Universiteiten zouden meer met elkaar moeten overleggen over het schrappen van kleine studierichtingen. Dat zegt Frits van Oostrom, voorzitter van het Regieorgaan Geesteswetenschappen, in een gesprek met het Nederlands Dagblad naar aanleiding van het besluit van universiteiten, waaronder de UvA, om kleine talenstudies op te heffen.
De komende periode worden zeker vier ‘kleine’ talen geschrapt, die dan op geen enkele Nederlandse universiteit meer worden aangeboden. Het gaat om Fins, Hongaars (beide Groningen), Portugees (Utrecht) en Roemeens (UvA). Deze talen hebben al jaren te maken met een teruglopend studentenaantal.
Maar volgens Van Oostrom, voormalig president van de KNAW, wordt er te weinig overlegd over de beslissing de studies op te heffen. ‘Terwijl het wel heel ingrijpend is als het de laatste voorziening is in een vakgebied.’ Het Regieorgaan mag jaarlijks vijftien miljoen euro verdelen om de geesteswetenschappen te versterken, maar het is aan universiteiten zelf om te beslissen of ze dat inzetten om kleine studies te laten voortbestaan of niet. Van Oostrom ziet met lede ogen aan dat expertise verdwijnt. De universiteiten denken niet dat landelijk overleg verschil zal maken. 'Jaren geleden zijn de kleine, kwetsbare opleidingen al verdeeld over universiteiten’, zegt decaan Gerry Wakker van de Groningse letterenfaculteit. ‘Wij kregen naast Fries ook Fins en Hongaars als unieke studies. Maar als de studentenaantallen afnemen en er geen alternatieve geldbron is, kun je ze niet ten koste van alles overeind houden.’ Decaan Frank van Vree van de FGw gaf al eerder aan er net zo over te denken.
De minister vindt het een zaak van de universiteiten zelf om te overleggen over behoud van studies. Zij heeft daarvoor geen extra geld beschikbaar.
Zie hier voor het volledige artikel in het Nederlands Dagblad (alleen voor geregistreerde gebruikers).
De komende periode worden zeker vier ‘kleine’ talen geschrapt, die dan op geen enkele Nederlandse universiteit meer worden aangeboden. Het gaat om Fins, Hongaars (beide Groningen), Portugees (Utrecht) en Roemeens (UvA). Deze talen hebben al jaren te maken met een teruglopend studentenaantal.
Maar volgens Van Oostrom, voormalig president van de KNAW, wordt er te weinig overlegd over de beslissing de studies op te heffen. ‘Terwijl het wel heel ingrijpend is als het de laatste voorziening is in een vakgebied.’ Het Regieorgaan mag jaarlijks vijftien miljoen euro verdelen om de geesteswetenschappen te versterken, maar het is aan universiteiten zelf om te beslissen of ze dat inzetten om kleine studies te laten voortbestaan of niet. Van Oostrom ziet met lede ogen aan dat expertise verdwijnt. De universiteiten denken niet dat landelijk overleg verschil zal maken. 'Jaren geleden zijn de kleine, kwetsbare opleidingen al verdeeld over universiteiten’, zegt decaan Gerry Wakker van de Groningse letterenfaculteit. ‘Wij kregen naast Fries ook Fins en Hongaars als unieke studies. Maar als de studentenaantallen afnemen en er geen alternatieve geldbron is, kun je ze niet ten koste van alles overeind houden.’ Decaan Frank van Vree van de FGw gaf al eerder aan er net zo over te denken.
De minister vindt het een zaak van de universiteiten zelf om te overleggen over behoud van studies. Zij heeft daarvoor geen extra geld beschikbaar.
Zie hier voor het volledige artikel in het Nederlands Dagblad (alleen voor geregistreerde gebruikers).
