De Nederlandse universiteiten moeten er gezamenlijk voor zorgen dat het mogelijk blijft een opleiding in elke Europese taal te volgen. Daartoe roepen de studentenraden van alle Nederlandse faculteiten der geesteswetenschappen vandaag op in een open brief aan VSNU-voorzitter Karl Dittrich, die vandaag is gepubliceerd op hogeronderwijswebsite
ScienceGuide.
Kleine-talenstudies komen steeds meer in de verdrukking in Nederland. Voor de universiteiten zijn ze in een tijd van rendementsdenken en prestatieafspraken niet lonend genoeg en worden bij bosjes afgeschoten. Dit jaar alleen al werden in Nederland Roemeens, Fins, Hongaars en Portugees geschrapt.
Dit is in tegenspraak met een convenant dat in 2000 werd ondertekend. In
Letteren 2000+, opgesteld door de letterendecanen zes universiteiten, wordt gesteld dat kleine talen behouden moeten blijven. Ook werd afgesproken dat de unica - talen die slechts aan één universiteit te studeren zijn - niet afgeschaft zouden moeten worden op basis van instroom. In de brief aan Dittrich wordt hij dan ook opgeroepen om via de VSNU, de vereniging van universiteiten, de afspraken uit dit convenant te helpen nakomen.
Het idee om de brief te schrijven kwam van de facultaire studentenraden van de geesteswetenschappen (FSR FGw) van de UvA en de UU. Raadsvoorzitter van de FGw van de UvA Esther Crabbendam, die zelf geschiedenis en Italiaans studeert, is een voorvechter van kleine talen.

Esther Crabbendam
Kleine-talenstudies hebben weinig studenten en zijn vaak relatief duur om aan te bieden. Waarom is het dan zo belangrijk dat ze behouden blijven?
‘Het belang van kleine-talenstudies is niet uit te drukken in directe opbrengsten voor universiteiten, maar dat wil niet zeggen dat ze geen waarde hebben voor de Nederlandse samenleving. Juist in tijden van globalisering en internationale samenwerking zijn deze opleidingen belangrijk voor communicatie met en het beter begrijpen van de culturen van onze handelspartners. Ook wordt de Europese Unie steeds belangrijker, waardoor het voor Nederland belangrijk is om experts over de andere Europese landen op te kunnen leiden. Dit zal de handel en politieke banden met deze landen ten goede komen en zo dus indirect geld op leveren.’
Waarom zien de universiteiten dat niet in?
‘Door profileringsafspraken en rendementsdenken wordt hieraan voorbij gegaan. Als er een maatschappelijke waarde bestaat, maakt het dan uit of er tien of honderd studenten zitten? En als een opleiding misschien minder snel een winstgevend patent of een prijswinnende hoogleraar oplevert, moeten we die dan maar afschaffen? Deze manier van het kijken naar opleidingen baart mij ernstige zorgen.’
Wat zou een oplossing zijn als je alle Europese talen in Nederland wilt blijven aanbieden?
‘Een oplossing zou zijn dat de universiteiten onderling afspraken maken om kleine, dus kostbare, studies aan te bieden aan één enkele universiteit, zodat de kosten gespreid kunnen worden. Dit is al in 2000 in het convenant afgesproken. We hopen dat dat nu nageleefd gaat worden.’
Lees hier de hele brief (pdf).