Decaan Frank van Vree van de Faculteit der Geesteswetenschappen wil met ingang van komend collegejaar aan zijn faculteit een negatief bindend studieadvies (BSA) invoeren waarbij, studenten die in het eerste jaar minder dan 48 punten hebben gehaald moeten vertrekken. Zij mogen bovendien drie jaar lang niet meer de opleiding volgen waarvoor ze een BSA kregen. De studentenraad is faliekant tegen.
Dit staat in het concept
Onderwijs en Examenregeling 2013|2014 (OER) van de faculteit. Studenten die hele goede redenen hebben waarom zij te weinig punten hebben gehaald, zoals zwangerschap of een functiebeperking, kunnen voordat zij een definitief advies krijgen, bij de examencommissie terecht. Die commissie adviseert vervolgens de decaan over wie wel en wie geen BSA krijgt. Tegen de beslissing van de decaan kan overigens wel beroep worden aangetekend.
De FGw wil het studiesucces flink opkrikken, want dat is momenteel lang niet hoog genoeg. Het invoeren van een BSA is een van de manieren om dat te bereiken, meent de decaan. De meest recente cijfers laten zien dat het studierendement op de FGw op 56 procent ligt (cohort 2007). Dat is wat het faculteitsbestuur betreft lang niet genoeg: het percentage moet de komende jaren op 70 worden gebracht. Een percentage overigens dat op de hele UvA zou moeten worden gehaald, omdat het onderdeel is van de
prestatieafspraken met het ministerie van OCW.
Inzet
Hoe dat percentage moet worden gehaald, daarover verschillen de meningen. Het BSA is wat de studentenraad betreft in ieder geval niet de methode, maar het huidige voorstel ziet de raad al helemaal niet zitten. ‘Wij willen niet dat de examencommissie over het BSA gaat,’ zegt Esther Crabbendam, voorzitter van de facultaire studentenraad. ‘Naar onze mening moet niet worden geselecteerd op studiepunten, maar op basis van de kwaliteit en inzet van de student zelf. Docenten hebben daar het meeste inzicht in, en zouden wat ons betreft een centrale rol moeten spelen in wie wel en wie niet geschikt is voor de opleiding, net zoals nu het geval is aan conservatoria en kunstopleidingen.’
De studentenraad stelt voor toetsing te doen plaatsvinden met behulp van docententeams. ‘Wij vinden dat iedereen die minder dan 48 studiepunten heeft gehaald in het eerste jaar moet motiveren waarom hij toch geschikt is voor de opleiding van zijn keuze. Dit moet dan door een docentenvergadering worden besproken,’ zegt Crabbendam. ‘Op die manier wordt studenten die weliswaar een slechte start hebben gemaakt maar toch geschikt zijn voor een academische opleiding, niet ten onrechte de deur gewezen. Niet het aantal behaalde studiepunten, maar motivatie en academisch talent moeten voorop staan. Aangezien docententeams verantwoordelijk zijn voor het studieprogramma, lijkt het niet meer dan logisch dat zij ook het laatste woord hebben over wie wel en wie niet geschikt is om dat programma te volgen. Ook worden docententeams door deze verantwoordelijkheid gedwongen hun studenten vanaf het begin af aan in de gaten te houden en krijgen zij meer feedback over het programma dan nu het geval is. En zo kan deze procedure ook ten gunste komen van de onderwijskwaliteit op zich.’
Studenten en faculteitsbestuur zijn met elkaar in gesprek over de OER. De studentenraad moet met een nieuwe OER instemmen anders komt deze er niet.
Beluister hieronder de uitzending van Folia maakt kennis
met Frank van Vree.