseter steeds meer interessantere alternatieven.’
Ook biedt de cateraar nog ‘minimaal’ producten aan van herkauwers, zoals rund of schaap. Dit stond in de afspraken die zijn gemaakt in het zogenoemde ‘white paper duurzaamheid’ in 2021. Szrama: ‘Helemaal vermijden is erg lastig, omdat we ook producten gebruiken van fabrikanten die deze producten wel gebruiken, zoals bouillon in de soep. Maar rosbief en carpaccio verkopen we bijna niet meer. Een kilo rundvlees is heel slecht voor het milieu. Dan kiezen we liever voor kip, of beter nog, voor vegetarische opties.’
