Medewerkers, docenten en een enkele student van de Faculteit Geesteswetenschappen (FGw) woonden afgelopen woensdag een werkconferentie bij over de toekomstige Binnenstadcampus. Zij discussieerden over de mogelijkheden en wensen voor het nieuwe gezamenlijke onderkomen van de Geesteswetenschappen, op en rondom het huidige Binnengasthuisterrein.
Er heerste een opgetogen sfeer onder de ruim veertig aanwezigen, die weerklonk in het openingswoord van decaan Frank van Vree. Sinds duidelijk werd dat de Tweede Chirurgische kliniek (het voormalige Crea 2-gebouw) niet zal worden gesloopt, zoals aanvankelijk gepland, zijn plannen voor een gezamenlijke Geesteswetenschappencampus ‘in een stroomversnelling geraakt’, aldus de decaan. ‘Dat we rustig aan kunnen doen is een misvatting: de belangrijkste beslissingen worden dit jaar gemaakt.’ Daarbij is een ‘maximum aan meepraten en meedenken’ van medewerkers cruciaal.
Broedplaats
Na een korte historische schets van het gebied door medewerker bij huisvestingsontwikkeling Juliette Daniels was het woord aan Ronald Schepers, de schakel tussen UvA en andere belangenorganisaties. Hij stelde dat de FGw, met het hoofdkantoor van NRC aan het Rokin en de theaters van de Nes ‘een broedplaats voor dialoog en cultuur, in plaats van commercie en prostitutie’ kan worden. Hij zou het ‘verhaal’ van de conferentie voorleggen aan de bewonersorganisaties en planners.
Schepers introduceerde vervolgens een tiental stellingen waarover gestemd moest worden – ‘u moet serieus stemmen, het komt in de notulen’. Het publiek was kritisch: meerdere stellingen worden afgedaan als ‘geen tegenstelling’, en met ‘het belang een goed geoutilleerde campus te maken is ondergeschikt aan de cultuurhistorische waarden van het gebied’ is bijna niemand het eens. ‘De betekenis van de universiteit voor de stad is zo groot dat we er veel voor mogen opgeven,’ klinkt uit de zaal. De belangen van de campus en de cultuurhistorische waarden ‘hoeven elkaar niet uitsluiten,’ staat in de notulen.
Openheid
Vervolgens discussieerden kleinere groepjes over de gewenste sfeer van de campus, openheid, de voordelen van clustering en de toekomst van de universiteit. Opvallende tendensen daarbij waren een roep om ‘groen’, die vooral veelvuldig uit de hoek van de enige aanwezige bewoner van het BG-terrein klonk. Ook ‘openheid’ was een veelgehoorde term, maar met veel mitsen en maren: toeristen waren vooral gewenst bij het Allard Pierson en Bijzondere Collecties, niet in de hoven van de nieuwe campus. ‘We zijn geen McDonald's,’ aldus een medewerker.
Andere ideeën waren concreter, zoals het voorstel voor de term ‘Academisch kwartier’ en om de acht poorten naar het terrein een iconische functie te geven. Maar ook idyllische beelden zijn in dit stadium belangrijk, stelde directeur bedrijfsvoering FGw Gerard Nijsten na afloop van de conferentie. ‘Dit is een inspirerende start van de discussie. We moeten beginnen met een droom.’
Zie ook het verslag van NAP, een website gemaakt door studenten journalistiek & media van de UvA.
Er heerste een opgetogen sfeer onder de ruim veertig aanwezigen, die weerklonk in het openingswoord van decaan Frank van Vree. Sinds duidelijk werd dat de Tweede Chirurgische kliniek (het voormalige Crea 2-gebouw) niet zal worden gesloopt, zoals aanvankelijk gepland, zijn plannen voor een gezamenlijke Geesteswetenschappencampus ‘in een stroomversnelling geraakt’, aldus de decaan. ‘Dat we rustig aan kunnen doen is een misvatting: de belangrijkste beslissingen worden dit jaar gemaakt.’ Daarbij is een ‘maximum aan meepraten en meedenken’ van medewerkers cruciaal.
Broedplaats
Na een korte historische schets van het gebied door medewerker bij huisvestingsontwikkeling Juliette Daniels was het woord aan Ronald Schepers, de schakel tussen UvA en andere belangenorganisaties. Hij stelde dat de FGw, met het hoofdkantoor van NRC aan het Rokin en de theaters van de Nes ‘een broedplaats voor dialoog en cultuur, in plaats van commercie en prostitutie’ kan worden. Hij zou het ‘verhaal’ van de conferentie voorleggen aan de bewonersorganisaties en planners.
Schepers introduceerde vervolgens een tiental stellingen waarover gestemd moest worden – ‘u moet serieus stemmen, het komt in de notulen’. Het publiek was kritisch: meerdere stellingen worden afgedaan als ‘geen tegenstelling’, en met ‘het belang een goed geoutilleerde campus te maken is ondergeschikt aan de cultuurhistorische waarden van het gebied’ is bijna niemand het eens. ‘De betekenis van de universiteit voor de stad is zo groot dat we er veel voor mogen opgeven,’ klinkt uit de zaal. De belangen van de campus en de cultuurhistorische waarden ‘hoeven elkaar niet uitsluiten,’ staat in de notulen.
Openheid
Vervolgens discussieerden kleinere groepjes over de gewenste sfeer van de campus, openheid, de voordelen van clustering en de toekomst van de universiteit. Opvallende tendensen daarbij waren een roep om ‘groen’, die vooral veelvuldig uit de hoek van de enige aanwezige bewoner van het BG-terrein klonk. Ook ‘openheid’ was een veelgehoorde term, maar met veel mitsen en maren: toeristen waren vooral gewenst bij het Allard Pierson en Bijzondere Collecties, niet in de hoven van de nieuwe campus. ‘We zijn geen McDonald's,’ aldus een medewerker.
Andere ideeën waren concreter, zoals het voorstel voor de term ‘Academisch kwartier’ en om de acht poorten naar het terrein een iconische functie te geven. Maar ook idyllische beelden zijn in dit stadium belangrijk, stelde directeur bedrijfsvoering FGw Gerard Nijsten na afloop van de conferentie. ‘Dit is een inspirerende start van de discussie. We moeten beginnen met een droom.’
Zie ook het verslag van NAP, een website gemaakt door studenten journalistiek & media van de UvA.
