De droom van Amsterdam om de Olympische Spelen van 2028 te organiseren is uiteengespat. Het tweede kabinet Rutte steunt de kandidatuur niet. Een harde klap, ook voor de Hogeschool van Amsterdam.
Jaren leken het twee kanten van dezelfde medaille. De kandidatuur voor de Olympische Spelen van 2028 en de ambitie om Nederland op olympisch niveau te brengen. Maar daar denkt het nieuwe kabinet anders over: ‘We onderschrijven de ambitie om Nederland op olympisch niveau te brengen, zonder de Olympische Spelen naar Nederland te willen halen.’ De Spelen zijn te duur en bovendien is er te weinig draagvlak.
Een wel erg gemakkelijk argument, vindt een teleurgestelde HvA-lector topsport Cees Vervoorn. Binnen de Sportraad Amsterdam was hij betrokken bij het Olympisch Plan 2028. ‘Dit kabinet is als het goed is klaar in 2016. Tegen die tijd duurt het nog twaalf jaar voor de Spelen georganiseerd worden. Eigenlijk is het nog te vroeg daar nu al uitspraken over te doen.’ Gevolgen heeft de streep door de kandidatuur in ieder geval wel. ‘De gemeente Amsterdam sluit al vanaf januari het projectbureau Olympische Ambitie.’
Olympische ambitie
Nog geen jaar geleden
schaarde de HvA zich samen met de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit achter de ambities van de stad. De onderwijsinstellingen willen zelfs nieuwe opleidingen in het leven roepen om tegemoet te komen aan de wens van Amsterdam de Spelen van 2028 te organiseren. In het rapport ‘De kansen van het hoger onderwijs in Olympisch Amsterdam’ werd verder uiteengezet wat er de komende jaren op het gebied van sportonderwijs en -onderzoek moest gebeuren.
Maar vooralsnog wordt daar geen streep door getrokken. Sterker, eigenlijk verandert er vrij weinig. De ambitie om een groter percentage van de Nederlandse bevolking aan het bewegen te krijgen onderschrijft de overheid nog steeds en daarmee zijn de plannen van de HvA nog springlevend. ‘De horizon van de Spelen is er niet meer,’ zegt Vervoorn. ‘Maar de uitgangspunten worden ondersteund. De plannen verdwijnen dus ook zeker niet van onze agenda. We gaan gewoon verder met de ontwikkeling van sport in de curricula.’
Gymlessen
Dat onderschrijft Jacomine Ravensbergen, voorzitter van het Domein Bewegen, Sport & Voeding. Binnen haar domein worden studenten onder meer opgeleid voor een baan in het sportonderwijs. ‘Wij hebben echt de taak kinderen uit een neerwaartse spiraal van minder sporten te halen. Kinderen bewegen nu veel minder dan tien, twintig jaar geleden, worden daardoor dikker en presteren minder goed op school.’
Daarom juicht Ravensbergen ook toe dat het huidige kabinet gym weer drie uur per week verplicht wil stellen. Het sluit bovendien naadloos aan op het olympische plan. ‘Alle kinderen van zes tot twaalf in Nederland, krijgen weer drie uur per week goed les van een vakdocent. Dat is echt hartstikke goed, en niet alleen voor ons. Sport fungeert niet alleen als middel om de eigenwaarde en het zelfvertrouwen van kinderen te vergroten, maar het verbetert ook de leerprestaties.’
Al met al gaat de hogeschool er dus zelfs een beetje op vooruit. En met een beetje geluk zitten die Spelen er ook nog wel in: ‘In het regeerakkoord is niet zomaar neergezet dat de spelen er nu niet komen, maar dat er wel hard gewerkt wordt aan het olympisch plan,’ zegt Cees Vervoorn, toegevend dat de wens soms de vader van de gedachte is.