Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Oorlogsdagboeken | Het dagelijkse leven van Amsterdamse vrouwen belicht
Foto: EGO/65A, Aletta, instituut voor vrouwengeschiedenis
actueel

Oorlogsdagboeken | Het dagelijkse leven van Amsterdamse vrouwen belicht

Sija van den Beukel Sija van den Beukel,
30 April 2024 - 15:00

Hoe zag het dagelijks leven van Amsterdamse vrouwen eruit tijdens de Tweede Wereldoorlog? UvA-onderzoekers linkten zes oorlogsdagboeken van Amsterdamse vrouwen aan de archieven. Op Dodenherdenking gaat de website in het Stadsarchief online. ‘Via de dagboeken opent zich een netwerk van vrouwen op onafhankelijke posities.’

‘Vlak bij ons in de Breitnerstraat is het een complete vuilnisbelt,’ schrijft de pleegmoeder van de Joodse baby Berdi Vieyra-Pront in haar dagboek op 10 maart 1945. ‘Men ziet er arme mensen, de weinige kooltjes, die er nog in zouden zitten, uitzoeken en met hun handen het vuil opzijschuiven. De mensen zien zwart en groezelig; sommigen zijn overdekt met vuile korsten, want zeep is er niet.’

 

Op 25 april 1945: ‘Vanmiddag, toen wij langs het Leidse bosje gingen, viel daar een arme vrouw flauw met haar kindje. Zij had waarschijnlijk staan bedelen. Een heer gaf haar f. 25,-, maar je kunt er haast niets voor krijgen. De groente is vrij, maar schandelijk duur.’

Marleen Rensen
Marleen Rensen

Het fragment is een voorbeeld uit één van de zes oorlogsdagboeken die Marleen Rensen, UvA-onderzoeker bij de Faculteit der Geesteswetenschappen selecteerde voor het project de Amsterdam Diaries Time Machine: een interactieve website waar de bezoeker kan navigeren door de oorlogsdagboeken van Amsterdamse vrouwen. Ook de dagboeken van onder anderen verzetsstrijder en illustrator Toby Vos en kleuterleidster in opleiding Els Polak zijn vanaf 4 mei op de website te bezichtigen. De dagboeken zijn geïllustreerd met beelden uit de Amsterdamse archieven gekoppeld aan persoonsnamen, gebeurtenissen, gebouwen en straten.

 

Wat maakt de dagboeken bijzonder?
‘De verzameling van de dagboeken werpt licht op vrouwen die we nog niet, of niet zo goed kenden. De ervaringen verschillen, sommige vrouwen zitten nog op school en schrijven over beperkingen zoals de straat niet op kunnen of niet met de trein kunnen reizen. Anderen schrijven over de luchtgevechten en de hongersnood, over in de rij staan voor groenten en naar familie buiten Amsterdam gaan om eten te halen.’

‘Door de huiselijke taferelen komt de stad in oorlogstijd tot leven en wordt de oorlog invoelbaar’

‘Een bijzonder verhaal is dat van twee pleegmoeders uit Amsterdam-Zuid die de Joodse baby Berdi Vieyra-Pront van nog geen twee weken oud onder hun hoede namen. De pleegmoeders schrijven het dagboek door de ogen van de baby, een vorm die ik niet vaak heb gezien.’

 

‘Wat het ook bijzonder maakt is dat het een lesbisch koppel is dat een baby krijgt via de huisarts, iets wat in die tijd niet gebruikelijk was. Dat illustreert ook dat de oorlog niet alleen een crisis is maar ook een kans. En het roept weer nieuwe vragen op: hoeveel vrijheid was er in die tijd voor een vrouwenkoppel dat een kind wilde?’

 

‘Soms zit het het bijzondere ook in kleine details. Er wordt veel geschreven over de kat in huis, die bij luchtalarmen en de bombardementen voortdurend in paniek raakt en onder de bank schiet. Natuurlijk weet je dat er in de oorlog bombardementen waren, maar door over die huiselijke taferelen te lezen komt de stad in oorlogstijd tot leven en wordt de oorlog meer invoelbaar.’

 

Waarom kozen jullie voor oorlogsdagboeken van vrouwen?
‘Als het over oorlog gaat dan gaat het heel vaak over gevechten en militairen, de vrouwen zijn in geschiedenis nog altijd onderbelicht. Terwijl de oorlog ook de huiskamer binnenkomt en veel vrouwen actief waren in het verzet. In de dagboeken wordt ook geschreven over vrouwen die de functies van mannen overnemen, zo zijn er vrouwelijke conducteurs op de tram en in de trein en komen er meer vrouwelijke postbodes.’

Tijdmachine voor de geschiedenis van Amsterdam

Om de dagboeken te kunnen linken aan de archieven, digitaliseerden de onderzoekers alle dagboeken met Transscribus, de AI-tool die handgeschreven teksten scant en omzet naar digitale bestanden. Vervolgens voorzagen de onderzoekers alle locaties, personen en gebeurtenissen van een tag om de dagboeken doorzoekbaar te maken. ‘Een hoop handwerk, daarom zijn het nog geen twintig of dertig dagboeken,’ vertelt onderzoeksleider Boudewijn Koopmans.


Het dagboekenproject is onderdeel van een groter project, de Amsterdam Time Machine, de digitale infrastructuur om alle archiefdata uit Amsterdam met elkaar in verband te brengen. Via een de locatiedatabase Adamlink worden alle historische adressen van Amsterdam als een soort kapstok gebruikt om er andere archiefstukken aan te koppelen. Uiteindelijk, wanneer de database kan de bezoeker dan terugreizen in de tijd en door buurten, straten en huizen navigeren als een soort ‘Google Earth van het verleden’.

Wat voegt de Amsterdam Diaries Time Machine toe aan de oorlogsdagboeken?
‘We hebben bewust gekozen voor de dagboeken die expliciet verwijzen naar plekken in de stad. Zo konden we de locaties in kaart brengen en daar komen bepaalde bewegingspatronen uit naar voren. Iedereen kreeg te maken met beperkingen van de oorlog en je ziet in de dagboeken dat de stad voor sommige stadbewoners letterlijk kleiner wordt.’

 

‘De pleegouders wandelden veel met de baby, vooral in Amsterdam-Zuid maar ook naar de Jordaan. Logisch misschien, net als tijdens corona was er verder niet veel te doen, dus dan gaan mensen wandelen. Met de locaties erbij ga je met een andere blik naar de dagboeken kijken. Vaak denken we dat een dagboek alleen gaat over de binnenwereld en de gevoelswereld, maar ze zijn ook in de ruimte gesitueerd.’

 

‘Daarnaast worden in de Amsterdam Diaries Time Machine de locaties, personen en gebeurtenissen ook gelinkt aan beelden uit de stadsarchieven. Ook kun je via de website gekoppelde informatie over de schrijfsters en hun familie en vrienden terugvinden. Tussen de regels door lees je bijvoorbeeld dat de pleegouders Cornelia Hennekam en Margaretha van Hinte onafhankelijke vrouwen zijn – de een is aanneemster, de ander heeft een eigen zaak – en in intellectuele kringen verkeren. Ze zijn bevriend met de huisartsen Ben Sajet en zijn vrouw Thea Sajet-Venema en de latere hoogleraar Maartje Draak komt er geregeld over de vloer, zij was het eerste vrouwelijke lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Via de dagboeken opent zich een netwerk van vrouwen op onafhankelijke posities.’

 

Zaterdag 4 mei tussen 14.00-16.00 uur wordt de interactieve website Amsterdam Diaries Time Machine gelanceerd in het Stadsarchief in Amsterdam. Mevrouw Vieyra-Pront, de Joodse baby waarover in één van de dagboeken wordt geschreven zal daar geïnterviewd worden door Marleen Rensen. Aanmelden kan via deze link.

website loading