Het hoger beroep dat de UvA en decaan Frank van Vree van de Faculteit der Geesteswetenschappen (FGw) hadden ingesteld tegen de uitspraak die de Landelijke Commissie voor Geschillen Medezeggenschap Hoger Onderwijs had gedaan in de zaak rond een nieuwe examenregeling, is door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof niet ontvankelijk verklaard.
Juridisch is dit niet zo vreemd, want de UvA en de decaan FGw hadden naar aanleiding van de uitspraak van de geschillencommissie al een aangepaste Onderwijs- en Examenregeling (OER) vastgesteld waar de studentenraad mee akkoord was gegaan. Toch tekenden UvA en FGw beroep aan omdat men, zoals de UvA meldde ‘helderheid wilde krijgen over de procedures die gevolgd moeten worden'.
In de beschikking van het Gerechtshof staat dat er ‘bij besluit van 13 augustus 2012’ een aangepaste OER 2012-2013 is vastgesteld. ‘Dit brengt mee dat UvA c.s. geen voldoende belang hebben bij het beroep.’
Zie hier voor de hele beschikking van het Gerechtshof.
Juridisch is dit niet zo vreemd, want de UvA en de decaan FGw hadden naar aanleiding van de uitspraak van de geschillencommissie al een aangepaste Onderwijs- en Examenregeling (OER) vastgesteld waar de studentenraad mee akkoord was gegaan. Toch tekenden UvA en FGw beroep aan omdat men, zoals de UvA meldde ‘helderheid wilde krijgen over de procedures die gevolgd moeten worden'.
In de beschikking van het Gerechtshof staat dat er ‘bij besluit van 13 augustus 2012’ een aangepaste OER 2012-2013 is vastgesteld. ‘Dit brengt mee dat UvA c.s. geen voldoende belang hebben bij het beroep.’
Zie hier voor de hele beschikking van het Gerechtshof.
