Bij aanvang van het verkiezingsdebat werd het nog maar eens benadrukt: gezamenlijk zijn studenten in Nederland goed voor maar liefst tien zetels. Er viel dus flink wat te winnen voor de politici, vanmiddag in de Amsterdam Convention Factory. Politici Halbe Zijlstra (VVD), Jesse Klaver (GroenLinks), Jasper van Dijk (SP), Kees Verhoeven (D66), Raymond Knops (CDA) en Martijn van Dam (PvdA) gingen daar met elkaar het debat aan. Het debat was een initiatief van Room for Discussion en vormde tevens een onderdeel van de Intreeweek. Dat zorgde voor een afgeladen zaal vol vers gearriveerde UvA-studenten.
Onderwijskwaliteit
Aan de hand van drie stellingen werd gedebatteerd: twee die specifiek met hoger onderwijs te maken hadden en één over de samenwerking binnen Europa. Stemmen konden studenten met rode en groene briefjes en vragen uit de zaal konden via e-mail en sms ingestuurd worden. De beste vraag zou na afloop van het debat met een heuse studentenwoning beloond worden.
Met de eerste stelling, dat de hoogte van het collegegeld aan de hand van de arbeidsmarkt moet worden vastgesteld, leek alleen het CDA het eens te zijn. Kamerlid Knops benadrukte daarbij de noodzaak mensen met financiële prikkels naar de opleidingen waar het meest behoefte aan is te sturen. Zodat je volgens hem niet zomaar elf jaar over je weinig zinvolle studie kunstgeschiedenis kan doen, daarbij verwijzend naar Alexander Pechtold. D66’er Verhoeven was het daar radicaal mee oneens en stelde dat Pechtold juist bij uitstek goed terecht gekomen is. Verhoeven: ‘Als de kwaliteit van een opleiding in orde is, komt het op de arbeidsmarkt ook wel goed. Ik heb nog liever een werkloze met een goede opleiding, dan iemand met een baan die niet goed is opgeleid!’
Leenstelsel
De tweede stelling, over de invoering van een sociaal leenstelsel, leek bij aanvang op weinig goedkeuring onder de aanwezige studenten te kunnen rekenen. Ook Jasper van Dijk toonde zich een fel tegenstander van zo’n stelsel, daarbij vrezend voor de toegankelijkheid van het hoger onderwijs. Hij werd daarop fel aangevallen door Jesse Klaver, die hem verweet een onsociaal beleid te voeren. Klaver: ‘Jullie laten zo de slager betalen voor de opleiding van de advocaat!’ Ook een suggestie uit het publiek, om alleen studenten uit het eerste jaar voor hun studie te laten lenen, kon Van Dijk niet overtuigen. Van Dijk: ‘Ook dan zadel je talloze studenten direct op met een schuld.’ Het mocht niet baten: de zaal leek na het pleidooi van Klaver overtuigd en stemde massaal vóór een leenstelsel.
Martijn van Dam wist de aandacht daarbij te trekken door het CDA te verwijten de langstudeerboete wederom in hun verkiezingsprogramma op te nemen. Knops uitleg dat het hierbij gaat om ‘financiële prikkels’ om ‘efficiënt studeren’ te bevorderen kon op weinig instemming rekenen bij zowel debaters als zaal.
Europa
Voorafgaand aan de laatste stelling moesten de politici hun eigen positie ten aanzien van Europa aangegeven op een groot schoolbord. Alleen de SP leek daarbij voor minder Europa te pleiten, hoewel ook CDA’er Knops aangaf ‘terughoudend’ te willen zijn bij de politieke integratie. Klaver oogstte wederom applaus door in zijn pleidooi de Tweede Wereldoorlog aan te halen en te wijzen op de noodzaak van integratie voor het waarborgen van de Europese vrede.
Ook Verhoeven wist de studenten aan te spreken, door de voordelen van Europese uitwisseling op het gebied van kennis, onderwijs en studenten te benadrukken. Studenten toonden zich überhaupt bijzonder pro-Europees, tot teleurstelling van aanwezige hoogleraar financiële geografie Ewald Engelen. Zijn pleidooi voor het loslaten van de Europese begrotingsnorm leek ook onder de nieuwe studenten aan dovemansoren gericht.
Onderwijskwaliteit
Aan de hand van drie stellingen werd gedebatteerd: twee die specifiek met hoger onderwijs te maken hadden en één over de samenwerking binnen Europa. Stemmen konden studenten met rode en groene briefjes en vragen uit de zaal konden via e-mail en sms ingestuurd worden. De beste vraag zou na afloop van het debat met een heuse studentenwoning beloond worden.
Met de eerste stelling, dat de hoogte van het collegegeld aan de hand van de arbeidsmarkt moet worden vastgesteld, leek alleen het CDA het eens te zijn. Kamerlid Knops benadrukte daarbij de noodzaak mensen met financiële prikkels naar de opleidingen waar het meest behoefte aan is te sturen. Zodat je volgens hem niet zomaar elf jaar over je weinig zinvolle studie kunstgeschiedenis kan doen, daarbij verwijzend naar Alexander Pechtold. D66’er Verhoeven was het daar radicaal mee oneens en stelde dat Pechtold juist bij uitstek goed terecht gekomen is. Verhoeven: ‘Als de kwaliteit van een opleiding in orde is, komt het op de arbeidsmarkt ook wel goed. Ik heb nog liever een werkloze met een goede opleiding, dan iemand met een baan die niet goed is opgeleid!’
Leenstelsel
De tweede stelling, over de invoering van een sociaal leenstelsel, leek bij aanvang op weinig goedkeuring onder de aanwezige studenten te kunnen rekenen. Ook Jasper van Dijk toonde zich een fel tegenstander van zo’n stelsel, daarbij vrezend voor de toegankelijkheid van het hoger onderwijs. Hij werd daarop fel aangevallen door Jesse Klaver, die hem verweet een onsociaal beleid te voeren. Klaver: ‘Jullie laten zo de slager betalen voor de opleiding van de advocaat!’ Ook een suggestie uit het publiek, om alleen studenten uit het eerste jaar voor hun studie te laten lenen, kon Van Dijk niet overtuigen. Van Dijk: ‘Ook dan zadel je talloze studenten direct op met een schuld.’ Het mocht niet baten: de zaal leek na het pleidooi van Klaver overtuigd en stemde massaal vóór een leenstelsel.
Martijn van Dam wist de aandacht daarbij te trekken door het CDA te verwijten de langstudeerboete wederom in hun verkiezingsprogramma op te nemen. Knops uitleg dat het hierbij gaat om ‘financiële prikkels’ om ‘efficiënt studeren’ te bevorderen kon op weinig instemming rekenen bij zowel debaters als zaal.
Europa
Voorafgaand aan de laatste stelling moesten de politici hun eigen positie ten aanzien van Europa aangegeven op een groot schoolbord. Alleen de SP leek daarbij voor minder Europa te pleiten, hoewel ook CDA’er Knops aangaf ‘terughoudend’ te willen zijn bij de politieke integratie. Klaver oogstte wederom applaus door in zijn pleidooi de Tweede Wereldoorlog aan te halen en te wijzen op de noodzaak van integratie voor het waarborgen van de Europese vrede.
Ook Verhoeven wist de studenten aan te spreken, door de voordelen van Europese uitwisseling op het gebied van kennis, onderwijs en studenten te benadrukken. Studenten toonden zich überhaupt bijzonder pro-Europees, tot teleurstelling van aanwezige hoogleraar financiële geografie Ewald Engelen. Zijn pleidooi voor het loslaten van de Europese begrotingsnorm leek ook onder de nieuwe studenten aan dovemansoren gericht.
