De aangekondigde bezuiniging van 1 miljard door het nieuwe kabinet in het hoger onderwijs kan maar weinig op begrip rekenen bij het Universiteitsforum. Dinsdagavond kwamen zo’n honderd UvA’ers samen in De Rode Hoed om daar over te discussiëren.
Het is dinsdag, 1 oktober. Tijd voor een Universiteitsforum van de UvA. In ‘nieuwe stijl’, want het forum vindt niet meer zo vaak plaats als voorheen, maar slechts twee keer per jaar, mét diner op een mooie locatie. Ditmaal in de hoofdzaal van de Rode Hoed. Daar zitten dinsdagavond zo’n honderd UvA’ers, onder wie studenten, docenten en twee leden van het College van Bestuur, Jan Lintsen en rector Peter-Paul Verbeek, klaar om in discussie te gaan.
Snel wordt duidelijk dat ze allemaal op enigerlei wijze bezig zijn met dat zwaard van Damocles dat deze avond boven hun hoofd hangt. Die forse, aangekondigde bezuiniging in het hoger onderwijs (circa 1 miljard) van ‘het eerste radicaal-rechtse kabinet sinds de oorlog’, zoals moderator en docent rechtstheorie Tamar de Waal, de Nederlandse regering in haar openingswoord onomfloerst noemt.
‘Slechtste bezuiniging ooit’
Welke gevolgen deze forse bezuiniging precies zal hebben voor het hoger onderwijs, is nog niet bekend, maar de startersbeurzen lijken in ieder geval geschrapt te gaan worden. Hoe dan ook lijkt aan het begin van de avond niemand écht zin te hebben om de aangekondigde inkrimping van dit kabinet eens vurig te gaan verdedigen. Integendeel. De enige spreker achter de katheder vanavond roept meteen op tot staken. Aan het woord is Rens Bod, oprichter van WOInActie en hoogleraar Digital and Computational Humanities aan de UvA. Hij noemt het veelzeggend de ‘slechtste bezuiniging op het hoger onderwijs ooit’. Alleen in actie komen zou daartegen afdoende zijn, vindt hij.
Vervolgens is het aan de zaal om met initiatieven te komen. Dat gebeurt aan de hand van de volgende, vrij suggestieve stelling: ‘De hele universiteit, waaronder alle studenten, zouden actief moeten demonstreren tegen de aangekondigde bezuinigingen. De beste manier om dit te doen is...?’
Toch is deze opening en opzet niet helemaal exemplarisch voor het verdere verloop van de avond. In de groepjes, waarin gediscussieerd wordt over deze stelling, klinken wel degelijk andere geluiden door. Mensen die vinden dat er best even pas op de plaats gemaakt mag worden door het hoger onderwijs of inzien dat dit kabinet nou eenmaal andere keuzes maakt. Een sentiment van ‘we moeten die bezuiniging maar accepteren met z’n allen’, ‘roeien met de riemen die we hebben’. Het viel de rector ook op, zei hij later op de avond, in een korte, plenaire toespraak. Verder kwamen deze geluiden echter niet naar voren, buiten de intieme setting van de groepjes om.
Plenair waren het eerder demonstraties die belangrijk werden geacht. Staken tegen de plannen kon ook op begrip rekenen. Rens Bod hoorde naar eigen zeggen ‘geen oppositie tegen zijn plannen’ in het groepje waar hij inzat. ‘Of iedereen was heel vriendelijk tegen mij…’ zegt hij lacherig.
Rol van wetenschappers
Tweede stelling dan, opgediend zo rond het hoofdgerecht: twee stukjes bloemkool in een pureesausje. De stelling die ter tafel kwam, luidt: ‘De grootste bedreiging voor de academische vrijheid is niet de academische bezuiniging, maar…? Het lamleggen van de medezeggenschapsraden volgens de een, het afdoen van wetenschap als niet meer dan een opinie, volgens de ander. Bij dat laatste is ook een rol voor de wetenschap zelf weggelegd, merkt iemand met een bèta-achtergrond op. Wetenschappers moeten duidelijk maken wat wetenschap is en wat het voor mensen kan betekenen, vindt hij. ‘Bijvoorbeeld: mensen uitleggen dat je zonder relativiteitstheorie geen gps kunt gebruiken.’
De uitkomsten van de avond worden naar het College van Bestuur gestuurd. Het slotwoord is aan een lid daarvan, rector Peter Paul Verbeek. Hij zag veel diversiteit in de discussie, maar rondt af in stijl: ‘Dat we het niet eens zijn met die bezuiniging van 1 miljard, daar zijn we het allemaal wel over eens.’