Marcel Levi, internist en voorzitter van de Raad van Bestuur van het AMC, is helemaal klaar met ‘de
eindeloze stoet inspecteurs, visitatoren, auditors en controleurs’ die zijn ziekenhuis jaarlijks inspecteren. Dat schrijft hij deze week in een column in het artsenvakblad
Medisch Contact.
Levi schrijft dat zijn ziekenhuis het afgelopen jaar elke twee à drie dagen werd geïnspecteerd. An sich heeft hij daar wel begrip voor als het gaat om inspecties van kwaliteit en veiligheid van patiëntenzorg, opleidingsactiviteiten of uitvoering van research. ‘Maar wat dacht u van inspectie proefdierwelzijn, informatiebeveiligingsinspectie, inspectie leefomgeving en transport, kernenergiewet-inspectie, gevaarlijke stoffeninspectie, inspectie genetisch gemodificeerde micro-organismen, inspectie waterleidingbesluit, inspectie bescherming persoonsgegevens, inspectie transport van gassen, arbeidsinspectie, provinciale inspectie van bouw en milieu, inspectie door de Voedsel- en Warenautoriteit, verkeersinspectie van het heliplatform, en nog een hele rij andere inspecties, schrijft hij in de column.
Een inspectie duurt volgens hem ‘gemiddeld twee of drie uur’, maar vereist daarnaast vaak een urenlange voorbereiding door verschillende mensen. ‘Onder andere vanwege het vooraf verplicht invullen van eindeloze vragenlijsten en het aanleggen van minimaal vuistdikke dossiers. Het is bijna ongelooflijk dat er tussen alle inspecties door nog tijd is om af en toe een patiënt te zien of een student te onderwijzen.’ Er bestaat volgens hem bovendien ‘een eindeloze overlap tussen heel veel vormen van inspectie waarbij dezelfde vragen – maar dan net een beetje anders – keer op keer worden gesteld’ en spreekt ‘de kudde inspecteurs’ elkaar regelmatig tegen.
Zie hier voor de hele column van Marcel Levi in Medisch Contact.