Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
actueel

Meer privaat geld naar UvA

Jeff Pinkster Jeff Pinkster,
25 October 2012 - 15:10
Nederlandse universiteiten worden voor hun inkomsten steeds afhankelijker van privaat geld. Dat geldt ook voor de Universiteit van Amsterdam.

In 2009 verwierven de dertien universiteiten bij elkaar 1,1 miljard euro, blijkt uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer. Gemiddeld is dat zo’n tien procent van de totale inkomsten. Een enkele universiteit is zelfs voor ruim een kwart van de jaarinkomsten afhankelijk van privaat geld. ‘Gezien de noodzakelijke bezuinigingen zullen publieke organisaties steeds meer op zoek gaan naar private middelen,’ waarschuwt de rekenkamer. ‘Een kritisch betrokken intern toezicht daarop is onontbeerlijk.’

Op de UvA ging het afgelopen jaar om een bedrag van ruim 63 miljoen euro, dat is bijna tien procent meer dan in 2010 en ruim tien procent van de totale inkomsten. Het betreft geld voor onderzoek in opdracht van overheden en bedrijven en speciale lesprogramma’s voor derden, de zogeheten ‘derde geldstroom’. Tot de eerste stroom behoort de rijksbijdrage, tot de tweede de subsidies van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) en de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).

Verlies
Volgens de rekenkamer schuilt er een gevaar in de groei van het aandeel privaat geld. ‘Wij zien verlies op private activiteiten, integriteitsvraagstukken, klachten over oneerlijke concurrentie en het niet scheiden van publieke en private geldstromen,’ aldus de rekenkamer in zijn aanbeveling het onderzoek over organisaties die publieke taken en publieke financiering combineren met private activiteiten en private financiering. Omdat universiteiten hun publieke taak uit het oog kunnen verliezen, pleit de rekenkamer voor beter toezicht (pdf), ook door de onderwijsinspectie.

Hoewel de bezuinigingen op het hoger onderwijs universiteiten dwingen op zoek te gaan naar private middelen, benadrukt de UvA in het jaarverslag dat de groei van de tweede en derde geldstroom dit niet compenseert, behalve in het AMC.  ‘Bij de UvA moet circa 30 procent op de derde en 75 procent op de tweede geldstroom worden toegelegd.’ De universiteit pleit daarom voor een ‘beter kostendekkend subsidiesysteem’ bij onder meer de NWO en de Europese Commissie.

Onafhankelijkheid
De toename van het onderzoek dat in opdracht wordt uitgevoerd, roept ook vragen op over de onafhankelijkheid van wetenschappers. In het geval van de universiteit Wageningen bijvoorbeeld, constateren de rekenmeesters dat de specifieke risico’s van ‘het samengaan van publieke en private activiteiten’ in de gedragscodes weinig aan bod komen. Een woordvoerder van de UvA laat weten dat de universiteit gedragsregels voor integer onderzoek hanteert. Op het moment van publicatie kon hij echter nog niet ingaan op de specifieke relatie tussen bedrijfsleven en onderzoeker.



lees meer
website loading