De bètafaculteiten van de UvA en de VU gaan samen in de grootste bètafaculteit van Nederland – werknaam Amsterdam Institute of Science. Dat staat althans in de intentieverklaring die de collegevoorzitters van de beide universiteiten op 16 mei ondertekenden. De reacties op deze plannen zijn lang niet allemaal positief.
De schaalvergroting moet volgens de initiatiefnemers leiden tot meer combinatiemogelijkheden voor interdisciplinair onderzoek en het binnenstromen van Europese onderzoeksgelden. Burgemeester Eberhard van der Laan rept zelfs van ‘een fenomenale stap’.
Inleveren
Maar er klinken ook tegengeluiden. Cultureel antropoloog Flip Lindo, die in de Centrale Ondernemingsraad (COR) zit, vindt het oneerlijk dat de UvA alle subsidie die zij aan de prestatieafspraken hoopt te ontlenen begroot voor het realiseren van de samenwerkingsplannen. Lindo: ‘Andere faculteiten zien niets terug van het geld van de prestatieafspraken, terwijl we wel allemaal moeten inleveren.’ De COR heeft op 9 mei een brief met die strekking gestuurd aan het College van Bestuur van de UvA.
Enorme klus
Een ander punt van zorg is de praktische uitwerking van het plan. Het integreren van de ondersteunende diensten is op deze schaal een enorme klus en de universiteiten hebben zich in het verleden niet bepaald als feilloze ict-projectleiders getoond. En tenslotte zijn er nog de cultuurverschillen tussen de stadse UvA en de dorpse VU. Hoogleraar sterrenkunde Lex Kaper, die college geeft bij beide instellingen, onderschrijft dat de studentenpopulaties erg verschillen. 'Er zijn studenten die heel bewust voor de VU kiezen en niet voor de UvA en andersom. Die merknamen gaan nu verloren. Dat kan studenten afschrikken.'
Lees Folia Magazine #32 voor het volledige verhaal over de fusie van de bètafaculteiten.
De schaalvergroting moet volgens de initiatiefnemers leiden tot meer combinatiemogelijkheden voor interdisciplinair onderzoek en het binnenstromen van Europese onderzoeksgelden. Burgemeester Eberhard van der Laan rept zelfs van ‘een fenomenale stap’.
Inleveren
Maar er klinken ook tegengeluiden. Cultureel antropoloog Flip Lindo, die in de Centrale Ondernemingsraad (COR) zit, vindt het oneerlijk dat de UvA alle subsidie die zij aan de prestatieafspraken hoopt te ontlenen begroot voor het realiseren van de samenwerkingsplannen. Lindo: ‘Andere faculteiten zien niets terug van het geld van de prestatieafspraken, terwijl we wel allemaal moeten inleveren.’ De COR heeft op 9 mei een brief met die strekking gestuurd aan het College van Bestuur van de UvA.
Enorme klus
Een ander punt van zorg is de praktische uitwerking van het plan. Het integreren van de ondersteunende diensten is op deze schaal een enorme klus en de universiteiten hebben zich in het verleden niet bepaald als feilloze ict-projectleiders getoond. En tenslotte zijn er nog de cultuurverschillen tussen de stadse UvA en de dorpse VU. Hoogleraar sterrenkunde Lex Kaper, die college geeft bij beide instellingen, onderschrijft dat de studentenpopulaties erg verschillen. 'Er zijn studenten die heel bewust voor de VU kiezen en niet voor de UvA en andersom. Die merknamen gaan nu verloren. Dat kan studenten afschrikken.'
Lees Folia Magazine #32 voor het volledige verhaal over de fusie van de bètafaculteiten.
