Over een kleine maand is het voor een twintigtal studerende topsporters van HvA en UvA eindelijk zo ver: de Olympische Spelen in Londen. HvA-docent Nico Keuning volgde vijf van hen in de aanloop naar het meest prestigieuze sporttoernooi ter wereld en schreef er een boek over,
Het heilige vuur.
Waarom dit boek?
‘Zo’n jaar geleden las ik een interview met HvA-rector Jet Bussemaker in
de Volkskrant over sport en studie. Dat vond ik een ontzettend leuk onderwerp. Zelf heb ik dertig jaar lang gevoetbald, ik heb twee kruisjes van de Elfstedentocht, ben twee keer de Mont Ventoux opgefietst, maar kon me geen voorstelling maken van de combinatie topsport en studie. Wat zijn dat voor mensen? In het boek volg ik vijf sporters in de aanloop naar de Spelen.’
Wat is u het meest bijgebleven?
‘De onvoorstelbare techniek, kracht en snelheid. Als je zwemmer Lennart Stekelenburg neemt bijvoorbeeld: in iets meer dan een minuut zwemt hij de honderd meter. Dat gaat zo snel, dat is echt onvoorstelbaar. Voor het eerst stond ik erbovenop. Dat gevoel had ik ook bij hordeloper Gregory Sedoc. Dan sta je op een gegeven moment naast zo’n horde van één meter zes, daar kan je nauwelijks overheen springen. Hij vliegt er werkelijk overheen.’
Bent u anders tegen sport aan gaan kijken?
‘Het heeft allemaal met inzet te maken merk ik nu. Natuurlijk gaat het ook om talent, maar het draait toch vooral om discipline. Het elke keer weer opbrengen naar die sporthal te gaan, dag in dag uit. Dat is ergens ook heel saai. Ik hoop dat ik de lezers in het boek mee kan geven dat ze met beter, scherper oog naar deze sporters gaan kijken. Dat mensen beseffen wat deze sporters allemaal laten.’
Tijdens het maken van het boek sprak u zich in de Volkskrant al uit tegen de langstudeerdersboete voor topsporters. Waarom precies?
‘Gemiddeld lopen studerende topsporters wel twee jaar uit. Het zijn atleten, vaak op trainingskamp, veel wedstrijden, weinig tijd. Het is eigenlijk heel dubbel: politici maken altijd goede sier met medaillewinnaars. Maar de huldiging is nog niet geweest, of ze leggen deze studenten alweer een boete op. Dat schrikt af. Je weet immers nooit of je tot de topsporters gaat behoren en of je je kwalificeert voor de Spelen. Studenten die twijfelen aan hun sporttalent zullen daarom kiezen voor de studie om boetes te voorkomen. Na Londen zou het dus best wil eens heel stil kunnen gaan worden.’