De hogeschool onderwerpt zich in 2012 vrijwillig aan een onderzoek van de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). De HvA wil zo laten zien dat het een kwalitatief goede hogeschool is.
De kwaliteitswaakhond van het hoger onderwijs zal beoordelen of de hogeschool zijn opleidingen stelselmatig toetst en waar nodig verbeterd. Als de HvA slaagt voor de toets krijgt het een keurmerk voor goede kwaliteitszorg en worden de afzonderlijke opleidingen minder streng gecontroleerd. De HvA hoopt zo het ‘betrouwbare imago’ van de hogeschool te benadrukken. Bijkomend voordeel is dat de opleidingsaccreditaties minder intensief worden.
De NVAO neemt opleidingen in het hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs eens in de zes jaar onder de loep. Voor deze controles moeten opleidingen rapportages over de eigen opleiding inleveren. Naast het inleveren van een enorme papierwinkel komt er ook een visitatiecommissie langs. Zij kijken naar de kwaliteit van het onderwijs, het onderkomen voor studenten en naar het personeelsbeleid. Opleidingen die niet aan de eisen voldoen worden afgekeurd.
Deelname aan de ‘instellingstoets kwaliteitszorg’ vloeit voort uit het tienpuntenplan voor beter onderwijs dat rector Jet Bussemaker begin deze maand
presenteerde. De hogeschool zal zich de komende jaren meer gaan richten op de inhoud van het onderwijs en minder op het toelaten van zo veel mogelijk studenten. Studie-eisen worden aangescherpt, het aantal minoren wordt teruggedrongen en studenten moeten van meet af aan op de juiste plek terechtkomen.